Raf Simons heeft een turbulent half jaar achter de rug. ‘Het was een hel, een hel. Maar ik ben blij dat ik mijn lot opnieuw in eigen handen heb.’

Ik sta er nog.” In januari nam Raf Simons afscheid van zijn zakenpartner van de voorbije zes jaar, een Italiaans bedrijf dat de verkoop, productie en distributie van de collecties van Simons voor zich nam. Of althans verondersteld werd dat te doen. Er worden in de textielindustrie wel vaker allianties gesloten die slecht aflopen. De fabrikant blijkt een bandiet. De ontwerper kijkt té vaak té diep in het glas. Of de economie gooit roet in het eten. Maar het nieuws van het gebroken huwelijk van Raf Simons kreeg extra resonantie. Misschien omdat Simons, die behalve voor zijn eigen lijn, ook verantwoordelijk is voor de vrouwen- en mannencollecties van Jil Sander in Milaan, beschouwd wordt als een van de invloedrijkste ontwerpers in de hele sector. Als het slecht gaat met Simons, dan gaat het slecht met de mode. Maar dat is dus niet het geval, zegt hij, bijna zes maanden later, in de showroom waar hij zijn collectie voor zomer 2012 tracht te verkopen aan buyers van winkels uit de hele wereld.

“Er is in de winter vrij veel gespeculeerd in de pers, ook door jullie. We zijn niet out of business. We hebben een eind gemaakt aan een slecht huwelijk, dat wel.” Toen Raf Simons in zee ging met Futurepresent in Italië was de afspraak dat Simons en zijn team alleen nog de collecties zouden ontwerpen. “Het bedrijf heeft zich nooit aan zijn verplichtingen gehouden. Het laatste jaar is alles geëscaleerd. Klanten werden niet betaald, er liep van alles mis met de leveringen. Nu kan iedereen al eens miserie hebben, maar dan moet je communiceren. Zij namen de telefoon niet eens meer op. Ik had een contract van tien jaar. Ik kon niet meer ademen. Het komt allemaal goed, zei de eigenaar. Maar het kwam niet goed en ik kon het niet langer aan. Ik heb er advocaten bijgehaald, en we hebben het contract laten verbreken. Dat kon, precies omdat hij zijn verplichtingen niet nakwam.”

Simons wil liever niet alle details in de pers. De banden zijn officieel verbroken, dat volstaat. “Ik moet nu even een bittere pil doorslikken. Maar ik ben vooral blij dat het allemaal achter de rug is. Dat ik mijn lot weer in eigen handen heb.”

Een hel, een hel

Voorlopig zet hij zijn label alleen verder (of tenminste : met zijn klein team in Antwerpen). Hij zegt dat hij dat aankan, al hoeft die situatie nu ook geen jaren aan te slepen. “Het is een heel heavy seizoen geweest. Een hel, een hel. De show in januari wilden we absoluut laten doorgaan. Alles was klaar. Maar ik kon niets doen voor ik een officieel akkoord kreeg van mijn advocaten. Dat heeft aangesleept tot drie dagen voor het defilé. Alleen al het samenstellen van de looks voor een show duurt doorgaans vijf, zes dagen. Dit keer had ik anderhalve dag. Ik weet nu dat het sneller kan. De verkoop is in Parijs niet kunnen doorgaan. We waren daar toen niet voor gestructureerd. Uiteindelijk hebben we een maand later verkocht, tijdens de modeweek van New York.”

Een eigen vrouwencollectie

Wanneer we Simons in juni ontmoeten, heeft hij net zijn tweede show onder eigen bewind achter de rug. “Een échte show”, benadrukt hij. “Geen goedkoop presentatietje met een video.” Hij verkoopt ook opnieuw in Parijs. Met succes : “Al onze trouwe klanten zijn gekomen.” Hij blijft voorlopig zijn eigen baas. “Je moet je voorstellen : je bent zes jaar met iemand getrouwd geweest en dan ga je scheiden. Dan wil je ’s anderendaags toch niet opnieuw trouwen ? Ik ga nu eerst goed nadenken. Daar heb ik tot nu toe geen tijd voor gehad.” Hij heeft meer behoefte aan een efficiënte bedrijfsstructuur dan aan veel geld. Hij vertelt dat hij al vijftien jaar overeind blijft met relatief beperkte middelen. Structuur is troef. “Zeker nu alles zo versneld is in de mode.” Zijn beslissing zal van een aantal zaken afhangen. “Bijvoorbeeld : wanneer begin ik met een vrouwencollectie ? Na vijf, zes jaar bij Jil wordt dat een aantrekkelijke gedachte.”

Van Jil Sander gesproken : hoe lang blijft hij daar nog aan het roer ? De naam van Simons werd het voorbije jaar vaak geciteerd als er bij een of ander groot huis een ontwerper moest worden vervangen, en zijn contract bij Jil Sander verliep onlangs. “We hebben voorlopig een mondelinge afspraak dat het bestaande contract voor onbepaalde tijd wordt verlengd. Ik kan eerlijk zeggen dat ik bereid was om bij te tekenen voor een korte termijn. Ik heb Jil Sander twee keer drie jaar gedaan. Nog eens drie jaar erbij, zag ik niet zitten. Ik hou van dat merk. I love it. De dialoog met mijn publiek is ontzettend intens. We zullen zien. Ik moet je natuurlijk niet vertellen dat er veel aan het gebeuren is in de modewereld. Veel bedrijven zijn in need.”

Is hij gevraagd door andere merken ? “Ja, ja.” Maar, zegt hij, de managers van de grote merken staan op dit moment doodsangsten uit. Niemand wil de verkeerde beslissing nemen. “Ik begrijp dat. Jil was, achteraf beschouwd, een heel goede beslissing. Het is een mooi parcours geweest, en ik kan ook nog verder, vind ik. Maar ik heb er een dubbel gevoel bij. Je stopt enorm veel energie in zo’n merk. Kan ik die energie niet beter volledig in mijn eigen label investeren ? Of wil ik toch twee dingen blijven doen ? Ik heb enorm veel geleerd van de ervaringen met Jil, en ik heb dit jaar ook zeer veel hulp gekregen van de advocaten daar. Ik ben maar een simpel mannetje. Op dit niveau kun je niet alles controleren. You have to let go. Ik zit de helft van de tijd in Milaan, de helft van de tijd in Antwerpen. Collecties, collecties, collecties : ik denk aan niets anders. Maar dat kun je alleen doen als je iemand hebt die zich over de rest ontfermt.” Zoals Yves Saint Laurent en Pierre Bergé ? “Het idee dat je met zijn tweeën een bedrijf leidt, spreekt me aan. Maar je kunt dat niet forceren.”

Zin in mode

In het jaar 2000 is Simons een jaar uit de mode gestapt. Hij heeft toen twee collecties overgeslagen. “Ik had op dat moment een problematische relatie met mode”, zegt hij. “Ik wil, ik wil niet, ik wil, ik wil niet. Alles was te snel gegaan. Ik twijfelde enorm. Ik kwam van niets. Plotseling had ik zeventien mensen in dienst. Ik zag mezelf niet Dries (Van Noten) of Ann (Demeulemeester) achterna gaan. Ik wilde een creatief bureautje. Ik had geen goesting meer. Ik ben gestopt. Vier mensen heb ik op de loonlijst gehouden om iets creatiefs te gaan doen. En na enkele maanden ben ik alles heel erg gaan missen.” Hij heeft de draad uiteindelijk weer opgepikt. Eerst met de Belgische fabrikant Marc Gysemans, daarna met de Italianen.

Heeft hij dit keer aan stoppen gedacht ? “Neen. Ik heb er zin in. Enorm. En let wel : ik heb nooit een collectie gemaakt tegen mijn zin. Op het laatst werden ze een soort uitlaatklep. Ik was zo kwaad. Ik dacht : het kan me nu echt niets meer schelen hoeveel je verkoopt, ik doe gewoon wat ik wil.’ (De collectie voor komende zomer is, naar zijn normen, hapklaar : “Ik wilde echt iets doen voor mijn trouwe klanten, ik heb het hen niet altijd gemakkelijk gemaakt.”)

Methodes uit de nineties

De mannenmode, zegt Simons, gaat door een problematische periode. Dat heeft niet noodzakelijk iets met economie te maken. “De mensen willen weer kopen. Maar er is gewoon weinig échte mode. Veel mooie kleren, dat wel. Ik vind dat er nog heel weinig individualisme is in de mode. Ik vind het mooi als iets authentiek blijft. Een Ann Demeulemeester, die doet haar eigen ding, en dat is schoon. Dan heb je een hele garde die dat zit te kopiëren. Dat mag nu ook, en dat is een groot verschil met pakweg twintig jaar geleden.”

“Ik word daar niet kwaad over. Maar het doet me wel nadenken. Ik heb altijd gezegd : als ik het niet meer zie zitten, stap ik er onmiddellijk uit. It’s boiling like hell. Alles evolueert enorm snel. Business en communicatie krijgen nu vaak prioriteit. De essentie van een ontwerper wordt soms naar de achtergrond geschoven. En dat is niet oninteressant. Jil zou niet geworden zijn wat het label nu is als ik die evolutie niet had aanvaard. Dan zouden we nog altijd dezelfde minimalistische kleren maken. Ik vind dat minimalisme nog altijd mooi. Maar bij Jil heb ik snel gemerkt dat de methodes van de nineties niet meer werken in de eenentwintigste eeuw. Je kunt de mensen geen stijl meer opdringen. Altijd hetzelfde doen, en daarmee aan de top trachten te blijven. Als je een turn-over hebt van het niveau van Jil Sander, dan moet je rekening houden met je publiek.”

“Eind de jaren negentig was het voor mij heel duidelijk dat de industrie evolueerde naar een accessoirebusiness. Jil zelf wou daar niet aan toegeven. En toen ze uiteindelijk wel toegaf, en haar bedrijf verkocht aan Bertelli (CEO van Prada), ging ze ruziemaken. Je kunt niet trouwen met Prada en zeggen : ik wil geen schoenen of tassen maken. Dat gaat niet. Het was mijn missie om het label open te trekken. De mensen linken zich niet meer aan één brand. Ik heb ontzettend veel bewondering voor Miuccia Prada. Zij gelooft niet dat je twee decennia na elkaar een bepaalde formule door de strot van het publiek kunt blijven rammen. En ik geloof dat ze precies daarom zo succesvol is.”

DOOR JESSE BROUNS . PORTRET GUY KOKKEN . FOTO’S CATWALKPICTURES

“It’s boiling like hell. Business en communicatie krijgen nu vaak prioriteit. De essentie van een ontwerper verschuift naar de achtergrond.”

“Je kunt de mensen geen stijl meer opdringen, altijd hetzelfde doen, en toch aan de top trachten te blijven.”

“De mannenmode beleeft een problematische periode. Dat heeft niet per se iets met economie te maken. Er is gewoon weinig échte mode.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content