Piet Swimberghe

In deze loft hebben de tenoren van de jaren tachtig rendez-vous : Starck, Sottsass en Mendini.

Piet Swimberghe Foto’s Jan Verlinde

DOOR DEZE LOFT WAAIT een postmoderne wind : hij zit vol herinneringen aan de voorbije decennia. Er staan meubels van Sottsass en Starck, en vazen van Mendini en Sipek, ontwerpers die geen schrik hebben van kleur en grappige vormen.

Een verfrissend en optimistisch rendez-vous met de eighties, daar was het ontwerper William Sweetlove om te doen. Met architect Linda Arschoot vormt hij het artistieke brein van de Non Kitch Group, het bureau dat het uitzicht, de opdeling en de opsmuk vastlegde. Met hun stijl distantiëren ze zich van het functionele, uitgepuurde modernisme. Ze vinden inspiratie in de dolle jaren zeventig en tachtig, toen er veel vers bloed stroomde door kunst, design en architectuur. Eén ding hadden alle stromingen gemeen : een ongebreideld enthousiasme. In Italië richtten Alessandro Mendini en Ettore Sottsass in 1976 de Studio Alchemia op. Ze bestookten de gevestigde waarden van de design met knotsgek meubilair, gekruid met citaten van Dada, Kandinsky en De Stijl. Sottsass richtte in ’81 de meubelfirma Memphis op die deze ontwerpen commercialiseerde. Een paar jaar eerder schopten de expressionistische kunstschilders Baselitz, Penck, Immendorff en Kiefer bombarie. Na de intellectuele drukte van de conceptuele kunst werd er weer geschilderd met borstel en verf. Precies in deze kleurrijke tijd schoot Sweetlove wortel. Hier zie je daar de neerslag van. Het schilderij van Mario De Brabandere in de zitruimte verwijst naar dit Duitse expressionisme. Voor het meubilair en de opsmuk gingen Sweetlove en Arschoot ver in het opdiepen van het Memphis-idioom. Bij mijn eerste bezoek meende ik dat de loft vol stond met meubilair van Sottsass. Niets van. De televisiekast in de zitkamer lijkt sprekend op zijn vermaarde Carlton. In de eethoek naast de keuken zijn alle meubels bekleed met de typische bakterino-plaat, met microscopisch gewriemel als patroon, eveneens een Memphis-motief. Dat Sweetlove en Arschoot probleemloos grabbelden in het dadaïsme van Sottsass en Mendini betekent niet dat de woning een pastiche is. Deze loft is een resumé van de voorbije jaren. Er staat ook flink wat meubilair van Philippe Starck, zoals de zetels en de lamp in de living, en het bed. Helemaal boven, wordt de grote eethoek gedomineerd door een tafel van Norman Foster in pure hightechstijl. Daarnaast stap je in een industriële keuken van inox met op een muurtje een paar neonlichten : een knipoog naar het oeuvre van de Amerikaan Dan Flavin.

Het meest boeiende aan deze loft is de architectuur zelf. Het concept is vrij hedendaags van opvatting. Het uitgangspunt is een voormalige blikslagerij in Brugge, die werd opgekalefaterd en verdeeld in lofts. Dit is de grootste wooneenheid. Van het bedrijf bleven enkel de gebouwen bewaard, geen machines. Meest opvallend zijn de zaagtanddaken die fris noorderlicht binnenlaten. Het dak rust overigens op een fraaie ijzeren constructie. De dakvensters hebben uitzicht op de hoge schoorsteen die bewaard bleef. Dit bakstenen kunstwerk is overal in huis te zien : een extra visuele belevenis.

Sweetlove en Arschoot hebben op het industriële karakter ingespeeld door onder meer de luchtverwarming in grote metalen buizen aan de zoldering op te hangen. Her en der kwamen grote metalen deuren, bedoeld als muurkasten, zoals in het bureau, of om de verwarmingsinstallatie te verstoppen.

De ruimte was dus min of meer opgeknapt. Toch werd nog heel wat veranderd. De houten constructie aan de zijkant van de zithoek stond er, maar veranderde van functie. De ruime loft kreeg grotendeels een dubbel niveau. Onder het houten balkon kwam een biljartkamer, slaapkamer en garderobe. Aan het zelfde, half verdiepte niveau werd een zeer ruime badkamer toegevoegd, zonder meer het spektakelstuk van de woning. Sweetlove en Arschoot lieten eerst alle muren kleurrijk betegelen en plaatsten het ruime bad in het midden. Door de fleurige tinten van de Italiaanse wandtegels krijg je echt het gevoel in een zwembad te wandelen. Het eigenlijke zwembassin ligt daarachter. Daar kozen de ontwerpers voor een betegeling met strepen als verwijzing naar het werk van de Franse kunstenaar Daniel Buren. Deze enorme natte cel zit onder de keuken en de eethoek. Er werd voor een metalen bevloering gekozen, weeral uit respect voor de industriële omgeving.

De loft heeft dus drie grote niveaus. Het laagste, onder de houten balken, heeft een maritiem karakter. Daarnaast is er de grote zithoek met de zetels van Starck. Via een trap kom je dan op het grote plateau waar zich de keuken, twee eethoeken en nog een kleine zithoek met bar bevinden. Daar bevind je je vlak onder de glazen dakvensters en heb je een goed uitzicht op de gigantische schouw.

De vazen van Sipek passen perfect bij de losse stijl van het decor.

Sweetlove en Arschoot verkozen deze zonovergoten loft vrolijk aan te kleden, zonder het industriële karakter te verdoezelen. De zetel is uit de Royalton-collectie van Starck, de acht schilderijtjes zijn van Enrico De Paris.

Middenin de ruimte werd plaats gemaakt voor een groot werk van Mario De Brabandere.

Een uiterst spatieuze loft met een meesterlijk uitzicht op de oude fabrieksschouw.

Boven : Keuken en eethoek zijn een ode aan kunst en design van de voorbije kwarteeuw. De neonlichten zijn een knipoog naar beeldend kunstenaar Dan Flavin. Links : De meeste salonmeubels en lampen zijn van Philippe Starck.

Boven : Onder de keuken kom je in de grote badkamer met de grappige betegeling. Links : De loft kreeg een industriële aankleding met grote metalen muurkasten, zoals hier in het bureau.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content