Ze waren vijftien toen ze elkaar voor het eerst zagen. Liefde op het eerste gezicht, tot het lot hen scheidde. Pas vierentwintig jaar later liepen ze elkaar weer tegen het lijf. Het gevoel was er nog steeds. Zo heftig dat ze besloten om alsnog samen door het leven te gaan.

Het is dertig jaar geleden, en toch zie ik nog hoe hij het klaslokaal binnenkwam. Een felrode broek had hij aan met daarop een even rood jasje. Een colbertje, zo bleek later. Toen hij zichzelf aan de klas voorstelde, hoorden we meteen dat hij uit Nederland kwam. Verward keek hij om zich heen. Om even later op de eerste rij plaats te nemen. Naast mij. Anton uit Nederland, hij intrigeerde me meteen. Bovendien zag hij er leuk uit. Al snel bleek ook Anton mij wel leuk te vinden. Na enkele weken al was het een gewoonte geworden om na school samen huiswerk te maken. Ofwel bij mij thuis, ofwel bij hem. Zo leerde ik zijn ouders en broertje kennen. En ook mijn ouders wisten meteen wie die leuke Anton uit Nederland was. Anton en ik werden al snel de spreekwoordelijke twee handen op één buik. Tot grote teleurstelling van mijn vriendinnen. Ik trok alleen nog maar op met hem. En eerlijk waar, ik miste die meisjes niet. Dat geklets en geroddel, het frunniken met haar en make-up… Met Anton voelde dat anders. Zo anders dat we elkaar vlak voor kerst voor het eerst een kus gaven. Op de schaatsbaan in het dorp. Om dan trots als een pauw hand in hand over het ijs te glijden.

EEN ONVERGETELIJKE TIJD

Anton was een open boek. Hij ging geen enkel onderwerp uit de weg. Hoe jong we ook waren, we hadden de mooiste gesprekken. Over banale dingen. Maar ook over wat er in de wereld gaande was, de politiek en de dingen des levens die er toe deden. Anton had op dat vlak een streepje voor op alle andere jongens uit de klas. En net dat trok me aan. Dankzij hem werd dat vierde middelbaar een jaar om nooit meer te vergeten. Ook het vijfde en zesde jaar waren we onafscheidelijk. Maar toen kwam die lentedag waarop Anton verschrikt aan onze voordeur stond. Hij kwam maar niet uit zijn woorden. “Ik ga weg”, stamelde hij. Mijn moeder liet hem binnen, gaf hem een kop thee. Pas dan kwam het verhaal eruit. Zijn vader had een nieuwe functie in Groningen, helemaal in het noorden van Nederland. Anton zou daar aan de universiteit beginnen. Ons plan om samen te gaan studeren in Leuven viel van de ene dag op de andere in het water. En toch bleef ik rustig. “Groningen is niet de andere kant van de wereld”, zei ik. “Als we willen, zijn we elk weekend samen.” Zo zag ik het echt. Maar ik las twijfel in de ogen van Anton. Een twijfel die uiteindelijk terecht bleek. Anton vertrok begin juli. Tijdens de zomervakantie zochten we elkaar zo vaak mogelijk op. En toen we allebei opnieuw begonnen te studeren, hielden we het heen en weer reizen enkele maanden vol. Om dan al eens een maandje over te slaan. En op den duur twee maanden. Anton kwam er in een andere wereld terecht. En ook ik leerde op de universiteit nieuwe mensen kennen. We belden nog. En we bleven brieven schrijven. Maar ook dat verminderde. Tot Anton een ander meisje leerde kennen en ik later verliefd werd op Stefan.

DE VERKEERDE KEUZE

Stefan was een totaal ander type. Hij was stiller, filosofeerde graag en leefde grotendeels in zijn eigen wereld. Maar dat trok me wel aan. Stefan studeerde Germaanse filologie, ik volgde rechtenstudies en daarna nog een specialisatie marketing. We hadden mooie universiteitsjaren samen. Zo mooi dat we, twee jaar nadat we afgestudeerd waren, trouwden. Natuurlijk dacht ik nog vaak aan Anton. Heel sporadisch mailden we elkaar nog. Ook hij trouwde. En ook hij kwam uiteindelijk in de reclamewereld terecht, net als ik. Ons leven ging verder, zonder elkaar. Stefan en ik kregen een zoon en een dochter. Blijde gebeurtenissen. Maar ik heb de indruk dat het ook net in die periode fout is gegaan. Stefan kon niet wennen aan zijn vaderschap. Hij trok zich nog meer terug in zijn wereld. Na een tijd hadden we niets meer met elkaar. En dat maakte mij opstandig. Ik had nood aan een partner die wél communiceerde. Een partner die wél deelnam aan het gezinsleven. Maar dat was Stefan niet. En het ging van kwaad naar erger, tot ik de knoop doorhakte en besloot om Stefan te verlaten. Ik was vijfendertig toen ik aan een nieuw leven begon, samen met de kinderen. De spanning die in huis hing, maakte me stilaan kapot. Plots was die er niet meer. Alsof er duizend ton van mijn schouders viel.

DE LIEFDE VAN MIJN LEVEN

Op professioneel vlak ging me gelukkig wel alles voor de wind. Ik maakte promotie op het reclamebureau waar ik werkte. Zo moest ik ook nu en dan naar het buitenland om cursussen te volgen of seminaries bij te wonen. Naar Amsterdam bijvoorbeeld. Een bekende Nederlandse reclameman wilde het twee dagen lang met collega’s uit binnen- en buitenland hebben over de opvallendste trends in de sector. We moesten er om negen uur zijn om samen te ontbijten. Gehaast kwam ik de zaal binnen. Net op tijd. Ik trok mijn jas uit en nam een kop koffie. En toen hoorde ik een stem die ik uit duizenden herkende. Ik draaide me om en keek recht in de ogen van de jongen die me zoveel jaren geleden helemaal betoverde. Anton. Mijn hart bonkte in mijn keel. We geraakten meteen aan de praat. Nog diezelfde avond besloten we om de groep te verlaten om met z’n tweeën in Amsterdam op stap te gaan. We hadden elkaar zoveel te vertellen. Anton bleek in een hel van een huwelijk te leven. Een huwelijk vol achterdocht en agressie. Hij leefde met zijn vrouw op de rand van een scheiding. “Gelukkig hebben we geen kinderen”, zei hij. “Stel dat ik haar verlaat, dan laat ik op z’n minst geen kinderen in de steek.” Anton speelde met die gedachte, dat was duidelijk. Ik vertelde hem over mijn scheiding. En over hoe gelukkig ik was nu ik weer op eigen benen stond. Het was alsof we elkaar nooit hadden losgelaten, zo vertrouwd voelde het. Compleet in de war reed ik naar België terug. Ook Anton was volledig van de kaart. Hij wilde me snel terugzien, zei hij. Enkele dagen later stond hij al voor mijn deur in Antwerpen.

VERLOREN JAREN INHALEN

Anton en ik bleven elkaar zien. Hij kwam naar Antwerpen. Ik trok enkele keren richting Groningen. Al was het maar om even met elkaar te lunchen. We leefden van de ene afspraak naar de andere. Ik was opnieuw verliefd. En ook Anton liep op wolken. Ook al werd zijn gevoel nog sterk overschaduwd door de situatie thuis. Hij wilde bij zijn vrouw weg, maar vocht met zijn geweten. En met zijn belofte van toen : voor eens en voor altijd. Het feit dat hij dat niet zou kunnen waarmaken, speelde hem parten. Tot ik op een dag het telefoontje van mijn leven kreeg. “Het is zover”, zei hij. “Ik heb het haar verteld. Ik rijd nu richting Antwerpen.” Enkele uren later stond hij in mijn woonkamer. Met een koffer. Anton kwam in Antwerpen wonen. Hij kon meteen aan de slag bij een reclamebureau in de stad. We zijn nu zo’n zes jaar verder. Ik durf gerust te zeggen dat hij de man van mijn leven is. En ook ik ben voor hem zijn grote liefde, dat weet ik zeker. Na jaren hebben we elkaar teruggevonden. Nu zijn we volop met onze inhaaltijd bezig. Elke dag opnieuw is het fijn om naast deze man wakker te worden. En om met volle teugen van elkaar te genieten. Mijn Anton uit Nederland. De man die mijn leven twee keer op z’n kop zette.

DOOR BARBARA CLAEYS

“Ik draaide me om en keek recht in de ogen van de jongen die me zoveel jaren geleden helemaal betoverde”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content