‘Ik heb maar één moeder, waarom zou ik haar blijven wegduwen?’

© Filip Naudts

Joni De Moor (21) groeide op in twee pleeggezinnen nadat haar ouders uit elkaar gingen en haar moeder in de armoede belandde. Ondanks haar jeugdtrauma’s en een tijdelijke breuk met haar moeder hebben de twee vandaag weer een goede band. Joni woont zelfstandig, onder begeleiding, en studeert orthopedagogie.

“Op mijn elfde zijn mijn ouders gescheiden. Mijn vader had een alcoholprobleem en daardoor ook een agressieprobleem waar moeder vaak het slachtoffer van was. Uit veiligheid voor haar vijf kinderen is mijn mama bij hem weggegaan. Ze was toen zwanger van mijn kleinste zus, die twaalf jaar jonger is dan ik. Omdat mijn vader niet naar ons omkeek en mama er niet in slaagde om in haar eentje rond te komen, zaten we thuis geregeld zonder elektriciteit of verwarming. Vaak aten mijn broer, zussen en ik op school droge cornflakes als lunch. Geregeld gingen we bij de buren slapen of douchen, als thuis het gas weer eens was afgesloten. Het was de buurvrouw die de jeugdbescherming op de hoogte bracht van onze situatie.

‘Mijn moeder vertelde hoeveel spijt ze had van wat ons overkomen was. Sindsdien is onze band weer beginnen te groeien’ Joni De Moor

Toen ik veertien was, net na mijn examens, zijn we in een pleeggezin geplaatst. Dat gebeurde op 16 december, ik herinner het mij nog goed. Ik was kapot van verdriet, vooral omdat ik afscheid moest nemen van mijn jongste zus, die toen twee was. Zij werd opgenomen in de leefgroep van een jeugdcentrum. Ik had twee jaar voor haar gezorgd, zij was mijn buddy, de eerste persoon in ons gezin met wie ik echt close was. Door onze scheiding liep ik een hechtingstrauma op, iets wat veel pleegkinderen hebben. Maar volgens mijn psycholoog heb ik verschillende trauma’s. Er was die keer dat ik als elfjarige mijn moeder redde van een CO2-vergiftiging. Ik heb mijn buurjongen uit een raam zien vallen en verschillende suïcidepogingen meegemaakt, ook van mijn beste vriend. Het gevolg is dat ik ’s nachts, als ik slaap, mijn emoties niet meer kan verwerken. Ik probeerde al EMDR-therapie, maar die was zo zwaar dat ik het opgaf. Een jaar therapie zou niet genoeg zijn om te verwerken wat ik heb meegemaakt.

De opname in een pleeggezin was enerzijds een opluchting. Ik dacht eindelijk hetzelfde leven te krijgen als mijn klasgenoten. Ik was ook blij dat ik samen mocht blijven met een van mijn andere zussen. Anderzijds voelde het raar om niet meer bij mijn moeder te zijn. Op school durfde ik niets te vertellen, ik wilde geen medelijden. Mijn moeder bleef ik om de twee weken zien, tot het emotioneel te zwaar werd. Ik voelde woede en verdriet omdat ik geen normale jeugd had. Aan de jeugdrechtbank vroegen mijn zussen en ik om het contact met onze moeder tijdelijk te verbreken. Ik heb haar een jaar niet gezien.

Helaas kon ik ook mijn pleeggezin niet als een veilige plek ervaren. Mijn pleegmoeder begon ook slecht te praten over mijn oma en moeder. Eerst geloofde ik haar, tot ik ernaar begon te verlangen om weer contact te hebben met mijn moeder. Ik heb er tenslotte maar één, waarom zou ik haar blijven wegduwen? Toen ik op een dag werd aangereden door een auto, belde ik niet mijn pleegouders op, maar mijn moeder. Die liet alles vallen en kwam naar het ziekenhuis. Dat betekende heel veel voor mij. Ze vertelde hoeveel spijt ze had van wat ons overkomen was en sindsdien is onze band weer beginnen te groeien. Toen ik alleen ging wonen, heb ik veel steun gehad aan mijn moeder. Ik heb haar vergeven voor wat ons is overkomen omdat ze nooit kwade intenties had. Ik besef dat ze zichzelf ook vaak wegcijferde voor haar kinderen, maar de middelen niet had om uit de vicieuze cirkel te breken. Ik heb ook mezelf vergeven. Ik heb lang een schuldgevoel gehad en gedacht dat ons gezin bijeen had kunnen blijven als ik beter voor mijn zussen had gezorgd.

Ik weet dat ik er nog niet ben, maar ik ben vastberaden om iets van mijn leven te maken. Ik wil graag in de jeugdzorg werken en was blij toen ik de jaarlijkse Prijs van de Jeugdhulp won voor een toolbox die ik samen met andere pleegkinderen had ontworpen om jongeren beter voor te bereiden op hun eerste verschijning bij de jeugdrechter. Soms denk ik dat ik voor geen geld een normaal leven had willen hebben. Ik zou niet staan waar ik nu sta. Mijn levenservaring geeft me zoveel kracht.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content