“Het orgasme”, vertrouwden ze me toe. “De liefde bedrijven. Vrijen. Seks natuurlijk.” Maar dáár wilden ze niets over kwijt. Te privé, te persoonlijk. En natuurlijk hebben ze gelijk, want de meest sensuele momenten, als elke aarzeling en grens verdwijnt, zijn vaak te broos voor het witte papier of het harde daglicht. Maar het leven biedt nog andere flitsen van opperste sensualiteit waarbij de rillingen sidderend over je rug lopen, je huid in vreemd-stug kippenvel verandert, je ogen wazig worden of je adem stokt. Smaak en geur, huid en handen, ogen en oren tillen je op tot genot, verrukking, ontroering en verdriet plots in hoofdletters voor je staan. Dat ene sensuele moment wilden ze me wel toevertrouwen.

Zelf voel ik het soms in de armen van een man die kan dansen. Dat sublieme genot is omgekeerd evenredig met het ellendige gevoel dat mij overvalt bij een man die niet weet hoe hij zich op de dansvloer moet gedragen. Die onwennig rondhuppelt, een pasje voor-, een pasje achteruit, net iets tegen het ritme van de muziek in. Je botst zo’n beetje tegen elkaar aan, en er is geen enkel moment van plezier of ontspanning. Terwijl ik de hele tijd geduldig en beleefd blijf, kan ik alleen maar wachten tot de kwelling voorbij is.

Geef mij de betovering die uitgaat van een man die hét in zich heeft, die weet hoe hij een vrouw moet aanraken, haar lichaam kan opnemen in een bedwelmende stroom van ritme en beweging tot elk besef van plaats en tijd verdwijnt. Alleen al de gedachte aan dat gevoel van aanraking, zijn hand op mijn rug, net onder mijn schouderblad, zijn lichaam tegen het mijne, zijn ingehouden kracht en zijn prikkelende geur doet mij huiveren. Zo heeft een man mij ooit verleid. Dansen met hem was eenvoudig. Op het moment dat ik zijn hand over mijn rug voelde glijden, trok hij mij mee in een beneveling van wisselende ritmes, traag en slepend, snel en hevig. En ik, ik hoefde hem slechts te volgen.

Erwin Mortier, schrijver

Het feest dat geruisloos losbarst als het echte feest voorbij is, wanneer de tafel nog vol lege glazen staat, de servetten naast de borden liggen en tussen de stoelen sigarenrook verschaalt. Al wat sporen van gebruik vertoont. Het boek uit de bibliotheek waarop iemand koffie heeft gemorst of het klad van een brief vergat. Bankbiljetten door zoveel handen gegaan, die behalve hun waarde de woorden “bel me” vertonen, voorzien van een nummer dat niemand ooit zal draaien. Omgewoelde lakens. Een lege kerk na een begrafenis. Een blanke hals waarin zich lippen of stoppels hebben gedrukt.

De ogen van een minnaar, vollopend terwijl hij leegloopt. Een keukentafel in de diepe winter of de zomer op zijn hoogtepunt, met vliegen rondjes draaiend onder de lamp en op het houten tafelblad verdwaalde kruimels, vegen jam, gemorste melk, een ingekerfde broodplank en een beboterd mes. De voldoening het lege blad tegen ’s avonds beschreven te zien en moe te zijn, pijn in de schouders te hebben en inktvlekken op de duimen. Een dag lang niets anders te horen dan het gekras van de pen over het papier. In winkels pennen zoeken die niet te luid krassen en ook niet te stil, over papier dat niet te hard is maar ook niet zacht, maar net hard en zacht genoeg om de halen te laten horen waarmee ik van het oppervlak van mijn leven schilfers betekenis schraap. En dan in zo’n winkel met een juffrouw te praten die al haar laden opent, alle dopjes losschroeft, alle vellen uitspreidt, en in plaats van me gestoord te vinden het allemaal begrijpt en zegt dat het belangrijk is.

Gerda Dendooven, illustrator

Ik ben nogal visueel en aards ingesteld. Mijn eerste sensuele herinnering gaat terug tot mijn kinderjaren, toen mijn moeder pannenkoeken bakte. Het leken echte zeemvellen, maar dan warme. De boter zien smelten en de pannenkoek oprollen vond ik bijzonder zinnenprikkelend. Dat warme rolletje in mijn hand houden (als kind eet je zoiets altijd met je handen) en dan een grote hap nemen. Niks is vergelijkbaar qua samenstelling: zacht en toch niet week, wat veerkrachtig en niet stug. Af en toe legde ik een pannenkoek op mijn gezicht als een grote, warme tong, of ik beet er grote gaten in voor mijn ogen en mijn mond. Mijn tong door zo’n gat steken vond ik heerlijk. De aanblik van een stapel pannenkoeken roept dat allemaal weer op.

En verder vind ik het heupbeen van een op haar zij liggende vrouw en de ingevallen flanken van mannenbillen wonderlijk. Maar het sensueelst van al is een iets oudere vrouw, beetje streng, met een zijden blouse hoog dichtgeknoopt met een sjaalkraag. Schooldirectrices of kassiersters in de supermarkt dragen soms zo’n blouse op feestdagen, en bij elke beweging lijkt hun hele lichaam mee te golven in die stof. Mij zal je er nooit in zien rondlopen, maar ik mag er graag naar kijken.

Jan Hautekiet, muzikant, nethoofd Studio Brussel

Mijn ultieme sensuele kick – buiten het bed – is zonder twijfel het aanslaan van een E mineur 7/9-akkoord op een versgestemde Steinway D-vleugelpiano. Mi, sol, la, re, fa kruis, niet te hard, niet te zacht. Ik krijg het met 4 vingers voor mekaar. Een orgasme nabij.

Toen ik twee jaar geleden met Patrick Riguelle de cd A Minor Thing opnam, oefenden we op een Steinway. En meteen wist ik: er moest en zou zo snel mogelijk een Steinway de studio binnenrollen. Als u het E mineur 7/9-akkoord wil beluisteren, moet u even het nummer Are you deceiving me opleggen. Dat is het eerste wat u dan hoort.

Steinway & Sons (“Didn’t know he was married”, zei Groucho Marx ooit) maakt al ruim 140 jaar piano’s van de bovenste plank. Meubels die met het grootste respect moeten behandeld worden. Met een lichtjes vochtig zeemvel, met de nerven mee, zoals hij gepolitoerd werd in de fabriek. Ook de toetsen – 88 stuks – moet je met datzelfde zeemvel en de grootste omzichtigheid reinigen. Je mag ook niks op zo’n piano zetten: geen potten, vazen, beeldjes, en zeker geen glazen of een thermosfles.

Een Steinway komt goed gestemd uit de fabriek, in New York op 440 hertz, in Hamburg op 443. Maar dan begint de aftakeling door klimaat en vocht, zodat het instrument best een keer of drie, vier per jaar wordt gestemd. Bij een concertpiano moet dat voor elk optreden, en ook in een opnamestudio laat je best bij elke opname de stemmer komen. Het onderhoud laat je ook niet over aan amateurs. Als je er een haarspeld, een potlood of een muntstuk in laat vallen: meteen een expert bijhalen, zelf afblijven.

Wie wil, kan de legendarische exemplaren zelfs op een toer gaan bekijken: de vleugel die met Vladimir Horowitz door Rusland reisde in 1989 en waarop hij zijn laatste plaat maakte; de vleugel van Van Cliburn; het blauwe art-deco-exemplaar, gebouwd ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van George Gershwin. Op dit ogenblik staan ze allemaal in Boston. Dus als u de komende weken niet weet wat gedaan… En probeer dan zeker eens het E mineur 7/9-akkoord: mi, sol, la, re, fa kruis – niet te hard, niet te zacht.

Riguelle & Hautekiet, Red Harmony (LCM – CTC 2990152), A Minor Thing (LCM – CTC 2990142).

Hans Van Boxel, opvoeder

Bij sensualiteit denk ik al te gauw aan iets dat naar binnen gaat. Een volmaakt gechambreerde bourgogne die tussen geur en afdronk een onwaarschijnlijke complexiteit ontrolt. Een trek van een veel te dure havanna. Een stoofpotje waarvoor ik zonder verpinken mijn eerste geboorterecht, mijn voorraad havanna’s en Bourgogne – en waarom en passant ook mijn reputatie niet? – veil zou hebben. Maar het echte, diepreikende, primitieve en bevrijdende genieten beleef ik pas als er iets naar buiten gaat. Ja, ik weet waaraan u denkt.

Maar een fraaie drol die zich in een lange soepele beweging naar buiten wurmt om met een magistrale plons in de pot te belanden, dat is een kostbaar moment. En die plons hoort er echt wel bij. Mijn gevoeg heeft iets onvoltooids als hij met een zacht plofje moet eindigen op een hoop zand of bladeren, of erger nog, in het van een miezerig plasje voorziene voorgeborchte dat het toilet van sommige vrienden en familieleden blijkt te kenmerken.

Misschien nog subtieler is het wellustige genot van een te lang opgehouden plas. Bij de eerste aandrang meteen de gelegenheid opzoeken is barbaars of kinderlijk. De waarachtige levensgenieter weet dat enig uitstel en een beetje lijden tot iets veel hogers leiden dan het ledigen van een volle blaas. De volmaakte bevrijding na een zelfopgelegde kwelling, het moment waarop de haast onhoudbare spanning overgaat in het complete loslaten en de totale overgave. Met gesloten ogen rechtopstaand (sorry dames!) leegstromen als de druk net onhoudbaar geworden is, terwijl in omgekeerde richting een rilling van de onderste ruggenwervels naar de schouders trekt. Dat is genieten. En dan hoef ik het geklater of geborrel van een gewoon toilet niet. Daarbij hoort een echt pissijn of de vrije natuur. Al kan je dan achteraf niet nog een heerlijk kwartiertje ongestoord zitten lezen.

Tessa Vermeiren, directeur Weekend Knack

Een van de opwindendste strelingen is die van een warme zilte zomerwind op een Grieks eiland, een wind waar je tegenin wandelt, precies om te genieten van dat unieke gevoel.

Maar niets gaat boven het echte. Nekhaartjes die rechtop gaan staan als een (liefst niet te zachte) hand over je huid wandelt. Met je vingers de contouren van een geliefd lijf aftasten en merken hoe het zich onder die beweging ontspant. Huid die met al haar poriën luistert en geniet. Strelen of gestreeld worden: rust geven, rust ontvangen. Spreken zonder woorden, vertellen in lange zachte halen van je handen. Je volkomen overgeven aan handen waarop je vertrouwt dat ze je niet pijn zullen doen, of toch maar even, net genoeg om je een rilling te bezorgen.

Strelen begint soms alleen maar – verlegen – tussen handen. Handen die elkaar nauwelijks aanraken in een publieke ruimte zijn vaak intiemer en onthullender dan twee naakte lichamen in een bed. Een man die zittend het hoofd achterover laat vallen en zijn keel bloot geeft, zijn dasknoop losmaakt en je dat kwetsbare deel van zijn lichaam geeft, voorzichtig vragend naar meer.

Sven Speybrouck, producer van Groot Gelijk en presentator bij Radio 1.

Het ultieme sensuele moment heeft alles te maken met verdwijnen. Het verdwijnen van een geur. De geur van je lief. Of liever: de vrouw van wie je zielsveel hebt gehouden, maar die je toch kwijt bent. Zodat je achterblijft met alleen een T-shirt. Je eigen T-shirt. Waar zij in geslapen heeft. Gisteren nog. Of vorige week. En dat nu in je bed ligt, doordrongen van haar geur. Van hoe zij rook. Van wie zij was. Helemaal. Van kop tot teen. Als je aan het T-shirt ruikt, staat ze er. Met huid en haar. Als je je ogen sluit, hoor je haar adem, voel je haar hoofd op je schouder, proef je haar hals, weet je wat ze in je oor fluistert.

In het begin lukt het nog, en kan je jezelf nog wijsmaken dat ze niet helemaal weg is. Maar dat wordt met de dag moeilijker. Tergend langzaam gaat haar lijfgeur verloren. Glipt het laatste restje van haar lichaam uit het katoen. Je moet steeds verder zoeken, en wat niet kan en mag, gebeurt toch. Want op een dag verdwijnt haar geur. Onherroepelijk. Weg. Voor altijd. En daar sta je dan, met je eigen, onnozel, nietszeggend T-shirt in je handen. En misschien, als je voor de laatste keer, tegen beter weten in, alle vezels van het T-shirt afsnuffelt, ontdek je, totaal onverwacht en heel ver weg toch nog een schijn van wat een geur zou kunnen zijn. Een flauw maar onmiskenbaar spoor. Van haar. Je durft het bijna niet te geloven. Misschien is het slechts de herinnering aan haar geur die je geheugen plots in vuur en vlam zet. En je weet niet wat je moet doen: als een waanzinnige snuiven, of heel voorzichtig je neus tegen de stof vlijen. Dat moment, dat is het.

Linda Asselbergs, journaliste Weekend Knack

De door merg en been gaande huivering van genot als je in een warm bad stapt, bij voorkeur na een forse wandeling door de vrieskou. Even lijkt het alsof elke vezel van je lichaam samenkrimpt, daarna verspreidt een algehele zaligheid zich door spieren, pezen en zenuwen waardoor je in een staat van halfbewustzijn raakt, een doezelig limbo waarin je gedachten als nieuwsgierige toeristen op excursie vertrekken. Persoonlijk doe ik mijn beste denkwerk in bad, alleen jammer dat ik thuis een douche heb.

’t Is ook een beetje een kunst, een bad nemen, en het vereist een degelijke infrastructuur. Niets is frustrerender dan een hotelbadkamer waar er lauw water uit de kraan komt, omdat iedereen op hetzelfde moment besloten heeft een warm bad te nemen, bijvoorbeeld. Maar te heet water deugt ook niet, want dan zit je binnen de kortste keren met een bonkende rode kop in de kuip en wil je er zo snel mogelijk uit. Een degelijke mengkraan is dus een must en verder moet de kuip ook groot genoeg zijn, zodat je genieterig achterover kunt liggen, met alleen het ovaal van je gezicht boven water en van die kolkende Commandant Cousteau-geluidjes in je oren.

Gevorderden moeten beslist eens proberen op hun buik in bad te liggen. Het geeft een instant vakantiegevoel en het idee dat je een beetje avontuurlijk leeft, maar mensen met rugklachten kunnen er beter niet aan beginnen. Nadat de diverse ledematen eenmaal tot wederzijdse tevredenheid gearrangeerd zijn, kan met z’n tweeën in bad zitten ook wel tot enig sensueel genot leiden. Alleen verdragen mannen heet water veel slechter dan vrouwen en verdenkt zo’n man je er al snel van dat je zijn gevoelige delen à la nage wil prepareren.

Gil Vrydaghs, theatermaker, per fiets op reis door Midden-Amerika en Cuba

Mijn hevigste sensuele momenten beleef ik op reis, op plaatsen waar je zintuigen plots één worden met de natuur: in de woestijn, aan zee nu in de Caraïben, na een beklimmimg van de Pacayavulkaan in Guatemala, in Ladakh met de moto door de Himalaya, op de Niger in Mala. Aarde, water, vuur, lucht en ruimte, alles wordt daar zoveel intenser. En als je gescherpte zintuigen, op die reeds heilige plaatsen, ook seksueel beroerd raken, wordt het leven plots een ultieme kunstvorm, en voel je je een schepper.

We waren met de moto in Frankrijk, in de Haute-Languedoc. Het was een stralende dag, en er was die lekkere, zwoele wind, die machtige waterval, het gedruis van de watermassa, de kloof in het gebergte, en wij, op die grote rots boven de afgrond. We hebben ons uitgekleed, de zon brandde op onze huid, en we voelden en proefden elkaar. En boven ons was geen god, want wij waren god.

Sofie Albrecht, beautyredactrice Weekend Knack

Mijn reukzin kleurt mijn leven, roept de sterkste herinneringen op en helpt me om dingen en mensen te beoordelen: “Verzorgt hij zich goed? Draagt zij wel of geen parfum? Welke soort parfum?” Vaak maak ik er een spelletje van om iemands parfum te herkennen. Maar ik vind het ook prachtig als ik mij vergis, want er gaat niets boven die intrigerende, onherkenbare mengeling van lichaamsgeur en parfum.

Ook op seksueel vlak spelen geuren een cruciale rol voor mij. Mijn eerste kus gaf ik aan een jongen die niet echt mijn type was, maar wel onweerstaanbaar rook. Hij droeg een zalig parfum, maar het was meer dan dat. Het was die mengeling met zijn eigen warme lichaamsgeur die hem zo sensueel maakte. Ooit volgde ik een man, de hele Antwerpse Meir lang, alleen om zijn geur. Een lichaamsgeur die je onaantrekkelijk vindt, zou een indicator zijn voor genetische onverenigbaarheid. Ik denk dat dat wel klopt.

Sensueel is ook de geur van door de zon opgewarmde huid. Of het verse zweet van mijn vriend die net in de tuin heeft gewerkt. Op eenzame momenten – hij is vaak in het buitenland – duw ik mijn neus in een van zijn gedragen T-shirts.

Jan Demol, programmamedewerker bij De Nieuwe Wereld, Radio 1

Een druilerige zondagnamiddag, zelfs naar novembernormen. Het voelde bijna als een novemberzondag van 25 jaar geleden, toen je je niet eens kon permitteren om iets aangenaams te doen of te denken, omdat anders de realiteit van de eeuwigdurende schoolweek al te bruusk kwam, en je wist dat dat niet gezond kon zijn.

Zondagnamiddag 12 november 2000 ging zelfs veel verder terug. Naar een tijd toen verdriet groot en schoon, en geluk klein en simpel was. Meisjes heetten Petronel of Loesje, en diep in je hart kon je niet boos op hen zijn.

De premièrevoorstelling van Duveltjeskermis, een muziekprogramma van Esmé Bos en Bart Voet met halfvergeten liedjes uit de jaren ’30 en ’40. Eigenlijk was het gewoon werken. Notitieboekje en schrijfgerief discreet op schoot. Maar tijdens het eerste liedje was het al zover. Ik liet me schaamteloos onderdompelen en heb de hele voorstelling zitten glimlachen met tranen in mijn ogen. Van Bei die Kazerne tot Somewhere over the Rainbow. Zo mooi, zo eerlijk, zo juist. “Dit is de schoonste muziek ter wereld, laat dit alsjeblieft niet te gauw voorbij zijn.” Dat denk ik bijna altijd als ik een goede plaat opleg, maar deze keer wist ik dat het waar was en dat alle volmaakte opa’s en oma’s in de zaal dat ook vonden. Zij hadden de tijd waarin die liedjes gemaakt werden zelf meegemaakt. En voor het eerst was ik daar verdomd jaloers op. Ik had er zelfs een oorlog voor willen bijnemen. Al wist ik wel dat dat laatste niet waar was.

Binnenkort wordt Duveltjeskermis herhaald, en komt de Duveltjeskermis-cd uit. Info bij Garifuna: Tel. 014-85 37 03.

Ann Cuyvers, zaakvoerster van Erotische Verbeelding

Ik was net terug uit Senegal, met de Afrika-blues in mijn lijf en het vage vermoeden dat ik misschien wel zwanger was. Toen de onrust mij te groot werd, kocht ik een zwangerschapstest en trok ik me terug op het toilet. En net toen ik naar dat vochtige staafje zat te staren, kwam hij onverwacht nog even thuis, de badkamer binnen. En toen gebeurde het. Vijf minuten lang werden we meegesleurd door alle emoties van de hele wereld, en voelden we ons volmaakt één. Het was hevig en intens, en ja, ook sensueel. Een uur later vertrok hij naar Frankrijk, ik liep op wolken. Urenlang hebben we de volgende dagen met elkaar getelefoneerd. Het hele huis geurde al naar babybilletjes.

Op dit ogenblik slaapt ons tweede kindje in mijn buik.

Jan Leyers, zanger

Eén liedje zingen op tv kost mij een hele dag. Dat beseffen de mensen niet. Het is een dag van aankomen in de studio, wachten, repeteren, wachten, nog eens repeteren, nog meer wachten, geschminkt worden, stand-by blijven, om dan uiteindelijk, gedurende drie minuten, het beste van jezelf te geven.

Zeur niet, die drie minuten maken het toch de moeite waard? Daar doe je het toch voor? Een beetje wel natuurlijk, maar pas na het zingen komt het sublieme moment waar ik stiekem de hele dag naar uitkijk. Ja, soms is afbreken makkelijker en aangenamer dan opbouwen.

Je hebt je ding gedaan, je komt van dat podium, je laat je in de schminkstoel zakken, gooit je hoofd achterover en hoeft aan helemaal niks meer te denken. Alleen maar wegzinken in het zalige niets. Er wordt je ook niks meer gevraagd. Vooraf, bij het schminken, wel. Of je mascara op wil, of je graag gel in je haar hebt en of Soulsister nu écht nooit meer bij elkaar komt. Maar met het verwijderen van poeder en fond de teint valt die druk weg. De schminkster weet perfect wat ze moet doen en hoeft je geen enkele vraag meer te stellen. Voor het slopen van een huis heb je geen architect nodig.

In het begin mag het best een beetje ruw, die smurrie moet er nu eenmaal af. En bovendien gloei je altijd na een optreden, zodat koude reinigingsmelk op de kleenex heerlijk aanvoelt. Voorhoofd, wangen, keel en de rug van je handen: alles wordt stilzwijgend schoongewreven. Vaker wel dan niet moet je vechten tegen een traag opkomende lome slaap.

Maar eens het puin geruimd, wordt het spannend. Sommigen houden er dan mee op, zeggen “voilà!”, en plukken nog een laatste pluisje kleenex van je kin. Anderen halen op dat moment uit hun persoonlijk tasje (niet dat van de omroep waar alle noodzakelijke spullen inzitten) een anoniem ogend potje om bij wijze van extraatje je gezicht met een nachtcrème in te smeren. Zalig. En dan, heel af en toe, gaat ze door. Doet ze meer dan wat er in haar CAO staat. Kamt ze met haar nagels net hard genoeg door je haar. Drukt ze haar duimen in je nek. Het leven is geen lach, maar in de afschminkstoel zit je even in de hemel.

Nathalie Namavar, 16 jaar, won met Zomerkamp de Matilda Boekenprijs

Onverwachte neerslag zondert me af van de schuilende mensen. Druppels glijden ongegeneerd over mijn huid als gedachten en emoties uit de nabije geschiedenis. Ze laten enkel een leegte achter die zo vullend is dat er geen nood is aan meer. De parels uit de hemel kletsen tegen mijn lichaam zodat er geen plaats is voor opstand, en ik geef me over aan een ritmische dans tussen het water. Ontlading. Het is de bliksem die me wekt uit het oergevoel. Terwijl de wind me afdroogt, voel ik een energetische moeheid. En ik denk dat mijn lasten, opgelost in het water, mee verdampt zijn.

Nathalie Namavar, Zomerkamp. Houtekiet, 2000, 93 blz.

Leen Daems, studente

Wie ziet er niet op tegen een vliegtuigtrip? Lange rijen bij het inchecken, formaliteiten en controles, benepen beenruimte, de lijfgeur van je ongekozen reisgezel. Voor mij zijn al deze ongemakken een dankbaar offer. Een soort voorspel tot dat ene moment, dat begint bij het taxiën op de startbaan. Spanning groeit in mijn onderbuik, waar ik veilig de gordel overheen heb geklikt. Alsmaar sneller gaat het dan, sneller, sneller dan je ogen kunnen volgen. Achterover leunen, ogen dicht, overgeleverd aan de kracht van de motoren, los van alle controle, tot de wielen van het tarmac komen en tonnen metaal in de lucht worden getild. Alles wordt ijl, en met mijn hand discreet op de juiste plaats ga ik van de grond, ogenschijnlijk solidair met de bleke buur in doodsangst. Op het einde van de klim naar grote hoogten vervangt een monotoon geronk het geloei, en zink ik soezend weg.

Marleen Taekels, actrice, na een maandenlange motortocht door India

Na 20.000 km rondtuffen moet ik toegeven dat het cliché “India is een streling voor de zintuigen” bewaarheid wordt. Maar omdat ook het tegenovergestelde waar is – het lawaai, de drukte en het stof van de Indiase steden vormen een vreselijke aanslag op je zintuigen -, was ik na drie maanden rondreizen in dit land van geuren en kleuren dringend aan een opknapbeurt toe. Een weekje strandleven in Goa zou me deugd doen.

Vast van plan mij eens lekker te laten verwennen, stapte ik het eerste het beste massagesalon binnen en gaf ik me over aan de zachte handen van een Indische schone. Puur genot. Eerst smeerde ze mijn armen, benen, billen, rug, buik, schouders en nek in met een kruidige olie, daarna kneep, klopte en wreef ze mij zacht maar stevig. Elke spier, elke pees, elk gewricht nam zij onder handen, en al snel voelde ik alle stramheid uit mijn lichaam verdwijnen. En na een speciale acupressuurbehandeling van mijn hoofd, gelaat, handen en voeten waande ik mij stilaan in de zevende hemel. De magie van de aanraking. Eeuwig mag die voor mij duren.

Ontspannen zweefde ik naar buiten, en vlijde ik mij neer op het warme zand. Wat later dook ik in het iets koelere water, en voelde ik de frisse tinteling op mijn huid. Zwemmen is liefhebben met elke nog bruikbare porie. En na die frisse duik was een fruitvrouw al bezig een ananas in stukken te snijden. Niets heerlijkers dan een sappig stuk fruit op een paradijselijk strand.

Ingrid Neujens, zaakvoerster Erotische Verbeelding

Deze keer lieten we oudejaarsavond gewoon over ons heenkomen. Terwijl de restaurants en de kroegen volliepen, wandelden we door stille straatjes, verlaten pleintjes en oude havendokken, steeds verder weg van de feestdrukte. Urenlang stapten we, glimlachend bij de gedachte dat we deze keer geen geld spendeerden aan eten en drank, dat we niet urenlang opgedirkt aan een tafel zaten. Even voor middernacht zochten we een plekje op aan de andere kant van de Schelde. We hadden een prachtig zicht op de stad, en het leek alsof het vuurwerk alleen voor ons bestemd was.

Verkleumd en klappertandend belandden we uiteindelijk in een kleine, bijna verlaten kroeg met fijne, oubollige muziek. We nestelden ons behaaglijk bij het raam, onze voeten op de verwarming. En toen kwam het ultieme moment: een warme chocolademelk met een flinke borrel, gloeiende wangen, tenen en vingers die stilaan terug tot leven kwamen en de gedachte dat we de volgende dag, zonder kater, een heel nieuw jaar konden beginnen.

Redactie Annemie Struyf / Foto’s Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content