PIERRE DARGE

De nieuwe generatie van de E-klasse van Mercedes-Benz oogt niet spectaculair nieuw, maar laat met zijn elegante lijn wel een Cx-record van 0.26 optekenen. Bij eenzelfde lengte als zijn voorganger valt hij iets breder en hoger uit, en mikt vooral op technologische vernieuwingen en comfort. Voorlopig komt hij op de markt met drie benzinemotoren (2.6 liter V6 voor de 240, 3.2/V6 voor de 320 en 5.0/V8 voor de 500) en twee turbodiesels (viercilinder 2.1 voor de 220 CDI en een vijfcilinder 2.7 voor de 270 CDI). Later wordt het dieselaanbod zowel naar beneden (200 CDI) als naar boven (320 en zelfs 400 CDI met 260 pk) uitgebreid.

Zelf kiezen we voor de test de ‘bescheiden’ 220 CDI, die door de combinatie van prijs, verbruik en uitstraling allicht een succesnummer wordt. Voor het comfort koppelen we daar de vijftrapsautomaat aan die de nieuweling qua gebruiksgemak bijna op het niveau tilt van de S-klasse. Op het eerste gezicht lijkt de cilinderinhoud wat nauw bemeten voor een auto van 4,82 meter lengte en een gewicht van 1610 kilo, maar in de praktijk blijkt dat eigenlijk geen probleem. Uiteraard schiet de 220 CDI vanuit stilstand niet als een pijl uit de startblokken, maar onderweg stelt hij absoluut niet teleur.

De flinke prestaties zijn een gevolg van de kwaliteiten van de tweede generatie van de common rail-techniek, die vooral voor een grotere elasticiteit in de onderste toerentallen zorgt. Zo ontwikkelt de motor al bij 2000 toeren een maximumkoppel van 340 Nm. Door een nauwkeuriger regeling van de hogedrukpomp van het systeem ligt het verbruik 0,4 liter/100 km lager dan bij zijn voorganger. De manuele versie komt met 6,3 liter 100 km ver, de automatische versie met 6,7 liter. Wie die zuinigheid koppelt aan het rijplezier, kan niet anders dan toegeven dat de ingenieurs bijzonder fraai werk hebben geleverd. Twee balansassen compenseren de massakrachten die storende trillingen kunnen veroorzaken.

Onderhuids verbergt de wagen nog wel meer kwaliteiten en innovaties. Het elektrohydraulisch SBC (Sensotronic Brake System) remsysteem is een eigen ontwikkeling, die standaard op de E-klasse wordt gemonteerd, nadat het eerder als primeur in de SL werd voorgesteld. Het bestaat uit vier wieldrukmodulatoren die de remdruk per wiel doseren en daarbij rekening houden met zowel stabiliteit als met de grootst mogelijke vertraging. Bij nat weer geeft het systeem geregeld korte (onvoelbare) remimpulsen, net voldoende om de waterfilm van de remschijven te vegen.

Ook nieuw, maar niet standaard ingebouwd, is de pneumatische Airmatic Dual Control-ophanging die vering en demping gelijktijdig aanpassen aan de rijsituatie. Hetzelfde geldt voor de rijdynamische contourstoel, een wereldprimeur met een aantal luchtkamers die afhankelijk van de situatie automatisch meer of minder worden gevuld.

Veiligheid staat andermaal voorop, en Mercedes trekt een interessante kaart: lichte of middelzware ongevallenschade kan tegen relatief lage kosten worden gerepareerd. Anderzijds is in grotere vervormingszones voorzien en is het totaalconcept strategisch opgebouwd: afhankelijk van de ernst van de klap komen de systemen in werking. Die aanpak geldt ook voor de personenbeveiliging (tweetrapsairbag, adaptieve gordelkrachtbegrenzers en airbagregeling). Een van de middelen om dat te realiseren is een ‘meetfolie’ die het gewicht van de inzittenden herkent. Sidewindows (voor borstkasbescherming) en windowairbags (hoofdbescherming) vullen de klassieke frontale plofkussens aan. Ook standaard: een multifunctioneel stuurwiel, high performance gloeilampen die een leven lang meegaan en een Thermatic-klimaatregeling. Kortom, een bijzonder volledig basispakket.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content