Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Oldtimers bestaan in alle leeftijden en prijsklassen. Een kennismaking met de liefde voor wagens van weleer.

PIERRE DARGE FOTO’S : LIEVE BLANCQUAERT

De liefde voor oude wagens bloeit overal, al valt dat niet meteen uit het straatbeeld af te leiden. Vele verzamelaars zijn als de dood voor de fiskus of vrezen de afgunst van buren en kennissen. Ze stallen hun oldtimers in grote garages, soms helemaal vacuüm verpakt. En gunnen alleen intimi een schuchter kijkje achter de schermen. Of zoals iemand fluisterde : ?Je kan in dit land wel hard werken en goed verdienen, maar geen mens verdraagt het dat je dat geld op een demonstratieve manier uitgeeft. En je kan nu eenmaal niet naast een oldtimer kijken.” Niet dat oldtimers per se duur hoeven te zijn : wie een beetje uitkijkt, vindt wel een rijklare ouwe kist voor pakweg 100.000 frank. Maar die voldoet op den duur toch niet, want gaandeweg leert men het raffinement van oldtimers beter kennen en appreciëren. Of gaat men op zoek naar zeldzame eksemplaren die maar in een beperkte serie zijn gebouwd. Eens die weg ingeslagen, lopen de bedragen snel op, en komt men bij een zeer gespecializeerd publiek terecht.

We komen terug met de voeten op de grond en lopen bij Dan Vanden Berghe langs, anglofiel, marketing director bij Jaguar Motors in Antwerpen én oldtimerverzamelaar. Dan had al een paar Alfa‘s, een BMW en een Renault 4 CV versleten toen hij in 1960 in een Wolseley 699 drie liter stapte. Die kennismaking met een wereld waarin komfort en degelijkheid vooropstaan, verliep niet onopgemerkt.

?Ik moest toegeven dat zo’n Brits produkt de degelijkheid zelve was, komfortabel in het gebruik en nagenoeg onverwoestbaar. Uiteindelijk bleven we 200.000 kilometer lang samen. Nu was de autowereld geen onbekende voor me, maar toch. Mijn vader was monteur van opleiding en vertelde heroïsche verhalen uit de jaren dertig, toen hij démonstrateur-essayeur was bij Renault. Hij bracht me al vroeg in kontakt met de mekaniek. Hij haalde naakte chassis op in Billancourt en reed die, gezeten op een inderhaast gemonteerde sinaasappelkist, naar Antwerpen. Maar een kraan in knutselen, ben ik nooit geworden. Toen mijn vader later een bandenzaak opende en ik als student een auto wilde, legde hij naast mijn spaarcenten eenzelfde bedrag, en daarmee kochten we een Renault 4 CV. Die heeft hij helemaal in orde gezet en aan mekaar gelast, terwijl ik wat kleinere klusjes opknapte. Van hem leerde ik een belangrijke les : dat je als leek maar beter van sommige onderdelen kunt afblijven, en dat zich onder de schone schijn vaak een wereld van mechanische miserie schuilhoudt.”

Vanden Berghe vindt dat de ideale instap via de aansluiting bij een klub loopt. Ook wie (nog) geen oldtimer bezit, is daar meestal welkom, en valt dan onder de noemer sympatizant.

?Bij zo’n klub leer je mensen kennen met eenzelfde liefde voor een bepaald merk of model. Die verzorgen avonden waar je veel leert, en brengen je in kontakt met vaklui bij wie de passie voor de automobiel primeert op de passie voor het geld. Vroeg of laat verneem je dan wel dat een lid één van zijn wagens kwijt wil om die door een zeldzamer eksemplaar te vervangen. Meestal gaat het om mensen die liever knutselen dan rijden. Nadat ze een wagen van de grond af hebben gerestaureerd en er twee zomers mee hebben gereden, willen ze zich op een nieuwe uitdaging storten. Maar niet voordat het vorige projekt de deur is uitgegaan. De gedroomde gelegenheid voor een sympatizant om aktief lid te worden.”

Vanden Berghe, die niet zonder fierheid aan de wieg stond van de MG-klub, verzamelde in de loop der jaren vier oude wagens : een MGA, een MGB, een Daimler V8 en een Triumph Stag. Voor de beginner raadt hij een populaire auto aan met een eenvoudige mekaniek, een Volkswagen kever, een Morris Minor, een Ford T of een Citroën Traction Avant : daar bestaan veel wisselstukken van of er worden door kleine bedrijven betrouwbare nieuwe stukken voor gemaakt.

?Duur hoeft het allemaal niet te zijn, en de koper kan zich troosten met de gedachte dat de waarde van een goed onderhouden wagen nauwelijks afneemt. De mekaniek is vaak eenvoudig, maar de materialen waren niet wat ze nu zijn. Dat betekent dat onderdelen sneller slijten en dus sneller aan vervanging toe zijn. Maar ook dat koetswerkonderdelen vaak niet naadloos op mekaar passen. Wie een beetje handig is, redt het wel, leert voortdurend bij en kan zijn vehikel vergelijken met een meccano. Bij de Triumph Herald werd bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt van klinknagels, waardoor hij het archetype is van de oldtimer die probleemloos tot de laatste bout uit elkaar kan worden gehaald.”

Zoekend naar een ideale, goedkope oldtimer komen we bij Etienne Lambrechts terecht, sekretaris van de Swedish Car Club Belgium. De klub telt zo’n 360 leden die Volvo-minded zijn, en Lambrechts schat dat een kwart daarvan géén bezitter is van een oude Volvo. ?Vooral de Amazon is vreselijk populair”, aldus de sekretaris. ?Het model bevalt, en de wagen is zéér solide. Eksemplaren die 300.000 tot 500.000 kilometer bollen, zijn geen uitzondering. Maar niet enkel de mekaniek is robuust : de modellen die vanaf 1963 werden gebouwd, kregen een gegalvanizeerde drempel mee die nagenoeg roestvrij blijft.”

De Amazon, waarvan tussen de lancering in 1956 en het afscheid in 1970 maar liefst 667.323 stuks werden gebouwd, is populair en niet duur. Terwijl wisselstukken nog voorradig zijn. ?Binnen de klub proberen de leden elkaar te helpen, zodat ze zo lang mogelijk van hun wagen kunnen genieten. Er valt praktische raad te rapen, en de technische kommissie herwerkt een eerder verschenen naslagwerk dat uitgeput is en gretig geraadpleegd werd. Nieuwelingen vinden er vooral mensen in die hun vragen kunnen beantwoorden, en dat is belangrijk als je je eerste stappen in de wereld van oldtimers zet. In het driemaandelijkse klubblad verschijnen verslagen van uitstappen, info over mekaniek en boeken en kleine aankondigingen. Als wisselstukken ook bij leden niet meer te vinden zijn, kunnen zij nog een beroep doen op de Europese konnekties van de klub. Onze zustervereniging in Nederland telt bijvoorbeeld bijna drieduizend leden, waarvan velen hun Amazon als dagelijkse wagen gebruiken.

Ik word vaak gebeld door mensen die op zoek zijn naar een Amazon, en probeer dan te achterhalen wat hun drijfveer is. Jongeren vertellen wel eens dat hun vader met een Amazon reed, en dat ze dat nu ook willen. Een enkeling zoekt alleen maar een Amazon om er een custom van te maken ; ze stoppen een V8-motor onder de kap, en beginnen dan met het verlagen en verbreden van de wagen.”

Lambrechts rijdt zelf natuurlijk ook met een Amazon die hij tien jaar geleden restaureerde, al vindt hij dat woord wat overdreven. ?Ik keek de hele wagen na en liet ‘m zandstralen, voor de zekerheid. Hij heeft nu bijna 275.000 kilometer op de teller en rijdt als nieuw. Met de dubbele karburator haalde hij vroeger een top van 175 km/uur.”

Wie als instap aan een Volvo Amazon denkt, kan een betrouwbaar, zeer gaaf, rijklaar en gekeurd eksemplaar kopen voor 150.000 à 200.000 frank. Een handige Harry vindt een degelijk maar te restaureren eksemplaar voor 50.000 à 60.000 frank.

Wie het wat grootser ziet, de handen niet vuil wil maken, en een betrouwbare en exclusieve oldtimer zoekt, kan bij ridder Norbert de Schaetzen van Brienen in Widooie langsgaan ; de Schaetzen, die op zijn vijftiende zijn eerste oldtimer verwierf en industrieel ingenieur is, verdient tegenwoordig een deel van de kost als makelaar in Rolls-Royces. Terwijl we door de stallingen van het kasteel Widooie lopen, waar een tiental Rolls-Royces bijeenstaan, zet hij zijn visie op het fenomeen uiteen. ?Sommigen geven heel veel geld uit voor een oldtimer en laten die perfekt restaureren, zodat de wagen er als nieuw uitziet. Dat is niet mijn stijl. Een wagen hoort beetje bij beetje te worden opgeknapt, de restauratie hoort gelijke tred te houden met de veroudering. Het moet een natuurlijk proces zijn, zoals het leven zelf. Ik hou veel meer van een goed doorgezakte lederen stoel die van het leven getuigt dan van een perfekt aangebrachte nieuwe bekleding zonder persoonlijkheid.”

De keuze van Rolls-Royce heeft met de Schaetzen van Brienens filozofie en achtergronden te maken. ?De wagen bezit een dubbele kwaliteit : hij is een kunstvoorwerp, én onder de huid zit de allerhoogste kwaliteit van mekaniek. Dat kunstobjekt is de mooiste uiting van menselijke handvaardigheid, toegepast op een dagelijks gebruiksvoorwerp. Het mooie ervan is het funktionele, een aspekt dat bij kunstobjekten doorgaans pas op de tweede plaats komt. Weet u dat sommige motoren uit 2500 onderdelen bestaan ? Achter deze mekaniek zit een ongeëvenaarde zorg voor duurzaamheid, terwijl flitsende prestaties pas op het tweede plan komen. Bovendien is het merk het enige op niveau dat de geschiedenis heeft getrotseerd. Aardig is ook dat de fabriek tot in 1947 enkel voor chassis en motor instond. Het koetswerk werd daar dan door gespecializeerde carrossiers bovenop gebouwd, vaak volgens instrukties van de klant. Vandaar de grote uiterlijke verschillen tussen wagens die op eenzelfde basis rusten. Omwille van die uitzonderlijke kwaliteit denken buitenstaanders vaak dat Rolls-Royces en Bentleys voor de happy few zijn voorbehouden, maar dat moet ik ten stelligste tegenspreken.

Mijn klanten, doorgaans tussen 30 en 50 jaar, zijn meestal mensen die van het mooie houden en van kwaliteit. Tijdens de week rijden ze met een andere auto waarmee ze zich niet kunnen uiten. Op zondag genieten ze aan het stuur van hun Rolls. Ik ga voor hen op zoek naar de wagen die ze wensen, en dat gebeurt nagenoeg altijd in Groot-Brittannië, waar ik kontakt houd met zeer betrouwbare specialisten die het merk door en door kennen. Maar eerst laat ik de klant bij mij thuis met een eksemplaar rijden. Dan merken sommigen pas dat het hier niet om een sportwagen gaat, maar om een heel andere ervaring. Bevalt de test, dan gaan we samen naar Engeland, rijden we met de wagen die we op het oog hebben, en laten we ter plaatse de herstellingen uitvoeren. Het papierwerk neem ik voor mijn rekening. Op mijn zoektocht vind ik soms wagens waarvoor ik niet meteen een koper heb. Die houd ik in reserve.

Beginnende verzamelaars kunnen al een zeer goede Silver Shadow kopen voor 550.000 à 600.000 frank. Wie iets uitzonderlijks zoekt, kan ik een 20/25 uit de jaren dertig aanraden, voor minder dan een miljoen. Een Corniche coupé, waarvan slechts 600 eksemplaren werden gebouwd, begint bij 750.000 frank ; een goede kabrio, op duizend stuks gebouwd, kan tot 1,5 miljoen frank oplopen. Ik denk nooit aan het element belegging, maar sommige klanten wel. Daarom moet ik eraan toevoegen dat de prijzen nu zeer laag liggen en in de toekomst alleen kunnen stijgen. Nee, garantie is daar nooit bij, dat kan redelijkerwijze ook niet. Het gaat om een vertrouwensrelatie, gesteund op mijn analyse en ervaring. En om het besef dat ik geregeld Engelse specialisten over de vloer haal die hier een tijdje verblijven om eventuele problemen aan de wagens van klanten op te lossen. Maar kom toch naar Flanders Oldtimer, waar Rolls-Royce de vedette is, een uitstekende plaats voor een eerste kennismaking.”

Wie te beschroomd is om meteen bij het milieu aan te kloppen voor inlichtingen, vindt uitstekende gedrukte informatie. Oldtimer/Dreamcar Magazine (oplage 23.000 eksemplaren) is een uitgave van vader en zoon de Groeve in Oostende, en wordt ook in Nederland verspreid. De bescheiden, tweemaandelijkse uitgave brengt informatie over oude modellen en merkenklubs. Achterin vindt men verschillende bladzijden aanbiedingen. ?Het oldtimergebeuren blijft hier te lande grotendeels in de hobbysfeer, waardoor de prijzen betaalbaar zijn gebleven”, aldus Jan de Groeve, die ook de organizator is achter de Mechelse Dreamcar International Oldtimerbeurs. ?Spekulanten doken tijdens de hausse aan het eind van de jaren tachtig even op, maar verdwenen even snel weer, gewend als ze waren aan snelle winsten, die uitbleven in deze sektor. Een ander fenomeen is de grote internationalizering van het oldtimerwereldje. Belgische amateurs bezitten wagens uit alle landen, in tegenstelling tot Engelsen of Duitsers, die zich vaak tot de eigen markt beperken. Na de oorlog reden hier veel meer Amerikaanse auto’s dan in de omringende landen, en dat vind je terug in de kollekties. Prettig om te zien is dat elke generatie zo zijn eigen favoriete instap-oldtimers kent. Mijn generatie houdt van Amerikanen : van Studebakers en Buicks, omdat die na de oorlog het landschap kleurden en het geloof in een nieuwe toekomst ondersteunden. De jongeren zweren bij een eerste kennismaking vaak bij de wagen van hun vader. Pas in een tweede stadium gaan ze verder terug in het verleden, en kiezen ze dan een merk omwille van de historiek of van de specifieke technische oplossingen.”

De Engelse bladen zorgen voor uren lees- en kijkplezier. Het maandelijkse Classic and Sportscar brengt zeer leesbare artikels over specifieke modellen, staat barstensvol aankondigingen, en volgt nauwgezet de veilingen van Coys of Kensington, Sotheby’s, Brooks of ADT. Naast de prijzen wordt ook de staat van de wagen nauwkeurig omschreven : van fair, redelijk, tot concours, een klassering die nog boven superb uitkomt. De redakteurs doen in elk nummer het verhaal van het wedervaren met hun eigen oldtimer, en noteren daarbij tot in detail de gedane onkosten. In een aparte rubriek worden de wrakken besproken die op boerenhoven en in achterkeukens door pientere lezers werden opgespoord. Achterin vindt men een overzicht van de prijzen van vele honderden modellen. Onderscheid wordt daarbij gemaakt volgens de staat ( good, excellent of show, de allerhoogste kwotering). We ontdekten in de tabellen dat men voor een goede Renault 4 CV (1947-61) op 1200 pond (54.000 fr.) moet rekenen, en voor een goede MGA coupé (1956-59) op 7500 pond (340.000 fr.).

Wie een goede Ferrari 250 GTO (1962-64) wil, moet 2,5 miljoen pond (112,5 miljoen fr.) neertellen. De prijs voor eenzelfde auto in show-konditie wordt niet vermeld, maar zal allicht meer dan het dubbele bedragen.

Flanders Oldtimers, Flanders Expo in Gent, 3 en 4 februari (9 u.30-18 u.30), tel. (054) 33.45.38. Retromobile, Porte de Versailles in Parijs, 9 tot 18 februari, tel. (00-33) 144.25.56.33. Techno Classica, Essen, 22 tot 25 februari, tel. (00-31) 416.38.05.53. Antwerpse Oldtimerbeurs, 1 tot 3 maart in het Bouwcentrum, tel. (03) 383.54.05. Dreamcar International, Nekkerhal in Mechelen, 27 en 28 april (9 u.45-18 u.45), tel. (059) 70.28.14.

Dan Vanden Berghe met zijn Daimler V8.

Etienne Lambrechts, sekretaris van de Swedish Car Club Belgium bij een betaalbare oldtimer, de Volvo Amazon.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content