Sommigen schilderen hem af als een excentrieke oude man met een buitenproportioneel zelfbeeld, maar de kranige tachtiger heeft ze nog allemaal goed op een rij. Een pittig gesprek met een modemonument, Pierre Cardin.

Nadat hij als ontwerper zijn stempel had gedrukt op de jaren zestig, bouwde Pierre Cardin de daaropvolgende decennia zijn imperium wereldwijd uit, met de meest uiteenlopende activiteiten. Van licenties op braadpannen tot de overname van Maxim’s begin jaren tachtig. Het is in het kader van dat laatste dat ik hem ontmoet op de Grote Markt in Brussel. Een uurtje voor de cocktail die georganiseerd wordt naar aanleiding van de heropening van de Belgische vestiging van Maxim’s.

In de jaren zestig veroorzaakten uw ontwerpen een revolutie in het modebeeld. En vandaag duiken ze weer op in de collecties van jonge ontwerpers. Beschouwt u dat als een compliment ?

Inderdaad, in de mode heb ik alles wat ik ooit op een ander geleerd had ter discussie gesteld en zodoende heb ik mijn hele generatie verstomd met een stijl die vandaag nog vaak gekopieerd wordt. Mij interesseerde vooral de kosmos, satellieten. Alles wat verband hield met lasers, computers, moderne wetenschap. Toch werden mijn ontwerpen in die tijd niet overal warm onthaald, omdat toen alles nog in het teken stond van de draagbaarheid. Maar vandaag hebben alle musea, van het V&A in Londen tot het Metropolitan in New York, interesse. En vind ik in de collecties van vandaag terug wat ik veertig jaar geleden ontworpen heb.

Ik zie het veeleer als een zoete wraak. Het is een beetje gek dat mijn stijl destijds niet gesmaakt werd en nu plots alle erkentelijkheid krijgt. Dat geeft me wel voldoening. Uiteindelijk kopieert men wat men bewondert. Niet altijd even aangenaam voor de ontwerper die gekopieerd wordt, maar in feite is het een teken van erkenning. Dus ik ben tevreden.

Als men spreekt over de Space Age wordt uw naam altijd in één adem genoemd met André Courrèges en Paco Rabanne…

Inderdaad, we braken door in dezelfde periode, en hadden trouwens alle drie ongeveer dezelfde leeftijd.

Hebt u nog contact met hen ?

’t Is te zeggen… Zij zijn erg moe, terwijl ik, zoals u ziet, nog redelijk actief ben. De ene moet revalideren van een ( brabbelt iets zo onverstaanbaar mogelijk) en de andere is ook ziek. Ze hebben af te rekenen met ouderdomskwaaltjes, wat op zich normaal is voor tachtigers. Ik ben een fenomeen. Omdat ik altijd aan het werk ben gebleven. Ik heb nog altijd mijn hoofd erbij, mijn benen en mijn lichaam en al mijn activiteiten. Maar zij, zij hadden alleen de mode.

Dus de sleutel tot een goede gezondheid is…

Werk ! Voila !

En het feit dat uw interessesfeer tot ver buiten de mode reikte.

Ja, ik ben ambassadeur van Unesco, en gevraagd als lid van de Académie Française. Verder run ik mijn fabrieken, theaters en restaurants. Daardoor heb ik nog wél een bestaansreden. Want na zestig jaar mode treedt er een zekere ontmoediging in. Misschien gelooft men er zelf ook niet meer in. Men herkent zich niet meer in de reflectie van de jeugd. En dan is er de nostalgie. Het succes was snel, maar heeft niet lang geduurd. Einde van het sprookje. Maar bij mij is dat anders.

Inderdaad, u staat aan het hoofd van een imperium.

Correct. Het is redelijk groot, over de hele wereld.

U wordt wel eens megalomanie verweten.

Luister. Eigenlijk was het mijn ambitie om acteur of danser te worden. En ik ben daar op briljante wijze geslaagd. Op mijn twintigste stond ik al in contact met de groten van die tijd zoals Cocteau,… ( mompelt een opsomming van namen). Daarna kwam mijn periode bij Dior. Er bestonden toen nog geen formele opleidingen. Bovendien werkte ik met de numberones uit theater en de cinema. Zodoende heb ik een heel andere mentaliteit ontwikkeld dan de jonge ontwerpers van vandaag. Vandaar dat ik ook altijd onafhankelijk gebleven. Toen was het mijnheer Tussac, vandaag is het mijnheer Arnault en Pinault. Maar ik ben voor honderd procent eigenaar van mijn zaken, wereldwijd. Totale vrijheid. Morgen kan ik mijn boeltje sluiten of iets heel anders gaan doen. Ik heb geen enkele verplichting.

Is het de drang naar vrijheid die u zover gedreven heeft ?

Ja, om altijd te kunnen doen wat ik zelf wou. Ik ben erin geslaagd om mezelf te onderhouden. Toen ik tijdens mijn jeugd voor het Rode Kruis werkte, heb ik het één en ander geleerd over boekhouding. Dat heeft me enorm geholpen.

In de eerste plaats bent u zakenman, pas dan ontwerper ?

Dat moet wel. Lees de kranten maar. Er is genoeg jong talent, maar slechts weinigen halen het. Gisteravond heb ik nog gedineerd met Herman Tito, of zoiets. Een belangrijke man in de Belgische uitgeverswereld ( het blijkt om Christian Van Thillo te gaan). Om maar te zeggen dat ik ook drie magazines in handen had. De restauratie van het kasteel van markies de Sade heeft me echter een tijd lang opgeëist. Maar nu ga ik me terug concentreren op mijn uitgeversactiviteiten. Mijn magazine Imprévu heeft drie jaar lang enorm veel succes geboekt, maar het heeft me veel geld gekost, omdat er geen reclame in stond. We kregen alle grote internationale sterren op de cover, wat heel uitzonderlijk is.

Uw zaken hebben u in ieder geval geen windeieren gelegd. U staat op nummer vijf van de rijkste mannen in Frankrijk.

Maar het was niet het doel van mijn leven. Rijk worden. Omdat ik op een dag toch zal sterven. En ik heb geen kinderen. Ik ben ook nooit getrouwd. Veel liefdes, dat wel, maar uiteindelijk geen opvolgers. Wat betekent rijkdom op een kerkhof ? Mijn doel was te slagen. Dat was al van jongs af mijn drijfveer. En vanzelfsprekend resulteert dat in rijkdom. Van het één komt het ander.

Uw jeugd speelde zich af in armoede. Heeft dat u gedreven ?

Weet u, ik ben Italiaan van geboorte. Uit Venetië. In die tijd werkte iedereen op het land. Mijn ouders hebben alles verloren door de Eerste Wereldoorlog. Alles was platgebombardeerd. Tot hun grote wanhoop. Mijn vader was toen al oud, de zestig voorbij. Wie zou vandaag nog zo iemand in dienst nemen ? En in die tijd was zestig echt bejaard. Onbewust speelt het misschien wel dat ik revanche wou nemen.

Dat u weinig belang hecht aan geld uit zich ook in uw manier van leven. Zo heb ik ergens gelezen dat u uw oude Peugeot hebt geruild voor een Jaguar, enkel en alleen om uw chauffeur een plezier te doen.

Ik was heel tevreden met mijn oude Peugeot, omdat ik de imbecielen niet wou epateren. Luxe is voor mij geen doel. Ik wil alleen maar mijn grenzen verleggen. Zoals een kind dat elke keer een nieuw speelgoedje wil. Als ik iets gerealiseerd heb, kijk ik alweer naar het volgende uit.

U woont ook heel bescheiden, in een kamer op de benedenverdieping van een van uw hotels. Met niet meer dan een bed en een televisie.

Klopt. Terwijl ik een heel mooi appartement heb met een magnifiek uitzicht over Parijs, maar die hotelkamer is nu eenmaal praktischer. Ik ga wanneer ik wil en hoef aan niemand verantwoording af te leggen. Ik hecht veel belang aan mijn onafhankelijkheid.

Dat is me intussen wel duidelijk. Maar om even terug te komen op uw roots. Voelt u zich nu Italiaan of Fransman ?

Ach, ik was twaalf jaar toen we naar Frankrijk verhuisden, heb hier mijn educatie genoten en toch blijf ik Italiaan. Zelfs nu ik de tachtig overschreden heb. Het zit nu eenmaal in mijn natuur. Ik begrijp de mentaliteit van de Fransen maar moeilijk. De Italianen zeggen : ” Si,certo. Ik zal het proberen.” De Fransen zeggen altijd : ” Non, dat is niet mogelijk.”

Nochtans heeft Frankrijk u geëerd met een onderscheiding in het légion d’honneur.

Ik ben commandeur. Eerst was ik chevalier, daarna officier en nu al tien jaar commandeur.

(De ober onderbreekt ons. Pierre Cardin bestelt een coupe champagne met campari en steekt terug van wal.) En toch voel ik me nog altijd Italiaan. In mijn denken, mijn emotie. Ook al heb ik op achttienjarige leeftijd het nest verlaten. Vreemd, niet ? Italië is een fantastisch land. En vooral de streek rond Venetië. Rijk aan cultuur, schoonheid, het klimaat, het voedsel.

Waarom bent u dan nooit teruggekeerd naar uw geboorteland ?

Omwille van mijn werk. In Italië was ik niets geworden. Omdat mode in die tijd er nog niets voorstelde. Parijs was en is nog altijd het centrum van de mode. Zelfs de grote Britse ontwerpers komen naar hier.

(De champagne met campari wordt gebracht. En Cardin brengt een toast uit) Op een sympathieke ontmoeting en een mooie reportage. Ik heb alles in de handen gelegd van de mensen van Brussel. Met een reputatie inzake kwaliteit. En op die manier willen we dit illustere restaurant inwijden, in de aanwezigheid van bekende prominenten uit Brussel. Zelf heb ik Monique Raimond meegebracht, mijn communicatieverantwoordelijke en een van de meest emblematische persoonlijkheden uit Parijs. En mijn directrice, madame Gaspard. Samen komen wij even goedendag zeggen.

Maar dat is heel vriendelijk van u. Hoe bent u trouwens als werkgever ? Ik heb ooit gelezen dat elke cheque nog steeds door u ondertekend moet worden.

Inderdaad, elke cheque. Dat heb ik geleerd in het Rode Kruis. Elke drie dagen was er een Raad van Bestuur. Ik was verantwoordelijk voor de thesaurie, net onder de generaal. Kortom, een topfunctie. En toch zo jong ! Die vergaderingen werden bijgewoond door een dertigtal personen, het merendeel was totaal niet geïnteresseerd in wat de baas te zeggen had. Iedereen had andere invalshoeken. Vanuit die ervaring heb ik beslist om het anders te doen. Omdat iemand uit de administratie niets te maken heeft met degene die in de mode of in de fabriek werkt. Het zou puur tijdverlies zijn om al die mensen telkens rond de tafel te zetten. Omdat het hun problemen niet zijn. Terwijl alles mijn probleem is. Bovendien is het mijn enige manier om nog een overzicht te krijgen. Door overal mijn handtekening onder te zetten, detecteer ik ook onmiddellijk waar er problemen opduiken.

Uw zaak staat te koop.

Ik ben 82 jaar. De dood is nabij. Niet dat ik morbide wil zijn. Ik vind het ongelooflijk wat ik op mijn leeftijd nog allemaal kan doen. Maar het dient tot niets om te wachten tot ik doodval. Want dan is het te laat. Als ik nu alles verkoop, dient het ook tot niets, maar dan kan ik tenminste nog zien wat men ervan maakt. Ach, het is misschien wel een utopie.

Hebt u geen spijt dat u geen kinderen hebt om u op te volgen ?

Ik had er veel kunnen hebben, maar de enige vrouw met wie ik kinderen wou, was JeanneMoureau. En zij kon er geen krijgen. Nadat onze relatie is afgebroken, heb ik gereisd. Alles gedaan waar ik zin in had. Vele avonturen beleefd. Ondanks mijn gelukkige en briljante carrière had ik toch nog een privé-leven. Dat is zeldzaam. Dus ik kan echt niet klagen.

Maar u hebt wel eens gezegd dat u nooit zover was geraakt, mét kinderen.

Weet u. In het leven moet je eerlijk zijn. Als je al je tijd investeert in een carrière gaat dat ten koste van iets anders. Geen enkele grote politica heeft zelf haar kinderen opgevoed. Vaak zijn het dan de mannen die hun rol overnemen. Maar ik heb wel een vijfling grootgebracht van wie de ouders financieel onder druk stonden. Ik zag het als een sociaal werk en heb hen financieel gesteund tot ze de leeftijd van meerjarigheid hadden bereikt. Nadien heb ik hen minder geholpen omdat ik van mening was dat ze hun plan moesten trekken. Vandaag zijn ze 27.

Hebt u nog contact met hen ?

Natuurlijk. Eén werkt in de geneeskunde, de ander in de architectuur. Ze zijn allemaal goed terechtgekomen.

Er zijn verscheidene reportages over gemaakt, waardoor u het verwijt kreeg om hen te zien als een…

Promotiestunt ? Het is toch evident. Voor wat hoort wat. Ik heb alles betaald. Dankzij mij konden ze naar Afrika, Amerika en Japan reizen. Wat zou er zonder mij van hen zijn gekomen ? Die arme kinderen. En voor de ouders was het een nachtmerrie om plots met vijf kinderen opgezadeld te zitten. Beeld u eens in. Gewoon al de straat oversteken. Je kunt niet aan ieder een hand geven. Neen, ik denk dat ik mijn plicht heb gedaan. Als burger ten opzichte van de humaniteit. Het waren mijn kinderen niet en toch heb ik hun studies betaald, de universiteit, hun reizen, hun cultuur.

Ziet u uw ambassadeurschap voor Unesco ook op die manier ? Was het uw ambitie om iets terug te geven aan de maatschappij ?

Neen, het is geen ambitie omdat men voor die functie genomineerd wordt. Als ambassadeur voor Unesco heb ik me ingezet voor Tsjernobyl. Omdat ik Rusland al goed kende – ik was er al in 1963 – heeft men mij gevraagd om Frankrijk te vertegenwoordigen. En daarnaast ben ik op pad geweest om te pleiten voor wereldwijde tolerantie, tussen de volkeren en alle rassen. Daarvoor heb ik op elk continent een schilder aangesproken en gevraagd een vlag te beschilderen. Van elk zijn er vervolgens vierduizend vlaggen geschilderd die ik naar alle landen van de wereld gebracht heb. Van Amerika tot Brazilië en China en Japan.

In die hoedanigheid hebt u ook veel staatshoofden en prominenten ontmoet. Wie heeft het meest indruk gemaakt op u ?

Mevrouw Gandhi en Moeder Teresa. Omdat het vrouwen met een ziel zijn. Symbolen van humaniteit, eerder dan van politiek.

U houdt wel van vrouwen, niet ?

Luister, ik vind dat vrouwen heel wat verdiensten hebben. Omdat ze veel werk verzetten en in het merendeel van de wereld het minst geholpen worden.

Jonge ontwerpers krijgen vandaag vaak het verwijt dat ze vrouwen niet graag zien…

Ze hebben geen respect. Sensualiteit en liefde schuilen niet in het zichtbare. Als voyeurs ontkleden ze de vrouw. Ze maken haar gemeen door een manier van fotograferen. Ze profiteren van de fotografie, die een kunst is, door haar te presenteren in poses die niet die van een moeder zijn. Vragen ze zich wel eens af of ze hun eigen moeder of zus zo zouden willen zien ? Dat zouden ze nooit aanvaarden. Het is totale pornografie.

Men noemt het provocatie. U hebt de provocatie anders ook nooit geschuwd. Zo veroorzaakte u in 1958 een grote rel door een pret-à-portercollectie te tekenen voor warenhuisketen Printemps. Dat was in die tijd echt niet geoorloofd en u werd prompt uit de chambre syndicale gezet. En nu Karl Lagerfeld hetzelfde doet voor H&M wordt hij door iedereen geprezen.

Inderdaad, het is een zoete wraak. Ik wou mij vooral ten dienste stellen van degenen die het de middelen ontbrak om toegang te hebben tot creativiteit. Dat is een heel andere boodschap. Ik ben erin geslaagd en vervolgens heeft iedereen me gekopieerd.

In welke zin is de boodschap anders ? Lagerfeld zegt ook vanuit democratische drijfveren te handelen.

Mijn intentie was niet commercieel gedreven. Terwijl hij er vooral geld uit wil slaan.

Maar u bent ook niet vies van geld. U bent toch niet toevallig de op vier na rijkste man van Frankrijk.

Neen, het is de vrucht van mijn idee. In die tijd nam ik een risico. Men voorspelde dat ik binnen de twee jaar van het modetoneel verdwenen zou zijn. Maar ik heb het tegendeel bewezen. U hebt u wel goed voorbereid, moet ik zeggen. Uw vragen zijn erg gericht.

Dank u, ik doe mijn best. Wat me erg frappeerde tijdens de voorbereiding van dit interview : u hebt ooit gezegd dat u besefte dat mode niet zou ontsnappen aan democratisering op het moment dat u Charles de Gaulle de hand zag schudden van een werkman.

Inderdaad. Voordien waren presidenten onaantastbaar. Tot zelfs de koningin van Groot-Brittannië zich tussen het volk begaf. Ik voelde dat het socialisme gearriveerd was. De idee van gelijkheid was gelanceerd. Tot dat besef was ik al op heel jonge leeftijd gekomen. Op 25 jaar. Toen ik er uiteindelijk in slaagde mijn eerste collectie te lanceren, haalde ik alle magazines. Ik was zeer gelukkig en toch wilde ik iets anders. Omdat ik ervan overtuigd was dat we ons collectief vergisten. Ik zag vrouwen belangrijke functies innemen, maar de mode in die tijd was niet afgestemd op hun praktische noden. Door dat te beseffen – in combinatie met het oprukkende socialisme – heb ik me voorgenomen : ik wil als eerste de grote stap doen.

Vandaar dus uw beslissing om u te lanceren in de pret-à-porter, licenties en een collectie voor Printemps te tekenen. Beschouwt u zichzelf als socialist ?

Ik heb geen politieke ideologie. Socialist noch kapitalist. Ik denk op de eerste plaats humanitair te zijn. Ik stel mijn werk ten dienste van allen. Maar over politiek heb ik niet veel nagedacht. Ik had wel in de politiek kunnen gaan. Ze hebben het me zelfs gevraagd, maar ik wou geen positie innemen. Omwille van de vrouwen die mijn werk kopen. Ik wou niet in concurrentie treden met hun politieke overtuiging. Bovendien ben ik trouw. Ik kende zowel Pompidou als Chirac. Ik wou niemand verraden. Ik heb altijd gestemd in het teken van loyaliteit. De partij speelt voor mij geen rol. Alleen de vriendschap telt.

U hebt nooit een lening afgesloten. Uit principe ?

Neen, gewoon omdat ik geen zin had in bazen. Bovendien ben ik erg voorzichtig van aard. Ik ben niet iemand die in het wilde weg leningen aangaat. Ik vertrouw op mijn werk, mijn kwaliteiten en mijn talent.

U hebt enorm veel winst gemaakt met licenties. Hebt u enig overzicht hoeveel er op dit moment nog op uw naam staan ?

Op dit moment hebben we er 650. Vroeger waren het er 800, maar sommige overlapten elkaar.

De licenties hebben u ook veel kritiek bezorgd. Uw naam staat zelfs op braadpannen.

Ja, iedereen droomde ervan hetzelfde te doen, maar ze slaagden er niet in. ( lacht) Succes wekt altijd jaloezie op.

Ziet u bij de jongere generatie een opvolger ?

Ik hoop vooral dat mijn opvolger zichzelf blijft. Niet zoals bij Chanel, waar Chanel nog altijd gekopieerd wordt.

Hebt u spijt van iets ?

Neen, ik ben gelukkig. Ik ben hier en straks zal ik een cocktail drinken met de grote bankiers van België.

Hebt u nog ambities of is alles verwezenlijkt ?

Mijn ambitie is verder te gaan. Waarom niet ? Als iets mij boeit, of het nu ballet of theater is…

Of een parfum. U lanceert er nu één voor jonge meisjes.

Ik heb wel veertien parfums.

Maar de wereld van tieners is toch ver van uw bed ?

De jeugd is altijd mijn motor geweest. Ik ben nooit vergeten dat ik ooit ook jong was. Zoals een bloem, die geplukt moet worden in volle bloei, niet als ze verwelkt is.

Hoe zou u herinnerd willen worden in de geschiedenisboeken ?

Ik heb daar weinig over te zeggen. Er is mijn museum. En volgende donderdag open ik een tentoonstelling in Parijs. Neen, ik werk voort met passie. Als er geen passie meer is en je gewoon wacht op het einde, welke zin heeft het dan om te leven ? Als je alles hebt gehad zoals ik, dan verwacht je niets meer van het leven. Neen, het is nu mijn beurt om aan het leven te geven. n

Pascale Baelden

Ik ben een FENOMEEN

“Uiteindelijk kopieert men wat men bewondert. Niet altijd even aangenaam voor de ontwerper die gekopieerd wordt, maar in feite is het een teken van erkenning. Dus ik ben tevreden.”

“Het dient tot niets om te wachten tot ik doodval. Als ik nu alles verkoop, dient het ook tot niets, maar dan kan ik tenminste nog zien wat men ervan maakt.”

“Ik had veel kinderen kunnen hebben, maar de enige vrouw met wie ik er wou, was Jeanne Moureau. En zij kon er geen krijgen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content