Nauwkeurig bedachte maar sobere ontwerpen, daarmee kreeg Maarten Van Severen internationale faam. Hij heeft een zitbank in productie bij Edra, een stoel bij Vitra, een tafel bij Bulo, een verlichtingslijn bij Light. En een eigen collectie die uit zijn atelier barst.

In het atelier van Maarten Van Severen staan houten tafels op verzending te wachten. Twee mannen werken aan een aluminium meubel en Maarten legt de laatste hand aan een kast. Ik loop door naar het kantoor, waar zijn vrouw Marij De Brabander achter de computer zit. Het is er een puinhoop, overal liggen papieren, publicaties, plannen en dia’s. Marij volgt mijn blik, raadt mijn gedachten en zegt: “Wij moeten dringend iemand hebben die zich fulltime met de administratie bezighoudt. Het groeit ons hier boven het hoofd.”

Ik denk terug aan de tijd toen ze nog naast het atelier woonden, in hun huis met de prachtige wenteltrap. Toen Maarten alleen bij Surplus zijn tafels verkocht, en de rest van de wereld zijn naam nog niet kende. Toen was er nog geen kantoor, en het weinige administratieve werk werd thuis aan de keukentafel gedaan.

Nu toont hij me de foto’s van zijn internationaal gerenommeerd werk. Zowel van de meubels als van de projecten. Een inrichting van een huis in Bordeaux gebouwd door Rem Koolhaas, de directiesalons, de inkom en de galerie Mercator van de verzekeringsmaatschappij Mercator&Noordstar. Hij laat toonaangevende architectuurbladen zien die het over zijn werk hebben. Ook in de Vogue Homme verscheen een mooie reportage over hem. Deze Belg ligt zonder twijfel goed in de markt.

Om het nuttige aan het aangename te koppelen, trekken we met ons drieƫn naar een Gents restaurant, en wat als interview op de agenda stond, wordt een gezellige lunch. Marij en Maarten nemen het woord, ze discussiƫren onderling, en hebben vooral plezier om de verhalen achter de toch wel serieuze ontwerpen van Maarten.

Marij begint met wat niet over haar man geschreven moet worden: dat hij veel drinkt en rookt. Omdat, zo luidt het, iedereen dat al geschreven heeft. Tijdens de lunch rookt van Severen met mate en houdt hij het bij Ć©Ć©n glaasje witte wijn. Van excessen kan niet gesproken worden, en dat hij te veel rookt of drankzuchtig zou zijn, wordt hier dus niet geschreven.

Waar we het wel over hebben, is over de laatste meubelbeurs in Milaan, waar tussen de collectie van Edra de helblauwe zetel van Maarten te kijk stond. Terwijl het grote publiek ondertussen vertrouwd is met zijn sobere houten en aluminium meubels, is deze bank toch wel choquerend anders. “Omdat het een ander materiaal is. Maar wat de vorm betreft, hangt dit meubel heel nauw samen met de rest van mijn ontwerpen. De kleur is misschien verrassend, maar de kunststof vraagt om een opvallende tint. We hebben de sofa aanvankelijk ook in het zwart gemaakt, maar die was niet mooi. Het materiaal geeft op zich geen kleur, je moet er dus iets anders mee doen. Wij kozen voor hemelsblauw. Dat heeft iets surrealistisch. Het is net een zwembad of een stukje hemel in huis.”

Binnenkort is de zitbank ook in wit en fosforgroen te krijgen. “Dan moet je ’s avonds geen lampen meer aansteken”, voegt Marij eraan toe. “Van zodra het ding vol licht zit, ben je wel voor een uur zoet. Zelfs al kom je stomdronken thuis, je vindt je zetel ongetwijfeld.” “Bij het ontwerp ben ik vertrokken van een bed”, zegt Maarten. “Een twijfelaar. Het is de bedoeling dat je er comfortabel op kunt slapen, en in de andere richting kan je er makkelijk met zijn vieren op liggen. Een ander voordeel is dat je er je glas op kan zetten terwijl je erin ligt. De kunststof geeft voldoende mee om je lichaam te ondersteunen, maar de rest van de zetel blijft onvervormd.

Het mooie aan de bank is de print, de indruk die achterblijft nadat je erop gezeten of gelegen hebt. De afdruk van een hand, een voet, je voelt er een menselijke handeling in. Dat is trouwens iets wat al mijn meubels hebben. Mijn houten tafels zijn niet bewerkt. Je kan het hout nog ruiken en voelen. Ze dragen geleidelijk aan de sporen van het leven. De krassen, de vlekken horen erbij, ze vertellen het verhaal van de mensen die rond de tafel wonen.”

“Het heeft ook met sensualiteit te maken”, voegt Marij eraan toe. “Toen ik Maarten leerde kennen, viel het mij op dat hij steeds dingen aanraakt. Dat graag voelen van materialen komt tot uiting in zijn werk.”

Maarten: “Ik zie dat andere mensen ook geneigd zijn mijn meubels te betasten. Die zin voor sensualiteit en materiaalkeuze wordt dus duidelijk overgebracht. Op de laatste Interieurbeurs in Kortrijk viel het op hoeveel mensen zich op die bank hebben gezet. Ook kinderen, die zelfs de prijs kwamen vragen, omdat ze zo’n meubel in hun kamer wilden. Dat is toch fantastisch. Over het algemeen gaan mensen op meubelbeurzen niet zo snel op een zetel zitten. Op onze stand gebeurde dat wel.

Ik heb altijd meubels willen maken die blijven fascineren. De houten tafel maakte ik acht jaar geleden voor het eerst, en ze verkoopt steeds beter. Ik ben altijd zeer koppig geweest, heb nooit concessies gedaan, en na al die jaren kan ik daar de vruchten van plukken.”

Maar waarom maakt Van Severen meubels terwijl hij een architectuuropleiding heeft genoten? “Als kind was ik vastbesloten om architect te worden. Maar toen ik op een architectenbureau aan het werk was, merkte ik al snel dat het maken van maquettes en het werken op schaal niet echt aan mij besteed is. Nu werk ik op schaal 1/1 en dat ligt mij veel beter. Het heeft vooral te maken met mijn fascinatie voor het maken van dingen. Het bedenken en uiteindelijk zelf maken van het meubilair voor ons eigen huis was de directe aanleiding om die meubels te gaan verkopen en met ontwerpen verder te gaan.”

“We hadden thuis niets”, vervolgt Marij. “En toen Maarten kasten en een tafel had gemaakt, besloot hij bij Surplus tentoon te stellen. En daar gingen mijn meubels weer.”

Na zijn eerste tentoonstelling is Van Severen vastberaden en op eigen tempo blijven doorgaan. Nadat er vijf jaar geleden een samenwerking kwam met het Zwitserse Vitra om zijn stoel in productie te brengen, hield hij andere producenten op een afstand. “De vraag was groot, maar waarom met een ander bedrijf in zee gaan terwijl ik met Vitra aan het onderhandelen was? Later had het met loyauteit tegenover dit bedrijf te maken. Nu de stoel er eindelijk is, heb ik een duidelijker zicht op wat er voor welk bedrijf gemaakt kan worden. De blauwe zetel bijvoorbeeld past perfect in de collectie van Edra. Voor Bulo heb ik dit jaar de schraag ontworpen, een tafel op schragen. Het idee paste ik al in 1995 toe op een tentoonstelling in Amsterdam. Ik heb er verder jaren niets mee gedaan, en toen ik enkele maanden geleden met Dirk Busschop van Bulo in zijn kelder een fles rode wijn ging uitzoeken, daagde het mij dat de schragentafel precies iets voor hem was. We hebben de handen in elkaar geslagen en ik ben zeer tevreden over het resultaat. De poten kunnen opgeklapt worden en opgeborgen in een draagbare koker. Je kan de tafel met blad kopen, maar ook zonder. Het is een werktafel voor mobiele mensen.

Soms moet je de dingen de tijd laten om te ontstaan. Het eindproduct is vaak anders dan wat ik aanvankelijk bedacht. Het gaat ook over keuzen maken, waardoor iets een andere wending kan krijgen. De sofa bijvoorbeeld verschilt van hoe hij initieel in mijn hoofd zat. Er zijn altijd heel veel invloeden van buitenaf die het uiteindelijke ontwerp mee helpen maken. Zo hadden William Flips en BenoƮt op een dag een paar zetels uit peperkoek gesneden. Ik hield van die materie: dat harde en toch poreuze, en ik ben gaan zoeken naar een materiaal dat dat beeld oproept. De kunststof waarmee ik ben gaan werken, heeft mee de vorm bepaald. Bij een tafel gaat het in de eerste plaats om constructie, bij een chaise longue is het de vormgeving die primeert, en bij de sofa speelde het materiaal een bepalende rol.

Soms ontwerp ik meubels voor een specifieke ruimte, zoals in Bordeaux. Sinds de publicaties vraagt men mij voortdurend naar de prijs van een boekenwand zoals ze daar is gebouwd. Ik kan daar onmogelijk een antwoord op geven. Dat ontwerp maakt deel uit van de architectuur, het is geen losstaand meubel. Wat niet wegneemt dat ik in de toekomst misschien een analoog meubel maak in dezelfde materialen en dat in mijn collectie opneem. Uiteindelijk hebben alle ontwerpen met ruimte, constructie, materiaal, kunst en vooral met het leven te maken.”

Kunst doet onmiddellijk denken aan Dan Van Severen, de vader van Maarten, die hem ongetwijfeld in zijn werk heeft beĆÆnvloed. “Hoe je als kind opgroeit, is bepalend voor je verdere leven. Er werd ons geleerd om met de dingen die we vonden zelf iets te doen. Mijn allereerste ervaring met metaal was het vijlen van de zinken en koperen platen, voor de etsen van mijn vader. Hij heeft trouwens zelf meubels gemaakt: een salontafel, een zetel en een bibliotheek. Tijdens mijn studies heb ik de bibliotheek afgebroken om een nieuw meubel te maken. Dat was een enorme ervaring. Mijn vader was erg gehecht aan zijn bibliotheek, en toch mocht ik er iets anders mee doen. Wat ik er uiteindelijk van gemaakt heb, was zoveel slechter dan het meubel van mijn vader, maar dat heb ik pas jaren later beseft. Zijn atelier heeft me ook altijd geĆÆntrigeerd. Wanneer ik er binnenkwam, hing er naar mijn gevoel steeds een heel sterke concentratie. Daarom, denk ik, is een atelier voor mij ook zo belangrijk. Ik wil leven tussen mijn werk.”

“Tussen de prototypes, maar toch niet langer tussen de productie?” vraagt Marij. “Voor de duizendste keer een las leggen op een tafel, dat heeft toch geen zin meer?” “Nee,” zegt Maarten, “maar het is zeer belangrijk dat het er geweest is om bepaalde inzichten te krijgen. Nu ben ik aan het onderhandelen om de productie van de eigen collectie uit te besteden. Er zijn te veel zaken waar ik mee bezig ben. Naast het ontwerpen nemen de architectuuropdrachten zeer veel tijd.”

In Antwerpen, tegenover deSingel, verbouwde Van Severen vorig jaar de galerie en de directiesalons van Mercator&Noordstar. Vooral de privƩ-vertrekken spreken tot de verbeelding. Maarten bouwde er kamers boordevol sfeer. Naakte ruimtes waarbij de architectuur voor zich spreekt. Net zoals bij zijn meubels is de architectuur aangrijpend sober. Terwijl er zo goed als niets staat, raak je doordrongen van emoties. Het evenwicht tussen structuur, doorzicht, meubels en kunst laat niemand koud en vraagt om meer.

“Voor het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst in Gent heb ik de balie ontworpen. Nu volgen nog de hal, de bibliotheek, de vestiaire en de bookshop.” Over andere architectuuropdrachten wil hij het niet hebben. Alleen komen we nog te weten dat hij ook met Obumex in zee is gegaan. Maar wat hij voor deze Belgische fabrikant gaat ontwerpen, blijft voorlopig geheim. “Het belangrijkste is dat ik zelf kan beslissen wat ik doe. Vroeger moest ik soms minder interessante opdrachten aanvaarden uit geldgebrek. Nu is het probleem dat ik te veel werk heb. Het wordt tijd dat ik opnieuw vrijheid voor mezelf organiseer. Ik kan verschillende dingen samen doen, maar niet zoveel als nu. Een aantal zaken zullen voortaan uitbesteed worden.”

Dat betekent dat er betere tijden op til zijn. Niet alleen voor Van Severen, maar ook voor zijn fans, die in de toekomst, laten we hopen, geen maanden meer op hun meubel moeten wachten. En wie weet niet alleen een tafel, maar ook een huis bij hem kunnen bestellen.

Hilde Bouchez / Foto’s Bart Van Leuven

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content