Op het autosalon van Brussel lag de nadruk alweer op elektriciteit als krachtbron van de toekomst. Maar elegante vormen en esthetische hoogstandjes trokken nog meer aandacht.
De toekomst van de auto is volgens kenners elektrisch. Maar terwijl iedereen de mond vol had van elektrisch rijden, liep het aantal verkochte elektrische voertuigen in ons land vorig jaar terug. Het zijn er nu minder dan vijfhonderd, op een totaal van pakweg 486.000 verkochte auto’s : zegge en schrijve 0,1 procent.
De hybride oplossingen daarentegen rukken echt op. Lexus, de luxedochter van voorloper Toyota, verkoopt alleen nog maar auto’s die twee aandrijfvormen combineren. Een signaal dat kan tellen. Tal van merken volgen, waarbij de plug-inhybride (die thuis kan worden bijgeladen), de dans leidt. De interessantste auto op het salon was dan ook de XL1 van Volkswagen, die straks op tweehonderdvijftig exemplaren gebouwd wordt en de grenzen van de technische mogelijkheden aftast. De erg originele tweezitter weegt, dankzij het gebruik van met koolstofvezel versterkte kunststoffen, slechts 795 kg. Hij kreeg een vorm die door de windtunnel gedicteerd is. Het resultaat is een verbluffend lage luchtweerstandscoëfficiënt van 0.189 en een frontaal oppervlak van slechts 1,50 m². Een aardige, maar dure basis om alle zuinigheidsrecords van tafel te vegen.
We gingen een halfuurtje met de XL1 op stap. Dat was even wennen door de lage zit, de beeldschermpjes die de buitenspiegels vervangen en het pruttelende tweecilinderturbodieseltje dat assistentie krijgt van een elektromotor. Bij behoedzaam rijden, bedraagt de elektrische autonomie een vijftig kilometer. Volgens de klassieke meetcyclus gaat het om een auto die één liter diesel verbruikt per honderd kilometer, maar dat is natuurlijk een fabeltje omdat de elektriciteitstoevoer niet mee in rekening wordt gebracht. Zelf kwamen we uit op een gemiddelde van 1,8 liter/100 km en dat blijft uiteraard spectaculair. Al hadden we vijftien jaar geleden tijdens een ritje van Brussel naar Oslo (en zonder elektrische assistentie) met de Lupo drieliter genoeg aan 2,81 liter/100 km. Die versie van de Lupo viel een flinke slok duurder uit dan zijn zusjes en kende daardoor weinig succes. De prijs van de XL1 werd nog niet bekendgemaakt.
Wat de volledig elektrische auto betreft, blijven twee basisproblemen voorlopig onopgelost : de beperkte autonomie en de prijs. Volgende week leest u over onze ervaring met de BMW i3, maar dit geven we alvast mee : range anxiety – de schrik om zonder stroom te vallen – bestaat, zeker op een winteravond in de file. Dat het ook anders kan, bewijst de Tesla, het geesteskind van de geniale Elon Musk. De Amerikaan debuteerde in 2008 met een roadster op basis van de Lotus Elise en sleet er bij wijze van oefening wereldwijd 2500 stuks van. Model S, waarvan vorig jaar al 21.000 stuks werden verkocht, moet het merk nog meer adelbrieven bezorgen. Deze vijfzitter uit aluminium is net geen vijf meter lang en biedt zowel passagiers als bagage volop ruimte. Als optie kan men twee kinderzitjes monteren die tegen de rijrichting een plaats vinden in… de koffer. Dankzij zijn lithium-ionbatterijen heeft de Tesla model S een actieradius van 360 of 502 km, afhankelijk van de versie. De basisversie (60 kWh) kost 69.000 euro, de Performance (85 kWh) 79.000 euro. Omdat de overheid in gebreke blijft wat betreft de snelle laadpalen, heeft Tesla besloten die dan maar zelf te installeren. Dit jaar worden er een aantal voorzien op de route van Amsterdam naar Genève. De elektrische rijder kan er in twintig à dertig minuten ‘bijtanken’. In ons land is het daarop nog even wachten.
Mitsubishi toonde een ander soort hybride. De AR (van Active Runabout) wil een combinatie zijn van minibusje en SUV. Er zijn duidelijk potentiële kopers voor een cross-over die de kwaliteiten van die twee types auto bijeenbrengt.
Een en ander mag ons niet doen vergeten dat ook auto’s met een klassieke techniek steeds fraaiere resultaten kunnen voorleggen. We gingen even kijken naar de nieuwe C-klasse van Mercedes, die in Brussel verborgen werd gehouden voor het grote publiek. We noteerden een spectaculair lage luchtweerstand van 0.24 en een gewicht dat met honderd kilo werd teruggedrongen. Dat moet het verbruik van de C 220 Bluetec op 4 liter/100 km brengen.
Ook de nieuwe Nissan Qashqai, die in Brussel in wereldpremière werd getoond, heeft genoeg aan 3,8 liter om 100 km ver te komen. Een ander teken aan de wand was de lancering van de allereerste Maserati met dieselmotor. Die eer is weggelegd voor de vierdeurs Ghibli, met een normverbruik van 6 liter/100 km.
Die elektrische kunstjes zullen estheten worst wezen. Zij verkeken zich op wat misschien de allermooiste auto van het salon was, de Touring Berlinetta, waarvan zes jaar geleden al een eerste versie werd getoond. De compacte tweezitter, van de hand van onze landgenoot Louis de Fabribeckers, kreeg een andere snuit. Hij wacht nu nog alleen op de V6- of V8-motor die gefortuneerde amateurs over de streep kan trekken.
In het iets lichtere genre trok de Alfa Romeo 4C veel aandacht. De Italiaan is geen concurrent voor bovengenoemde exoot, maar brengt niettemin een aantal interessante kwaliteiten samen die hem een fraaie toekomst kunnen bezorgen : een opwindende lijn, een vederlichte bouw (895 kg !), een pittige motor van 241 pk en een aantrekkelijke prijs van 57.000 euro. Tenzij de meer klassieke maar bloedmooie Jaguar F Coupé meer uw ding is. Of, nu we toch de platgetreden paden verlaten : de heerlijk politiek incorrecte Lamborghini Aventador LP 700-4.
DOOR PIERRE DARGE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
