‘HIER HUILEN ALLE MEISJES OP HUN BRUILOFT’

Shampa, 18, en op de achtergrond haar zoontje Sayem. Twee jaar geleden werd ze uitgehuwelijkt : "Ik droom niet meer voor mezelf. Maar hem ga ik leren hoe hij moet omgaan met vrouwen." © BAS BOGAERTS / IMAGEDESK.BE

Maar liefst één op de drie meisjes in ontwikkelingslanden wordt uitgehuwelijkt voor haar achttiende verjaardag. In Bangladesh is dat percentage nog veel hoger. Een schrijnend onrecht. Knack Weekend reisde mee in het zog van Plan België in de aanloop naar hun campagne ‘Stop kindhuwelijken’.

“ZESTIEN WAS IK TOEN”

Shampa staat al te wachten op een stof- fige koer. Buiten graast vee. Een geit is vastgebonden aan een brommer. Bundels jute drogen in de zon. En her en der slingert een eenzame slipper. Voor me staat een sterke vrouw. Het haar strak samengebonden, de blik ernstig. Achttien is ze vandaag. En haar kinderdroom was om dokter te worden. Alles veranderde voor haar in maart 2012. “Ik herinner me elke seconde haarscherp.” Hoe familie- leden het huis overspoelden. Hoe haar huid gemasseerd werd met kurkuma. Hoe een team van decorateurs haar ouderlijk huis versierde. En hoe een gehuurde minibus haar naar haar bruiloft reed. Om voor de eerste keer de jongeman te ontmoeten met wie ze de rest van haar leven zou delen. Strak kijkt ze me aan. “Zestien was ik toen.”

“JE STERFT AF”

Kindhuwelijken zijn altijd een realiteit geweest in Bangladesh. Met poppen spelen meisjes na hoe ze worden weggegeven. Op straat komen vrouwen spontaan getuigen. Dilruba trouwde op haar dertiende en moest meteen van school. Ze draagt een grote kleuter op haar kleine lijf. Hoe het voelde ? “Als doodgaan”, fluistert ze. “Je sterft af. En moet weer helemaal opnieuw leren leven.” Haar moeder Monora werd al op haar negende weggegeven. Pas twee weken na haar trouw kreeg ze voor het eerst haar maandstonden. “Natuurlijk is dat veel te jong”, knikken ze. “Maar je moet het ook begrijpen. Wij hebben een lage levens- verwachting. En kinderen zijn een hele verantwoordelijkheid. Door ze goed te laten trouwen, geef je ze financiële zekerheid en bescherm je ze tegen mannen en misdaad.”

Kindhuwelijken zijn het resultaat van een mix van persoonlijke overtuigingen, so-ciale normen, armoede en een gebrek aan informatie over alternatieven. Veel samenlevingen zien het als een positieve manier om een meisje en haar familie te beschermen tegen voorhuwelijkse seks of een buitenechtelijke zwangerschap. Een dochter die naar de familie van haar echtgenoot vertrekt, is haar eigen gezin bovendien niet langer financieel tot last. En hoe jonger, hoe goedkoper vaak de bruidsschat.

128.000 taka (1280 euro) wat servies en enkele juwelen. Die prijs betaalde Shampa’s familie om haar uit te huwelijken. Pas na de transactie werd ze op de hoogte gebracht. Razend. Dat was ze. En ze weigerde resoluut. “Ik heb gedreigd met zelfmoord.” Maar haar familie praatte op haar in. Dat ze toch een zware verantwoordelijkheid voor hen was. En dat ze al een hypotheek op hun land hadden genomen. “Toen kon ik niet meer terug. Ik aanvaard het nu als mijn lot. Maar het blijft een zwarte vlek in mijn leven.”

“ECHT GEWELDDADIG IS HIJ NOOIT”

“Alle bruiden huilen hier op hun bruiloft”, gaat Shampa verder. Als ze afscheid nemen van hun familie en naar het huis van hun man vertrekken. Zelf huilde ze aan één stuk door. “Om het onrecht.” Ze mist haar vriendinnen. Ze mist school. “Maar boven alles mis ik mijn eigen bed en mijn oude kussen.” Over haar huwelijk is ze droog : het is wat het moet zijn. Ze hebben een goede verstandhouding. Haar man is opgeleid. “En nee. Écht gewelddadig is hij nooit.” Ook Naisrul was zestien toen hij met Shampa trouwde. “Ons huwelijk werd op zijn verzoek geregeld. Dat maakt wat uit, daarom is hij zacht voor me.”

Gedwongen kindhuwelijken gaan vaak gepaard met fysiek en psychologisch geweld. Meisjes die voor hun achttiende trouwen, hebben een hogere kans om agressie in hun gezin te ervaren. Ook zijn ze meer geneigd te geloven dat het gerechtvaardigd is dat een man zijn vrouw slaat. De omstandigheden tonen gelijkenissen met slavernij voor meisjes : ontvoering, financiële transacties, het ontbreken van toestemming en het onvermogen om het huwelijk te verlaten.

“Heb je nog lang nodig ?”, polst Shampa koel. Het werk wacht. Al viermaal onderbrak ze ons gesprek. Eerst had haar schoonvader honger. Dan dringende dorst. Het vee, de was en de plas, heel het huishouden rust op haar schouders. “Ik zorg dat ik een verschil kan maken voor mijn schoonfamilie. Zo krijg ik respect en verdien ik mijn plek. Sinds ik er ben, loopt het huishouden beter. Daar word ik voor gewaardeerd.” Dat ze gebukt gaat onder haar taken, ziet ook het gezin. “Maar mijn twee schoonzusjes zijn nog jonger aan deze familie toegevoegd. Tot zij afstuderen, zal ik het hier wel dragen. Hun educatie wil ik hen niet ontzeggen.”

“ABORTUS IS HIER GEEN GEWOONTE”

Aanvankelijk zouden Naisrul en Shampa wachten met kinderen. Zo kon zij haar studies afmaken. En na de trouw mocht ze daadwerkelijk terug naar school. Maar niet veel later werd ze misselijk. “En… abortus is hier geen gewoonte.” Een maand voor haar eindexamen beviel ze. Ingehaald door het lot. Sayem is vandaag twee en zit rustig op haar schoot. Vakkundig heeft hij een haarspeld uit Shampa’s dot gevist en gedissecteerd. De brokstukken liggen rond haar blote voeten in het stof. Troosteloos.

De meeste jonge bruiden hebben weinig of geen zeggenschap over hun lichaam. Over of en wanneer ze seks willen. Of kinderen. De tolken vragen niet graag naar misbruik en ook de antwoorden blijven vaag. Over haar bevalling wil Shampa wel spreken. Die was zwaar. Pas zes dagen nadat haar water brak, werd Sayem met een operatie op de wereld gezet. De medische risico’s van tienerzwangerschappen zijn niet min. Wereldwijd overlijden jaarlijks 70.000 adolescente meisjes aan verwikkelingen van hun zwangerschap of bevalling. Vroege zwangerschap is vandaag de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen tussen vijftien en negentien. En elk jaar worden 3,2 miljoen onveilige abortussen uitgevoerd.

“GEEN TIJD VOOR GEVOELENS”

Lipi Ara (20) wist te ontsnappen uit de greep van de traditie. Op haar zestiende koppelde een professionele matchmaker haar aan een enige zoon van een rijke familie. Een mooiere belofte op een welvarend leven kon haar vader zich niet inbeelden. Dus hij accepteerde.

Door dikke strepen regen reppen we ons naar een bamboe afdakje bij haar huis. Haar verhaal klinkt zakelijk. Vergeefs speur ik naar emoties op haar gezicht. “Gevoelens ? Daar had ik geen tijd voor.” Voor Lipi was er maar één mogelijke uitkomst : het huwelijk afblazen. Ze weigerde resoluut en werd gesteund door haar moeder. Een groep vrienden kwam langs met infoprenten over kindhuwelijken. “Wacht even.” Ze haalt de kaarten erbij. Links straalt een jong koppel op hun trouwdag. Rechts wordt dezelfde vrouw omringd door stapels was. Eén kind hangt aan haar schouders te jengelen. Twee anderen zitten uitgemergeld op de grond. De man is nergens te bespeuren. Lipi’s vader luisterde geduldig. Maar hij hield voet bij stuk. Pas toen Plan International twee buurtwerkers stuurde, brak hij. “Zij vertelden dat hij zijn geld beter investeerde in vee. Of in de educatie van zijn kinderen. Dat dat op termijn meer zou opleveren. En ze benadrukten dat kindhuwelijken illegaal zijn.”

Vandaag studeert Lipi humane wetenschappen en Bengaalse literatuur. Daarnaast verdient ze bij als naaister en zet ze zich verwoed in als activiste. Ze organiseert cursussen zelfverdediging voor meisjes en vervult met verve de rol van abusieve schoonmoeder in educatieve toneelopvoeringen. “Oh gij rijkeluisdokter ! Uw vader had zeker slaven dat gij zo lang in bed blijft liggen !”, schertst ze met een valse stem. Haar vader lacht tevreden : “Lipi is nu een aanwinst in ons gezin. We vragen haar regelmatig om haar mening.” Wat hem dan eerst dreef ? Sociale druk, zegt hij zacht. “Woon je in een kleine gemeenschap, dan moet je ook luisteren naar de lokale gezaghebbers.” Die hele gemeenschap is tijdens ons gesprek in een haag rond ons komen staan. Zwijgend. Starend. Luisterend. Wat zij van Lipi’s inzet vinden ? Ik zoek oogcontact met een oudere man. Hij pulkt aan zijn tepel, staart naar de grond. Een felle vrouw in een turquoise hoofddoek weet het wel : “Lipi’s werk is belangrijk, ze is ongelofelijk slim. In onze buurt wordt geen kind meer uitgehuwelijkt !”

“JONG ZIJN ZE OP HUN BEST”

Mozibar (70) is zo’n lokale autoriteit. “I am very well”, lanceert de gepensioneerde leraar nog voor ik vraag hoe het met hem gaat. Alles rond hem straalt aanzien uit. Zijn baardje is perfect getrimd, zijn lichtblauwe gewaad kreukvrij. Achteloos speelt hij met een nieuwe gsm. Op de dorpsraad gisteren verdedigde hij met vuur het uithuwelijken van tieners. Waarom hij voorstander is ? Het antwoord stelt teleur. Hij spreekt als over de cuisson van zijn steak : “Tussen hun twaalfde en zestiende zijn ze op hun best, Bengaalse meisjes. Jong, rank en vol energie. Daarna verliezen ze hun schoonheid.” Kalm en gedecideerd bouwt Mozibar zijn betoog op. Dat hij weet dat er protest is tegen kindhuwelijken. En dat hij de risico’s ook wel kent. Hij wil zijn mening dan ook niet opdringen. Maar wel vertellen. Want traditie is belangrijk. “Luister. Volgens mijn godsdienst is een meisje trouwklaar vanaf haar eerste menstruatie. En vergeet niet : dit is een warm klimaat, je wordt hier sneller volwassen. Op haar twaalfde kan een vrouw perfect alle huishoudelijke taken aan. Ook jongens huwen best tussen hun zeventiende en eenentwintigste. Vijf jaar verschil tussen man en vrouw is ideaal.” Uit ervaring spreekt hij dan weer niet, zelf trouwde hij op zijn vierentwintigste met zijn twintigjarige buurmeisje. En ook zijn vijf kinderen waren meerderjarig toen ze trouwden.

“HET ZOU MIJN ZUS KUNNEN ZIJN”

Sinds 2009 kent Bangladesh een vrouwelijke eerste minister, Sheikh Hasina. Nog steeds echter houden koppige genderstereotypen Bengaalse vrouwen vast in een lagere status. Het patriarchale systeem lijkt diepgeworteld en bijzonder moeilijk om te keren. Zelfs in campagnes tegen kindhuwelijken lijkt één groep buiten schot te blijven : de mannen. Posters portretteren sterke jonge vrouwen die Engelse les verkiezen boven bruidssierraden. Ngo’s zetten in op de empowerment van meisjes. Niemand lijkt zich specifiek tot de mannen te richten. Het doet vragen rijzen. Lipi en haar moeder lieten hun stem horen. Slechts een mannelijke bemiddelaar wist wat los te weken. Kan deze traditie niet efficiënter ontworteld worden door en gedragsverandering na te streven bij mannen ? Zolang een maatschappij mannelijk georiënteerd is, moet een kentering van dit kaliber dan niet bij hen starten ?

De zestienjarige Mohammed knikt overtuigd. “Natuurlijk moet er ingezet worden op jongens. Vrouwen staan zwakker in onze maatschappij. Ziet een groepje van tien meisjes bij valavond twee jongens naderen, dan zullen ze bang zijn. Ondanks hun meerderheid. Het is aan ons, mannen, om hen op hun gemak te stellen.” Beleefd zit hij voor me. Een knappe scholier. Afwachtend. Geïnteresseerd. Al sinds zijn zevende zet Mohammed zich in als wedding buster (jongeren die strijden tegen kindhuwelijken) voor Plan International. “Het zou mijn zus kunnen zijn, denk ik elke keer.” Dit jaar bemiddelde hij bij negen kindhuwelijken, twee ervan werden afgelast. Wanneer ik hem complimenteer, wuift hij het weg. Dat het vooral een groepsrealisatie was. En allerminst heldhaftig. Eerder logisch. “Enkel jongens kunnen grensoverschrijdend gedrag van andere jongens afschrikken door te reageren. Dus dat doe ik. Wie weet durven ze het de volgende keer dan niet meer. Of de keer erna.”

Ook Shampa richt nu al haar hoop op haar zoon. “Ik droom niet meer voor mezelf.” Ze bidt dat Sayem later dokter wordt. In haar plaats. Maar vooral een goed mens. “En ik ga hem leren hoe hij moet omgaan met vrouwen.”

DOOR LAURA VAN BOUCHOUT

De meeste jonge bruiden hebben weinig of geen zeggenschap over hun lichaam. Over of en wanneer ze seks willen. Of kinderen

Mozibar (70) : “Tussen hun twaalfde en zestiende zijn Bengaalse meisjes op hun best. Daarna verliezen ze hun schoonheid”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content