Het zal wel een vreemde bekentenis zijn, too much informa- tion ongetwijfeld, maar sinds jaar en dag heb ik een zwak voor nachtgoed van het merk Eskimo. Mijn liefde voor het Gentse familiebedrijf dateert van de late jaren zeventig, toen de dieren nog ginnegappend rond de dorpskerk dansten en ik de autobus nam met mijn meter zaliger, om in de nabijgelegen stad K. een bonnetterie te bezoeken.

Ik herinner mij de hoekjes en kantjes van deze winkel, de vleeskleurige korsetten, het speldenkussen en de kopspelden, het stof dat in het zonlicht dwarrelde, het plakband en de gebarsten spaarpot naast de kassa. De geheimzinnige dameslingerie, die opgetast lag in wankele stapels en mij vervulde met een mengsel van nieuwsgierigheid, gêne en broeierig verlangen, al moest nog duidelijk worden naar wat. Mijn meter sprak met de vrouw van de winkel over onderwerpen die in mysterie baadden, te meer door de gedempte toon waarop zij werden behandeld : gebroken huwelijken allicht en het wel en wee van de menstruale cyclus. De zaak-Jespers en misschien ook Leo Tindemans, die in die tijd menig hart van vrouwmensen op jaren sneller deed kloppen.

Na afloop kreeg ik twee pyjama’s van badstof, met een logo dat we toen nog niet zo noemden maar waarop een pinguïn en een Eskimo schouder aan schouder stonden. Dat vond ik geweldig, en ik geloof niet dat ik later ooit nog zo zalig heb ge-maft als in ‘de blauwe’ en ‘de beige’, zoals ik ze doopte, als betrof het muziekalbums die legendarisch zouden worden. Op de een of andere manier moet die dag voor mij bijzonder zijn geweest, want hij staat in mijn geheugen gegrift zoals sommige dingen je bijblijven, schijnbaar zonder reden, als de mist boven een braakliggende akker op een ochtend lang geleden. Misschien heeft zich in die pyjama’s van Eskimo een soort liefde verborgen die zich er niet gemakkelijk weer uit laat kloppen.

Nu is het sowieso al erg met mij gesteld, met alles wat retro is of uit het verleden komt. Altijd weer die voorkeur voor het kleinschalige, het verdwijnende en het vervagende. Het uitstervende, teloorgaande en aan-het-kortste-eindtrekkende. De gekste dingen zou ik in dat verband kopen, zoals onlangs nog een kwartshorloge uit 1979 dat Oh ! Susanna kon spelen, omdat ik er ooit zo een had bezeten. Twee uur heeft het nog gelopen, alvorens de vermoeide, vloeibaar-kristallen geest te geven. Toen ik de verkoper contacteerde, viel hij uit de lucht. Het tegendeel zou meer verbazing gewekt hebben.

Mijn hart mankeerde een slag toen ik onlangs, bij een van mijn nachtelijke strooptochten die overal en nergens naartoe leiden, op de website van Eskimo terechtkwam. Opeens stond ik pardoes en zonder kloppen in het walhalla van het ondergoed. Het was geen erg swingende webshop, en de creaties droegen namen als Jurgen, Lothar, Scotty, Anthony, Galaxy en Future 3000. Wat mij er niet van weerhield meteen enkele stuks te bestellen.

Twee dagen later arriveerden de Jurgens en Lothars per post, in een bestofte verpakking die mij niet de beste zet leek om de klant te overtuigen van de cool van je producten. Mij stoorde dat niet, ik vond het prachtig en on- eigentijds authentiek. Teleurstellend was wel dat ze de pinguïn in het logo achterwege hadden gelaten, zodat de Eskimo nu eenzaam stond te kleumen.

“Waarom zouden ze dat veranderd hebben ?” vroeg ik aan een collega, die altijd van die dingen weet en een vat is vol wonderlijke en obscure anekdotes, onder meer over moslims die begraven werden in varkensblazen om te verhinderen dat zij naar het paradijs zouden kunnen opstijgen. “Eskimo’s leven op de noordpool en pinguïns op de zuidpool”, antwoordde hij met een lachje dat mij niet helemaal aanstond. “In de praktijk komen ze elkaar dus zelden tegen bij de slager.”

Dat zal dan wel de reden zijn, dacht ik, met ongeveer dezelfde ontgoocheling als toen het zingende kwartshorloge mij in de steek liet. Ik voelde een vaag verlangen naar 1906, toen Eskimo werd opgericht en het nog niet zo nauw luisterde met de fauna en de flora.

Maar gelukkig sterven helden nooit. Eerstdaags verrijst de pinguïn uit zijn as met een nieuw en meer trendy assortiment, dat wordt verkocht als Original Eskimo. In het logo daarvan staan mijn twee poolbewoners wél weer broederlijk naast elkaar. De Eskimo, uiteraard made in China tegenwoordig, wijst met gulle lach naar de toekomst die gloort aan de horizon. De pinguïn staat daar verbouwereerd naar te kijken, met een kraaloog en vleugels die onhandig lijken – onge-veer, kortom, zoals ik.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Ik geloof niet dat ik later ooit nog zo zalig heb gemaft als in ‘de blauwe’ en ‘de beige’, zoals ik ze doopte

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content