Ik was te vroeg volwassen. Op mijn dertiende al, fysiek én mentaal. Ik had het daarom erg moeilijk met mijn klasgenoten en had meer contact met de leerkrachten. Op mijn vijftiende ging ik met hen een pint drinken in plaats van met mijn leeftijdsgenoten.

School was niet nodig voor mij, dat voelde ik gewoon. Ik had een drive in mij, kon niet wachten om te gaan werken, na het middelbaar. Geld wou ik verdienen en op mijn eigen benen staan.

Na acht maanden zat ik al op de supportdienst van een computerbedrijf. Ik was begonnen als receptioniste, maar studeerde dag en nacht om met die computers te leren werken. Mijn ouders geloofden hun ogen niet.

Ik ben een vechtster, altijd geweest. Daaraan en aan mijn talenknobbel heb ik mijn jarenlange carrière in de telecom te danken. Telkens opnieuw stond ik mee aan de start van nieuwe projecten. Zodra ze goed draaiden, vertrok ik, op zoek naar iets nieuws.

Op mijn veertigste ben ik eruit gestapt. Ik had het gezien en mijn tweede man en ik wilden nog een kindje. Dus nam ik een sabbatjaar. Het was zalig om eens met mijn babydochtertje thuis te zitten. Met mijn zoon had ik dat niet gekund. Maar op de duur begon het weer te kriebelen.

Als ik dan toch keihard werk, kan ik het beter voor mezelf doen, vond ik. Maar een gewone winkel vond ik te saai. En dus werd het een concept store met enkel Belgische mode, met een bar met Belgische muziek en dito drankjes en een evenementen- en tentoonstellingsruimte.

De modewereld was een cultuurshock : ik kwam uit een zeer professionele omgeving, waar alles geautomatiseerd was en op computer stond. En ineens moest ik zaken doen met mensen die soms niet eens een e-mailadres hadden. Het was net of ik in een ander tijdperk terechtkwam.

Men heeft het daar moeilijk gehad met mij. De modewereld wordt gedreven door emoties, terwijl ik heel rationeel ben, op zakelijk vlak dan toch. Het was voor beide kanten aanpassen.

Ik ben met mijn laptop naar de ontwerpers gegaan, met de resultaten van mijn marktstudie : welke merken bestonden er, hoe was de onderlinge concurrentie, hoe waren ze geografisch verspreid en welk klantenpotentieel had ik in mijn hoofd… Het schijnt dat ik nogal overtuigend kan overkomen, maar dat uitgebreide dossier zal er ook wel voor iets tussen gezeten hebben.

Klantenservice is de rode draad door mijn hele leven : die was in de telecom verschrikkelijk belangrijk, en ook in mijn winkel primeert die service. Of je nu een jeans aan hebt, opgetut bent of niet, iedereen krijgt hier dezelfde vrij intensieve ontvangst.

Ik weiger tot vijftig procent te gaan in de solden. Ook al ben ik daarmee de enige in België en doen de ontwerpers het in hun eigen winkels wel. Ik vind dat geen respect hebben voor de klanten die een paar weken eerder de volle prijs betalen. Uiteraard moet je je stock kwijtraken, maar ik los dat op door een outlet store te openen met stukken van maximaal vier seizoenen geleden. Maar zelfs daar ga ik zelden tot vijftig procent.

Zo bekend is de Belgische mode nietin België. Zakenvrouwen waar ik vroeger mee werkte, kenden die niet. Ze dragen nog vooral de Italiaanse merken : Versace, Prada, Max Mara. Veel klanten zijn aangenaam verrast als ze hier voor de eerste keer binnenkomen. Ze kennen de namen van de ontwerpers wel, maar hadden zich iets veel extravaganter voorgesteld.

Een chauvinist zou ik mezelf niet noemen, maar ik ben wel altijd trots geweest dat ik Belg ben. Wij kennen ons talen, hebben een ongelooflijk goed educatief systeem en onze culinaire kennis is enorm. Muzikanten, kunstenaars, ontwerpers… Er is zoveel kwaliteit, maar het is nog te weinig geweten.

:: Ingrid Van Renterghem : concept store in Sint-Martens-Latem, outlet store in Gent.

:: Info : www.ingridvanrenterghem.be of 09 240 11 11

Tekst Leen Creve I Foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content