Het tijdperk van slobbertruien, vormeloze joggingoutfits en loodzware baskets lijkt definitief voorbij. Voortaan oogt sportswear elegant.

In 1896 was de vader van de olympiërs, Pierre de Coubertin, er nog rotsvast van overtuigd dat vrouwen totaal ongeschikt waren voor welke sportbeoefening ook. Maar tijdens de jongste Olympische Spelen was het atletendorp al voor 40 procent bevolkt door vrouwen. “Sport beoefenen is geen typisch mannelijke of vrouwelijke activiteit, maar als ik tegen een bal trap, is dat een vrouwelijke daad, omdat ik in de eerste plaats een vrouw ben”, stelt de Amerikaanse voetbalspeelster Maren Seidler. De uitspraak van de zwarte sprintster Carla Sacramento sluit daar naadloos bij aan: “Als ik loop, wil ik elegant zijn. Voor mezelf, voor het publiek en voor elke vrouw in het publiek.” Atletes negeren niet dat ze vrouw zijn en dat hebben designers van sportkleding eindelijk begrepen. Geen beelden meer van afgetrainde vrouwenlichamen in sportpakjes voor mannen-met-kleine-maten.

Wereldleider Nike presenteert een gamma van subtiele sexy sportswear, gemaakt voor en door vrouwen (zie ook “De look van een godin”). Nike Women’s koppelt efficiëntie aan elegantie, zonder poeha maar met een trefzekere chic.

De sportkleding beïnvloedt al lang de wereld buiten de stadions. Utility wear, ontworpen door designers als Alain Mikli, Philippe Starck, Marithé & François Girbaud, Neil Barett en anderen, zocht nog inspiratie bij de atletenpakjes en gaf de dagdagelijkse garderobe van de moderne man en vrouw een praktische toets. Hedendaagse sportswear kiest een totaal andere weg.

De eerste stappen in de richting van modieuze chic in sportswear (de trend is nu al een drietal seizoenen merkbaar), werden gezet door labels als Prada Sport, Blue Strenesse, Escada Sport, Polo Ralph Lauren, Scapa Sport, Chanel (met een collectie sports- en skiwear), D&G Golf, Mc Gregor en zelfs Versace Sport. De collectie met het Medusa-logo kreeg een nieuwe dynamiek. Versace Sport zocht inspiratie in tropische eilanden en onmetelijke oceanen. Nonchalance krijgt een luxueus tintje, terwijl de gebruikte materialen (ultralicht nylon, waterdicht katoen, neopreen, suède, similileer enzovoort) borg staan voor onberispelijk comfort.

De grote merken van sportkleding blijven trouw aan hun roots, vinden slijtvastheid, aërodynamiek en comfort nog altijd belangrijk, maar aarzelen niet nieuwe paden te bewandelen. Subtiele camaïeu van kleuren en texturen, supervrouwelijke details en snits, gedurfde confrontaties met streetwear, rap en hiphop, verwijzing naar de city wear van de vlotte businesswomen, tot en met een knipoog naar de jaren zestig en zeventig.

In 2001 is het niet ongewoon, aangewezen zelfs, in sportkleding te verleiden: de spetterende, rijkgekleurde collectie Only for Women bij Nike; de metaalglans in de meisjesgarderobe bij Reebok en een vleugje hippy chic bij K-Way, de kampioen van het windjack met rits. Bimbo’s zitten lekker in hun vel bij Quicksilver, de specialist van de surfkleding; strandkoninginnen bij O’Neil. Geprofileerde silhouetten vinden we bij Adidas, met nieuwigheden zoals de polo Anatomically Places Precision (één korte en één lange mouw blijken ideaal voor de tennisster); elegante godinnen van de jacht bij het Italiaanse Superga; prestaties en weelderige vormen bij Perry Ellis (die alle snobs in vervoering bracht met z’n sportschoenen). Dynamische stadsmussen, die hun tijd verdelen tussen shoppen en joggen, kunnen dan weer terecht bij het Engelse merk Boxfresh.

Zelfs het befaamde merk-met-de-krokodil Lacoste, tot nu toe veeleer bcbg, kreeg een facelift van stylist Gilles Rosier. Vanaf de lente 2002 mogen we van de krokodil nog meer nieuwe salto’s verwachten, dankzij het werk van Christophe Lemaire, de ontwerper voor wie avant-gardistische sportswear al lang geen geheimen meer kent.

Vogue France trok onlangs nog het belang van functionele kleding in twijfel, omdat mode “geen ander doel heeft dan gracieus oppervlakkig te zijn” ( Sonia Rachline in het oktobernummer). Jammer voor Vogue, maar sportswear for women is voortaan nuttig én onnuttig, koket én doeltreffend. De ontwerpers hebben trouwens de voorbeelden van illustere voorgangers ( Hermès, het winnende paard in de moderace, tennisvedette René Lacoste en markies Emilio Pucci, geniaal ontwerper en verdienstelijk skiër) die tussen de jaren twintig en vijftig de basis legden van de chique sportkleding.

Door de inbreng van sterke persoonlijkheden, een opmerkelijke achtergrond (Nike en Reebok bijvoorbeeld zijn succesverhalen van noeste werkers die een wereldimperium opbouwden) en de reclameondersteuning met haast mythische atleten, veroverde de moderne sportswear een eigen plaats op de markt. Duidelijk anders dan de megaproducenten van goedkope kleren aan de ene kant en van de “sportieve chic”, die door de toppers van de modebranche op de markt gebracht worden, aan de andere kant.

Marianne Hublet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content