Als achtjarige kreeg Teun Voeten van zijn vader een postkaart met daarop de Empire State Building. Dat gebouw maakte zo’n indruk dat hij er meteen over schreef in de schoolkrant. Een blijvende fascinatie, die hij nog steeds in beeld tracht om te zetten.

Hij werd door een sluipschutter in zijn been geschoten in Bosnië, ontsnapte aan kindsoldaten in Sierra Leone, overleefde Talibanhinderlagen in Afghanistan, werd met een revolver tegen het hoofd uit een bus gesleurd door Colombiaanse rebellen, ging vijf maanden ondergronds bij de Tunnel People in Manhattan en portretteerde het gruwelijke Mexicaanse drugsgeweld in Ciudad Juarez. Maar af en toe vind je Teun Voeten op een New Yorkse stoep, met zijn hoofd onder een doek, achter zijn technische camera geladen met zwart-witfilm, in rustige concentratie, om alweer een fotogenieke wolkenkrabber perfect in beeld te brengen. Zegt Voeten : “Het is best wel fijn om iets te fotograferen dat niet schiet of scheldt, en dat er de volgende dag gewoon nog staat. Therapeutisch ? Noem het een mooie afwisseling tussen al dat oorlogsgeweld.”

Teun Voeten heeft nu in totaal zo’n zes jaar in New York gewoond, en altijd keert hij terug naar zijn eerste fotografische liefde : wolkenkrabbers. “Het zijn magische gebouwen, hé. Wij wonen in huisjes van twee verdiepingen en dan sta je hier tegenover die machtig mooie torens, die onvergelijkbare schaal, die grote technische verwezenlijkingen. Ik kijk er met ontzag naar. Het is de dominantie van de mens over de natuur, maar tegelijkertijd voel je je er nietig bij. Als bij een kerk ? Misschien wel ja. Ze worden weleens kathedralen van het kapitalisme genoemd. The Woolworth Building (1913, 241 meter), bijvoorbeeld, heeft iets van een kerk en zit vol neogotische elementen. Maar voor mij blijft vooral die verwondering spelen. Het woord alleen al : skyscraper, wolkenkrabber. Het is een poëtische ambitie, aan de wolken krabben.”

Ze mogen dan geduldig en onbeweeglijk poseren, het is niet evident om torens te fotograferen. Het is wachten op het juiste weer : “Bij voorkeur werk ik in de lente, mooi licht en niet te veel blaadjes aan de bomen.” En zoeken naar het perfecte standpunt : “Nu eens wordt er een stelling gebouwd, dan weer staat er een rij bestelwagens… Is dat eindelijk allemaal weg, dan kun je plots niet genoeg afstand nemen, want dan wordt er aan de riolering gewerkt. Soms duurt het jaren voor ik het perfecte beeld heb.” Maar één ding is zeker : de reeks geraakt nooit af. “Er wordt altijd afgebroken en opgebouwd, ik vind altijd nieuwe perspectieven.”

Door Lene Kemps & Foto’s Teun Voeten

“Het is fijn om iets te fotograferen dat niet schiet of scheldt, en dat er de volgende dag gewoon nog staat”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content