Het spookbeeld van een buitenaardse invasie doet overal ter wereld records sneuvelen. ?Independence Day? verovert binnenkort ook ons land.

Patrick Duynslaegher

DE KASSA RINKELT ZOALS NOOIT voorheen met Independence Day. Deze rolprent over de invasie van buitenaardse wezens werd de afgelopen maanden in Amerika de ultieme summer blockbuster, en is aardig op weg om ook de rest van de wereld te veroveren.

In Noord-Amerika deed Independence Day er nauwelijks twintig dagen over om de magische kaap van tweehonderd miljoen dollar recette te overschrijden, iets sneller dus dan vorige recordhouder Jurassic Park. Voorlopig blijft deze Spielberg-productie de grootste box office-kampioen aller tijden, maar dat zou de komende maanden wel eens kunnen veranderen, want overal waar ID werd uitgebracht, sneuvelden er records. Over twee weken weten we of dat ook in ons land het geval is. Columbia Pictures is in ieder geval al op een stormloop voorbereid. De film wordt hier dan ook groot uitgebracht, op liefst een kleine honderd kopieƫn : geen stadje in Vlaanderenland waar nog een bioscoop overeind staat die niet in de greep zal zijn van de buitenaardse veroveraars.

Independence Day, zo genoemd naar de Amerikaanse feestdag, werd eigenaardig genoeg geregisseerd door een Duitser in Hollywood, Roland Emmerich, die het script schreef met zijn producer Dean Devlin (ze maakten eerder al Universal Soldier en Stargate). Dit gehaaide duo drijft hier de high concept-filosofie van het huidige Hollywood op de spits. ID speelt zich af in de nabije toekomst, op welgeteld drie dagen, wat meteen de klassieke structuur in drie bedrijven levert. De eerste dag begint met de invasie van de aliens die met hun gigantische vliegende schotels alle grote wereldsteden bedreigen, en eindigt met een regen van hittestralen die de megapolen in een vlammenzee verandert. Dag 2 zetten de overlevenden zich schrap, en zoeken ze naar een manier om terug te slaan. De derde dag 4 juli, feest van de Amerikaanse onafhankelijkheid bundelt de wereld haar krachten om de ellendige monsters uit het heelal te blazen.

Binnen dit simpel schema wordt dan een aantal even simplistische plots ontwikkeld, waarin een groot aantal karakters elkaar voor de voeten loopt. Zo is er Jeff Goldblum als David Levinson, een computerfreak die nu bij een kabelstation werkt, die als eerste de snode plannen van de aliens doorheeft en hun computercode kraakt. Hij leeft gescheiden van zijn vrouw Constance ( Margaret Colin), die op het Witte Huis werkt, maar de apocalyptische gebeurtenissen brengen het paar natuurlijk weer bij elkaar. De oersaaie Bill Pullman speelt de Bill Clinton-achtige president Thomas J. Whitmore, die een tijdlang besluiteloos is, maar uiteindelijk als een geboren leider uit de hoek komt en eigenhandig het eskader gevechtsvliegtuigen aanvoert dat de vijand mores leert. Goldblum moet finaal team vormen met de Afro-Amerikaanse kapitein Steven Hiller, een waaghalspiloot, gespeeld door de uitbundige zwarte Amerikaan Will Smith, bekend van de tv-serie The Fresh Prince of Bel Air.

Ondanks het budget van 71 miljoen dollar en de wat buitensporige lengte, is Independence Day in hart en ziel een B-film. Een voor onze hoogtechnologische jaren opgeblazen versie van een hysterisch SF-filmpje uit de koude oorlog.

De makers zijn inderdaad sluwe jongens die ons vergasten op een compilatie van beproefde formules. In essentie gaat het om een eigentijdse versie van de H.G. Wells-klassieker The War of the Worlds. Ze hebben daarbij handig drie populaire genres door elkaar geklutst. Ten eerste de paranoia van de SF uit de jaren vijftig, toen allerhande waarschuwende films werden gemaakt over mutaties, peulmensen en marsmannetjes angstpsychosen gevoed door het atoomtijdperk en de kruistocht tegen het communisme. Ten tweede de rampenfilm uit de jaren zeventig, toen aardbevingen, branden, desastreuze reizen per boot en per vliegtuig een ruim assortiment beroemde sterren bedreigde. U weet wel : The Towering Inferno, Airport, Earthquake en The Poseidon Adventure. Ten derde de door special effects gedomineerde spektakelfilms van de jaren negentig, als de digitale kunstgrepen ons eindelijk in staat stellen om het onvoorstelbare perfect geloofwaardig te verbeelden. Dit laatste is althans de theorie, want zo geloofwaardig zijn alle trucages in ID nu ook weer niet. Al ontbreekt het beslist niet aan imponerende beelden : vliegende schotels die zo gigantisch zijn dat ze een hele miljoenenstad overschaduwen ; een moederschip dat zo groot lijkt als de maan ; het Witte Huis dat aan flarden wordt geschoten ; Los Angeles dat in Ć©Ć©n grote barbecue verandert.

Succes in het filmbedrijf is vaak grotendeels een kwestie van timing. Wat dat betreft kon het moment niet beter gekozen zijn. Globaal gezien past dit apocalyptisch visioen perfect in het doemdenken aan de vooravond van een nieuw millennium. Meer toegespitst op de Amerikaanse consument, maakt de film dankbaar gebruik van het feit dat het beproefde Amerika zo’n jingoĆÆstische oppepper best gebruiken kan. Het hoempa-patriottisme en de roep naar een wilskrachtig Amerika passen perfect in het geforceerd euforisch klimaat van dit verkiezingsjaar.

Met het ingewikkeld vijandbeeld in de nieuwe geopolitieke structuur, grijpt ID ook terug naar simpeler tijden, toen het gevaar gewoon uit de ruimte kwam. De ironie is natuurlijk dat Spielberg van zijn troon gestoten wordt door een film die precies de tegenovergestelde boodschap predikt als zijn fabeltjes over benevolente aliens die hier op aarde alleen maar kindervreugde brengen. Anders dan bij de schepper van Close Encounters of the Third Kind en E.T., zijn de aliens hier niet langer betoverende doorschijnende wezentjes, maar slijmerige griezels waar het kwaad ook letterlijk vanaf druipt.

Na decennia waarin de bom als het absolute kwaad werd beschouwd, grijpt ID terug naar de jaren toen het atoomtijdperk nog voor positieve energie stond. Wanneer de president aan een zwaargewonde alien vraagt wat hij van ons verwacht en het sinister beestje simpelweg ?Sterven? antwoordt, repliceert de hoogste gezagsdrager met het bevel : ?Nuke the bastards !? Kreet die tijdens de enthousiaste preview die ik in New York bijwoonde op gejuich werd onthaald. Volgens sommige Amerikaanse waarnemers is ID Ć©Ć©n grote commercial voor Reagans Star Wars-raketafweersysteem, waar het militair-industrieel complex nog altijd op aast.

De film kadert ook in een hernieuwde belangstelling voor paranormale verschijnselen. Het X-Files-fenomeen is daar zeker niet vreemd aan. Intussen wemelt het op tv van de aanverwante reeksen : The Outer Limits, Unsolved Mysteries, Millennium. Terwijl we op de 21ste eeuw afstevenen, wordt in het kielzog van ID een groot aantal SF-films gemaakt en gepland waarin het spookbeeld opdoemt van een buitenaardse invasie : Mars Attacks !, Starship Troopers, Alien Resurrection, Men in Black, Sphere, en het langverwachte vervolg op Blade Runner.

De film kreeg ook een extra steuntje van de recente sensationele ontdekkingen over het bestaan van leven op Mars. Het hele gedoe leek wel georkestreerd door 20th Century Fox, de quasi zieltogende studio die dankzij het megasucces van ID plotseling weer tot de grote jongens hoort. Wat zeker ook een overwinning is voor de marketing-lieden die de briljante campagne uitdokterden waarmee Amerika drie maanden lang werd klaargestoomd voor de film.

Een andere factor in de successtory, is het feit dat ondanks honderd miljoen doden en massale destructie ID helemaal geen deprimerende bedoening is. Ofschoon de hele planeet met totale vernietiging wordt bedreigd, is ID zelfs niet eens angstaanjagend. Zoals een Amerikaanse recensent opmerkte, is dit de eerste feel-good film over het einde van de wereld. De overlevenden hebben niet eens de tijd om hun wonden te likken en hun doden te tellen, zo manhaftig zijn ze om hun raciale en etnische verschillen opzij te schuiven en te vechten voor het gemeenschappelijke goed. In zekere zin geeft ID het antwoord op de hartverscheurende smeekbede van Rodney King vlak na de onlusten in Los Angeles : ?Why can’t we all just getalong ?? Het is zeker geen toeval dat het reddende trio van samenstelling evenwichtig multicultureel is : een WASP-president, een zwarte actieheld en een joodse computerexpert.

Hoewel de finale reddingsoperatie de hele wereld behelst, lijkt ID toch in de eerste plaats een Amerikaans onderonsje. De belangrijkste locaties zijn New York, Washington en Los Angeles en de woestijn in de Southwest. Terwijl geen middelen werden gespaard om het spectaculair smelten van Manhattan zo aanschouwelijk mogelijk te maken, wordt de rest van de wereld terloops afgehaspeld in snelle nieuwsflitsen en een aantal zijsprongen naar de woestijn in Irak een paar referenties naar de Golfoorlog zijn dan ook mooi meegenomen.

ID lijkt ongewild een niet eens zo profetische allegorie over de spanning tussen het Amerikaanse filmbedrijf en de filmindustrieƫn in de rest van de wereld. Wanneer de president net voor de tegenaanval zijn resterende troepen schouwt, zegent hij hen met de belofte : ?And if we take the day, July the Fourth will no longer be just an American holiday.? Of hoe een prent over het globaal verzet tegen een buitenaardse invasie die de American way of life bedreigt, ook de bekroning is van Hollywoods culturele invasie.

Ondanks honderd miljoen doden en massale destructie (o.a. van het Witte Huis) is Independence Day helemaal geen deprimerende bedoening.

Digitale kunstgrepen verbeelden het onvoorstelbare perfect geloofwaardig. Voorbeeld : vliegende schotels die zo gigantisch zijn dat ze New York overschaduwen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content