Het Britse houtvakmanschap gaat te snel verloren, vindt ontwerper Russell Pinch. Hij bedacht een toekomstgerichte oplossing : tijdloze en elegante meubelen die bijna op maat gemaakt worden én thuis geleverd.

Hij is 34 jaar, maar heeft er al een flinke carrière in de Britse meubelsector opzitten : net afgestudeerd werd hij door Terence Conran (de oprichter van Habitat en de Conrangroep) van school geplukt om zijn assistent te worden. Hij bleef er vijf jaar en richtte toen een brandingagency op. “Het groeide snel en op de lange duur was ik meer aan het managen dan aan het ontwerpen.” Hij verkocht The Nest en startte met zijn vrouw Pinch Design op. Ze ontwerpen voor Britse merken als Conran, Heal’s, Designers Guild, Benchmark en Ercol. Onder de naam van Pinch design lanceerde hij ook een eigen meubellijn : elegante kasten, stoelen, fauteuils, tafels en sofa’s die maar op één manier kunnen gemaakt worden : door vakmensen met jarenlange ervaring.

Russell Pinch : “Ik maak meubelen voor mensen, niet voor doelgroepen. Ik heb met mijn klanten een bijna persoonlijke relatie. Ik zie ze in hun woningen : wij leveren thuis en de klanten sturen mij foto’s van ons meubilair in hun huis. Ik hou erg van deze manier van werken. We zijn niet uniek, maar er is nog weinig productie in het Verenigd Koninkrijk. Mensen verklaren ons voor gek omdat we hier willen werken. Maar we hebben geprobeerd om de nadelen om te zetten in voordelen : we werken enkel op bestelling. Dat wil dus zeggen dat we elke maat aankunnen en elke kleur. We kunnen dus elk interieur aan. En we leveren altijd binnen de acht weken. Klanten kunnen een kast samenstellen zoals ze willen : als er een groot televisietoestel in moet, dan kan het. We leveren rechtstreeks aan de klanten in Europa. In dekens. Het is eigenlijk het omgekeerde van het flatpack ( zoals bij Ikea) : we geven een service, over de hele lijn. Van de eerste schets tot de levering. Dat zijn de voordelen. Het nadeel is dat het produceren in het Verenigd Koninkrijk duur is. Dus werken we niet met winkels, de klant koopt direct bij ons. We tried to be clever.”

Wie maakt uw meubelen ?

“Een traditioneel bedrijf uit Essex met vijftien mensen. Ze zijn geweldig. Ze gebruiken traditionele lambriseertechnieken, zoals de fielded paneling. Het zou jammer zijn als die expertise verdwijnt. Maar dan moet het wel zin hebben dat ze blijft bestaan. Er is plaats in de markt voor Britse meubelproductie. Maar dan moet het echt wel top zijn. Het voorpaneel van de Albakast, bijvoorbeeld, ziet er eenvoudig uit, maar het is heel moeilijk om te maken. In massaproductie kun je dat niet doen, maar deze mensen nemen hun tijd en bewerken het hout zodat het niet gaat buigen of barsten. Ze nemen de tijd ervoor. We moeten dingen maken die niet mogelijk zijn in massaproductie. Onze klanten herkennen goede kwaliteit en willen ervoor betalen. Het is bijna maatwerk, omdat je alle kleuren en afwerkingen zelf kunt bepalen. Maar uit ondervinding weet ik dat je niet tegen mensen kunt zeggen : ‘Hier is een wit blad papier, teken maar iets.’ Ze kunnen soms moeilijk zeggen wat ze precies willen. Dus laten we hen proeven. Je moet hen een idee aanreiken, waarop ze verder kunnen werken. Uiteindelijk zijn het meestal toch unieke stukken.”

Zijn mensen nu meer bereid om geld neer te leggen voor handgemaakte stukken dan tien jaar geleden ?

“Absoluut. Dit is geen weggooimeubilair. Ik droom ervan dat het een dubbele erfenis wordt : dat het doorgegeven wordt naar de volgende generatie, maar ook naar de generatie daarna.”

Ontstaat die droom vanuit een streven naar duurzaamheid ?

“Minder kopen is sowieso beter. Maar het hele idee van duurzaamheid moet je niet te oppervlakkig bekijken. Wij doen ons best, dat wel, natuurlijk. Maar het is niet altijd eenduidig. Ik geef een voorbeeld : er bestaat lakverf op basis van water. Die is minder schadelijk voor het milieu, maar het kost veel energie om die verf te maken. En sommige lak gaat gewoon veel langer mee dan andere, ook al is ze op zich minder milieuvriendelijk. Welke kies je dan ? We hopen dat we zoveel mogelijk de juiste beslissingen maken. Het hout dat we gebruiken, heeft een FSC-label. Ik denk dat je als bedrijf zo verantwoordelijk mogelijk moet zijn.”

Wat is de grootste uitdaging voor de designwereld anno 2007 ?

“Elk product heeft een andere aanpak nodig. Waar ik mij eigenlijk het meest zorgen om maak is hoeveel bomen er nog over zijn. We gebruiken bomen die driehonderd jaar oud zijn. Die groeien niet zomaar terug. We zouden consumenten moeten kunnen overtuigen van de waarde van hout. Hout zou duurder moeten zijn dan goud. Iedereen wil eik in zijn woonkamer. Maar dat moet veranderen. Dennen groeien sneller. Ontwerpers lanceren nieuwe producten, dus zij kunnen de smaak van consumenten veranderen.”

Door Leen Creve I Portret Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content