Om het stof van zich af te blazen vroeg het 128-jaar oude accessoiremerk ‘Lancel’ aan vier jonge ontwerpers om zijn klassieker in het nieuw te steken. Tim Van Steenbergen is een van de vier. Parijs, 8 oktober, de modeweek draait op volle toeren als ik Tim Van Steenbergen in de late voormiddag ontmoet in zijn showroom, in het hartje van de Marais. De sfeer is uitgelaten, het soort ambiance na een zwaar avondje. Tim en zijn team genieten nog na van de cocktailparty die gisteravond werd aangericht door Lancel voor de heropening van de 7000 m2 grote flagshipstore aan de place de l’OpĆ©ra. “Het was echt een jetsetspektakel. Niet echt mijn ding, maar voor Ć©Ć©n avond is het wel leuk”, zegt hij met glunderende ogen. “Ongelooflijk hoe zo’n project deuren opent. Al zes seizoenen moet ik hier aan de kar trekken en nu kent plots iedereen mijn naam. Vogue heeft onmiddellijk vijf exemplaren van mijn ontwerp meegenomen. En straks is er nog de campagne met Liz Hurley. Er was trouwens veel bekend volk. De helft van de tijd wist ik niet met welke actrice ik op de foto moest. Ik ben niet zo goed in die dingen, maar heb me wel geamuseerd. En natuurlijk vloeide de champagne rijkelijk.”

Zijn collega Xavier Delcour, met een showroom aan de overkant van de straat, is nog altijd niet boven water. Laatstgenoemde nam ook deel aan het feestgedruis, wegens ook gecontacteerd door Lancel voor de restyling van het handtassenmodel uit 1987, de Elsa. Helemaal volgens zijn stijl gaf Delcour een ruige interpretatie aan de klassieker en noemde het resultaat midnight rock. Iets heel anders leverde de Franse ontwerper Erik Halley, die zich liet inspireren door de couture. Of de Turkse zusjes Yazbukey die hun model doopten met de veelzeggende naam : disco jean.

Rest nog Van Steenbergen, een oudgediende van de Antwerpse modeacademie. Het verklaart misschien waarom zijn ontwerp voor Lancel opvalt door het conceptuele uitgangspunt. Zo interpreteerde hij de opdracht om de klassieker Elsa in een nieuw kleedje te steken nogal letterlijk. “De Elsa is heel klassiek en strak van belijning. Het leek me daarom wel leuk om haar te omhullen in iets minder strak, zoals een marcel. Op die manier kun je de tas ook meenemen naar het strand”, aldus Van Steenbergen. Lachend voegt hij eraan toe : “Beschouw het als twee voor de prijs van Ć©Ć©n.”

Een mooie gedachte. Het resultaat mag er in ieder geval zijn. Tot slot vraag ik hem of we nu nog meer van dit mogen verwachten. Zijn antwoord is duidelijk : “Dit is voor herhaling vatbaar, maar dan wel binnen het kader van een project. Vergeet niet dat ik nu kon terugvallen op de knowhow van Lancel. Handtassen zijn een vak apart. Mijn collectie slorpt me op dit moment nog te veel op. Het is elk seizoen weer van nul beginnen. Ik werk niet met basisontwerpen, vertrek telkens weer van een wit blad. Elke collectie wordt opgebouwd rond verschillende thema’s, ik hou van kruisbestuiving. Zo liet ik me voor komende zomer inspireren door de overzichtstentoonstelling van Louise Bourgeois en de etnische klederdracht van de Touaregs.” Het klinkt complex, maar volgens Van Steenbergen was draagbaarheid een belangrijk criterium voor hem. “Ik heb dat moeten leren. Ik werk nog altijd vanuit een zekere nostalgie, maar weet mijn stukken beter te doseren. Het is alsof ik met deze collectie mijn weg heb gevonden. Mensen zeggen ook dat ik als ontwerper volwassen ben geworden. En nu is er ook interesse van Galeries Lafayette.” Kortom, niets dan goede vooruitzichten. Of zoals ze in Antwerpen zeggen : ” ’t Is in de sjakos !” n

Tekst Pascale Baelden

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content