Mensen die in balans zijn. Of ernaar zoeken. Tien portretten en evenveel getuigenissen over evenwicht : hoe vullen zeer verschillende individuen in hun eigen leven dit erg ruime begrip in ? Professioneel en / of privé ? Geestelijk of lichamelijk ? Letterlijk of figuurlijk zelfs ? In bomen of op de circusvloer ? Tussen gekte en mainstream ? Tien verhelderende inzichten.

Reinout Verbeke (29), wetenschapsjournalist en dichter

Reinout Verbeke : “Mijn eerste gedicht schreef ik toen ik achttien jaar was. Germaanse studeren was logisch, journalistiek daarna ook. Een job bij Eos Magazine was minder voor de hand liggend, maar het leek me een goede start. Ik zit er nu meer dan vier jaar. En ik heb intussen door dat dichters en wetenschappers veel gemeen hebben. Ze graven beiden in de realiteit. De wetenschap feitelijk, op een controleerbare manier, zodat iemand anders het onderzoek kan herhalen om te weerleggen of te bevestigen. De poëzie graaft op basis van emoties en interpretaties, ontsporend… Ze zoeken ook beide naar uitspraken die een lange houdbaarheidsdatum hebben.”

“Leonardo da Vinci was een beeldhouwer, wetenschapper, architect en schrijver, een homo universalis. Nu is er nog maar weinig kruisbestuiving. Een wetenschapper durft geen algemene uitspraken te doen over de maatschappij. Een dichter wordt niet gevraagd om over wetenschap te praten. Dat is jammer.”

“Natuurlijk sijpelt wetenschap mijn eigen gedichten binnen. Zo schreef ik eens een artikel over biosensoren, dat zijn implantaten die bijvoorbeeld je suikerspiegel meten en de gegevens meteen doorsturen naar een pc. Ik heb het beeld gebruikt in het gedicht Nanomeisje, over een koppel dat elkaars liefde constant afmeet.”

Leen Creve

Jeff Kowatch (44), kunstschilder

Jeff Kowatch : “Evenwicht is een rode draad door mijn leven, zowel fysiek als geestelijk. Als kind trachtte ik heel lang mijn evenwicht te houden door boven op een rubberen voetbal te staan. Ik hield dat behoorlijk lang uit en het bracht me in een diepe concentratie. Dat geeft je het gevoel dat de wereld helemaal stil wordt. Wat ik op school het liefst deed, was met de stoel achteroverleunen om een perfect evenwicht te bereiken. Toen ik in Californië woonde, werd ik een gedreven windsurfer, dat is ook weer een spel van evenwicht.”

“Achttien jaar geleden ging ik mediteren. Ik stond jarenlang om 5 uur op en mediteerde tot 7 uur. ’s Avonds deed ik dat nog eens van 19 uur tot 20 uur, dus zo’n drie uur per dag. Drie jaar geleden, bij de geboorte van ons zoontje Charly, ben ik gestopt met mediteren omdat ik ’s nachts niet meer kon slapen.”

“Ik realiseer me dat ik te gebalanceerd geraakte door te mediteren. Je krijgt immers het gevoel niets meer nodig te hebben en alleen op een rots te kunnen zitten boven op een berg, net als een monnik. Zo geraak je je band met de wereld kwijt.”

“Nu heb ik een ander soort evenwicht bereikt dat boeiender en dynamischer is. Ik besef dat je door even uit evenwicht te gaan een nieuwe balans bereikt. Ik zoek ook geen perfectie meer. Een schilderij dat te perfect is, wordt saai, imperfectie is zoveel boeiender. Nu ga ik als schilder helemaal op in het schilderen. Als ik schilder, schilder en schilder, dan voel ik hetzelfde soort evenwicht als toen ik mediteerde : een heerlijke ervaring !”

Piet Swimberghe

Lolita Costet (22) en Lennert Vandenbroeck (23), acrobatenkoppel

Lennert Vandenbroeck : “Toen ik in 2006 deelnam aan de toelatingsproef van circusschool Esac, wist ik dat ik porteur wilde worden, de onderman in een acrobatenkoppel. Ik moest op zoek naar een meisje dat mijn voltigeuse wilde zijn, de vliegster. Dat werd de Franse Lolita. Na drie jaar zijn we lichamelijk en mentaal op elkaar ingespeeld.”

“Een vlieger en drager hebben elk een andere job. Ik moet kracht, durf en precisie hebben om Lolita omhoog te smijten en op te vangen. Ik zoek het evenwicht en moet er alles aan doen opdat zij nooit zou vallen. Desnoods smijt ik mijn hoofd onder haar val. Een vlieger moet instructies interpreteren en zijn lichaam goed plaatsen en blokkeren. Onze trainer zegt vaak dat ik een juwelier ben die Lolita, mijn juweel, met minuscuul vakmanschap moet behandelen.”

“Vaak zien toeschouwers in ons een verliefd koppel, hoewel we geen liefdesrelatie hebben. Onze band bestaat uit intense vriendschap en blind vertrouwen, maar naast de oefenmat hebben we ruimte nodig. De toekomst ? Eerst tien maanden toeren met circus Monti, daarna willen we onder de naam Art Corps zoeken naar een handelsmerk dat ons als duo uniek maakt.”

Elke Lahousse

Bobby Dekeyser (45), oprichter van buitenmeubelenfabrikant Dedon en de Dekeyser & Friends Foundation

“Ik speelde acht jaar bij Bayern München toen ik in 1990 een zware gezichtsblessure opliep. In het ziekenhuis ontstonden plannen om een bedrijf op te richten. Ik droomde vooral van een firma met een sterke familiecultuur en hechte vriendschapsbanden, een plek waar mensen samen goede ideeën uitwerken en hun talent ontplooien. We hebben nu drieduizend werknemers en kantoren, showrooms en verkooppunten over de hele wereld, maar de basisfilosofie is dezelfde gebleven.”

“In 2006 ging ik in zee met een Amerikaanse investeerder. Voor de bedrijfscultuur was de operatie een ramp. Geld, kostenbesparing en cijfers werden belangrijker dan ideeën en emotie, en daar leed iedereen onder, ook de producten en de marketing. Drie maanden geleden heb ik het bedrijf weer helemaal in eigen handen genomen. Dat is ook eigen aan het leven : je mag niet te ver vooruit plannen, en je moet ingrijpen als het nodig is.”

“Positieve energie kun je niet artificieel opwekken. Maar het is wel mijn taak om een kader te creëren waarin mensen zich thuis voelen en vertrouwen hebben. Als dat lukt, ben ik als CEO ook gelukkiger. In die zin schuilt evenwicht in vertrouwen en vriendschap, niet in egoïsme en eigenbelang.”

“Met de Dekeyser & Friends Foundation heb ik een oude droom gerealiseerd. Via beurzen geven we jonge mensen over de hele wereld de kans om interessante en inspirerende leerervaringen op te doen, van dansstages tot ontwikkelingswerk. Hopelijk geeft het hen de moed om zelf hun dromen te verwezenlijken.”

“Het vliegtuig is mijn tweede thuis. Voortdurend in beweging zijn is ook mijn tweede natuur, want meteen na mijn geboorte in Leuven kreeg ik al met verhuizen te maken. Vaak reizen mijn echtgenote en kinderen ook mee, ik mis onze woning in Genève dus niet. Op tijd en stond wil ik me wel even afzonderen. Om na te denken over mezelf en de beslissingen die ik neem. Als CEO ben ik mijn omgeving die reflectie verschuldigd.”

Wim Denolf

Info : www.dedon.be, www.dekeyserandfriends.org.

Peter Holvoet-Hanssen (49), Antwerps stadsdichter

Peter Holvoet-Hanssen : ” Vier het touw om beter te balanceren, heet het in mijn eerste dichtbundel. Jongleren met evenwicht en onevenwicht heb ik al altijd gedaan, zowel in mijn leven als in mijn poëzie. De Holvoeten zijn afkomstig uit Kortrijk, de familie Hanssen uit Limburg. Mijn ouders kwamen elkaar in Antwerpen tegen. Twee uitersten, in álles, en ik was daar het jongste ongelukske van. ‘Zeg tegen uw moeder dat ik om zes uur mijn boterhammen wil’, droeg vader mij eens op. Ik naar de keuken. ‘Zeg dat hij ontploft’, antwoordde mijn moeder. Mijn rol was die van verbindingsofficier en dat heeft in hoge mate mijn persoonlijkheid en poëzie bepaald.”

“Als twintiger leidde ik een extreem onevenwichtig leven. De ijskast met eten was altijd leeg, die met drank altijd vol. Ik was opstandig, ten prooi aan een extreme verkenningslust. Noëlla Elpers, de vrouw van mijn leven, leerde mij opnieuw eten. Voor haar begon ik gedichten te schrijven als Holvoet-Hanssen, dat zijn dezelfde initialen als Harry Houdini. In de bundel Dwangbuis van Houdini, waarvoor ik de Debuutprijs kreeg, probeer ik op een slappe koord de overkant te bereiken. Grapjes én het noodlot in één gedicht, dat is het geluid van het leven. Intussen ben ik meer mens sana in corpore sano, ik schrijf ook heel andere poëzie nu. En toch sta ik nog altijd achter het citaat van Jean Cocteau : Soyons courageux, soyons fous. Als je te veel op veilig speelt, wordt het onveilig. Dat probeer ik ook duidelijk te maken aan de jongeren met Het Kapersnest ( poëzie- en literatuurproject van Noëlla Elpers en Peter Holvoet-Hanssen), voorlezend uit het werk van François Villon, dichter-schavuit en vagebond. Het leven is onveilig van nature. Probeer dus wat moediger te leven, wat zotter.”

“Ik word nu stadsdichter van een stad die de laatste jaren enorm opgepoetst en verfraaid is. Dat is goed, maar vaak is de ziel weg en dat is triest. En meer en meer flitspalen, straks nog in de toiletten. Een havenstad als Antwerpen, moet ook haar donkere kanten hebben, en cafés waarin matrozen zich kunnen bezatten.”

Info : www.kapersnest.be.

Linda Asselbergs

Lieve Blancquaert (46), fotografe

Lieve Blancquaert : “Landschapsfotografie laat me koud. Ik voel geen drang om me daarmee bezig te houden, en dat is genoeg om het te laten voor wat het is. Ik krijg pas energie als ik voel dat iets zinvol is. Stillevens of bloemstukken, dat is nutteloos. Mensen daarentegen, die hebben allemaal hun verhaal. Er wordt wel eens al lachend gezegd dat ik de moeder Teresa van de fotografie ben, maar zonder dat sociale engagement zou ik geen gelukkig mens zijn. Ik wil verhalen vertellen met mijn foto’s. Verhalen die de mensen raken. Dat maakt me compleet.”

“Fotografie is geen weergave van de werkelijkheid. Het is altijd de realiteit door de ogen van de fotograaf. Het is onze manier om de wereld te kaderen en orde te brengen in de chaos. Toch geloof ik dat mijn beelden dichter aansluiten bij de realiteit dan heel wat van die overbewerkte foto’s van graatmagere modellen. Dat staat gewoon heel ver af van wat ik doe.”

“Televisie is een krachtig medium. Het laat me toe op een andere manier mijn boodschap over te brengen. En dat is toch het ultieme doel : zoveel mogelijk mensen bereiken.”

Ellen De Wolf

Wim Mertens (35), boomchirurg

Wim Mertens : “Ik heb nooit in een bedrijf gewerkt. Daarvoor ga ik te graag mijn eigen gang. Ik wist ook al vroeg dat ik iets met de natuur zou gaan doen, in onze familie zit dat gewoon in de genen. Nu werk ik voortdurend in de open lucht, mag ik soms acrobatische toeren uithalen en kan ik me al eens terugtrekken in het bos met een tentje. Via een bandje en een vzw speel ik zelfs muziek en theater in de natuur, ik heb dus echt niets te klagen. Stress ? Daar heb ik last van zoals iedereen, maar door pessimisme en negativiteit laat ik me niet raken. Ik zie het genoeg bij mijn klanten, maar met klagen en piekeren schiet je niets op in het leven. Ik laat mijn hoofd ook niet snel hangen. Wat vandaag niet lukt, is voor morgen. Uiteindelijk zijn we allemaal maar een schakel in een groter geheel. Als ik later kan zeggen dat ik mijn rol hier op aarde zo goed mogelijk gespeeld heb, zou dat al mooi zijn.”

Wim Denolf

Marijke Vanseveren (50), palliatief verpleegkundige

Marijke Vanseveren : “Voor je de kamer van een patiënt binnengaat, moet je eerst je voeten vegen. Je laat je persoonlijke leefwereld achter en stelt je ten dienste van de patiënt. Natuurlijk leef je mee met hen, maar ik probeer nooit mijn emoties te tonen. Daar zijn zij immers niet mee geholpen.”

“Ik doe mijn werk graag, al klinkt dat misschien raar als het over stervensbegeleiding gaat. Toch wordt er op onze afdeling heel wat afgelachen, ook samen met de patiënten. We praten heel open over de dood, maar ook over gewone, alledaagse dingen. Het geeft me voldoening als ik iemand waardig naar de dood kan begeleiden, net zoals hij geleefd heeft.”

“Na mijn werk maak ik handleidingen en patronen voor porseleinen popjes. Omdat het erg minutieus werk is, word ik gedwongen om me enkel daarop te concentreren en even alles te vergeten. Die creatieve uitlaatklep heb ik nodig om mijn leven in evenwicht te houden. Het laat me toe om alles een plaats te geven.”

“Dit werk vereist toch enige levenservaring. Als je zelf al iemand hebt verloren, herken je het verdriet van de familie. Je weet hoe ze zich voelen en kunt hen ook beter begeleiden.”

Ellen De Wolf

Paul Allaerts (45), scheidsrechter en bankmanager

Paul Allaerts : “Een scheidsrechter is de moderator van een wedstrijd. Je moet op voorhand het belang van de match kunnen inschatten en de spelregels duidelijk vastleggen. Daarna is het een kwestie van het evenwicht te bewaren. Houd je de touwtjes stevig in handig en fluit je iedere fase of geef je de spelers meer vrijheid om door te spelen. Jij bepaalt mee hoe er gevoetbald wordt.”

“Als niemand na de wedstrijd weet wie de scheidsrechter was, dan heb je een goede wedstrijd gefloten. Toch kun je dan niet op je lauweren gaan rusten. Een scheidsrechter moet iedere wedstrijd in topvorm zijn. Wat je vorige match deed, is niet meer van belang.”

“Voetbal is meer dan de wedstrijd die je moet fluiten. Je moet ook leren omgaan met het bestuur, de trainer, het publiek en de media. Vooral de aanwezigheid van televisiecamera’s naast het veld maakt de mentale belasting groot.”

“Er is altijd polemiek rond scheidsrechters geweest. Alleen wordt die vaak uitvergroot door de media. Ik lees dan ook zo weinig mogelijk kranten. Kritiek kun je toch niet veranderen. Dan steek ik liever mijn energie in dingen waar ik een invloed op heb.”

Ellen De Wolf

Portretten Rob Walbers

“Jarenlang mediteerde ik drie uur per dag. Maar geraakte daardoor een beetje de band met de wereld kwijt.”

Lennert Vandenbroeck : “Ik ben de drager en moet er alles aan doen om haar niet te laten vallen. Desnoods smijt ik mijn hoofd eronder.”

“Ik wil verhalen vertellen met mijn foto’s. Verhalen die mensen raken. Dat maakt me compleet.”

“Via een bandje en een vzw speel ik zelfs muziek en theater in de natuur, ik heb dus echt niets te klagen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content