Ze ontwerpt al jaren kledingcollecties, heeft dertig verkooppunten in België, een winkel in Antwerpen en mevrouw Blair is een klant. We stellen aan u voor: Ines Raspoort.

In de Chrysler’s Guide to Belgian Fashion in Paris, een uitgave van het Flanders Fashion Institute, stootte ik toevallig op de naam Ines Raspoort. Een nieuwsgierige rondvraag bij collega’s-modejournalisten leverde alleen de vraag “Ines wie?” op.

“Ik heb nooit reclame gemaakt”, zegt Ines Raspoort haast verontschuldigend. “Ik wilde ook niet naar buiten treden voor ik de productie onder controle had. Los daarvan vind ik het niet leuk om op de voorgrond te staan. De kleding telt, niet de persoon erachter.”

Haar kledinglijnen I’NS en het iets duurdere – maar nog altijd betaalbare – ‘Ines Raspoort’ staan voor comfortabele en nonchalant-vrouwelijke ontwerpen, bij voorkeur in natuurlijke materialen als wol, linnen, katoen en zijde. De kleuren zijn meestal sober, hoewel er deze winter ook een lange fuchsia rok gecombineerd met een helblauwe mantel tussen zit. Van losse vormen en laagjes is de collectie geëvolueerd naar meer structuur en getailleerde silhouetten.

“Ik noem de collectie graag ‘draagbaar’, maar dat klinkt zo lullig”, zegt ze. Filosoferen over stijl is niet aan de nuchtere Ines Raspoort besteed. “Kleren zijn zoals een schilderij, iedereen geeft er een eigen interpretatie aan. Als je soms hoort welke verhalen ontwerpers aan een kledingstuk ophangen, tja. Ik veronderstel dat jullie journalisten daar smakelijk om lachen.”

“Zelf wil ik kleren die ik het hele jaar door, zomer en winter, kan dragen. Die ik kan combineren met vorige collecties en die sober van kleur zijn.” Hoewel ze haar klanten altijd kleur voorstelt, gaan zwart en wit het snelst de deur uit. “Je kan van alles verzinnen, maar zwart is gewoon zeer praktisch. Je hoeft ’s ochtends niet na te denken. Met een felle kleur vraag je je makkelijk af: valt het niet te erg op, past het wel, is het weer goed genoeg?”

Ines Raspoort, een Nederlandse die al 20 jaar in België woont en die, zo geeft ze toe, eigenlijk het liefst in slobberbroek, T-shirt en op blote voeten rondloopt, is sinds haar tienertijd met mode bezig. Het bekende verhaal van ‘niets vinden dat leuk is en het dan maar zelf maken’. Toch waren modestudies geen optie. “Dat leek me geen eerbaar beroep. Ik ben afgestudeerd als kapper en heb een maand les gegeven op de kappersschool. Ik heb ook meegewerkt aan enkele films, onder meer aan Naakt over de schutting met Sylvia Kristel. Het was een ontzettend leuke tijd, veel gelachen, maar nooit geld gezien.”

Ze ging opnieuw studeren, grafisch ontwerp in Amsterdam en volgde verschillende cursussen aan de academie in Den Haag, van portrettekenen tot zeefdrukken. Met die achtergrond dook ze rond 1980 in de mode. “Ik maakte al jaren kleding voor vrienden, en besliste dat ik het nu echt zou proberen.”

Ze startte met het label Skiff, dat ze in een eigen winkel in Mol en later ook in Breda verkocht. In 1995 trok ze even naar Knokke. “Een kleine winkel die goed draaide, de klanten kwamen van overal”, zegt Ines. “Behalve de typische Knokke-mensen. Ik was niet duur en chic genoeg. Maar ik was naar daar gegaan om aan de kust te zijn. Ik ben aan zee opgegroeid en wil altijd terug. Ik dacht: Knokke heeft een naam, de afstand vanuit Antwerpen is haalbaar en zo goed kende ik de Belgische kust niet. Vandaar.”

De afgelopen jaren ging het in een berekende stroomversnelling: de collectie krijgt haar naam, wordt aan andere boetieks verkocht en in Antwerpen opent de pilootwinkel. Haar collectie deelt ze op in drie: tricot en zijde dat ze in China produceert, viscose van bij een Belgische fabrikant, en voor duurdere stoffen zoals bepaalde wolkwaliteiten werkt ze in Noord-Italië. Ze verkoopt ook in het buitenland, onder meer in Frankrijk en Duitsland en dankzij Cherie Blair waren haar kleren in Engeland te zien.

“De stilisten van mevrouw Blair zijn me komen opzoeken op een beurs in Parijs. Afgelopen winter werd ik uitgenodigd in Downing Street 10, ze was toen nog zwanger. Ik heb verschillende stukken voor haar gemaakt. Ze droeg ze, want ik heb haar er mee in een krant gezien. Mevrouw Blair is overigens zeer aardig en bedeesd.”

Hoewel Ines geen contact zoekt met de Antwerpse modewereld en zich niet aan plaatsen hecht, vindt ze Antwerpen de ideale uitvalsbasis. “De modegezinde ambiance in de stad is fantastisch. Als mijn Duitse klanten naar hier komen, kijken ze hun ogen uit. Zelf ga ik graag op een terras zitten om mensen te bekijken. Hier gebeurt het echt. Ontwerpers als Van Noten en Demeulemeester zijn belangrijk. Ze geven mensen zin in mode.” Haar eigen favoriete designers zijn Yohji Yamamoto (“prachtige draperingen”) en Martin Margiela (“wat die man teweeggebracht heeft…”).

Rond deze tijd staat Ines Raspoort met haar zakenpartner op een beurs in de Verenigde Staten, er wordt gepraat over licenties in Japan, en half augustus organiseerde ze in Antwerpen voor het eerst een defilé voor de klanten. Allemaal doordachte stappen, de groei gebeurt gecontroleerd.

“Ik wil niet per se groot worden. Ik ben vijftig en zal niet meer, wat de pers zou noemen, de top halen. Maar in mijn ogen heb ik de top bereikt: de klanten zijn tevreden.”

Shop: I’NS, Steenhouwersvest 36, 2000 Antwerpen.

Trui Moerkerke / Portret: Lies Willaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content