De laatste veertien jaar, zo blijkt uit mijn slordig uitgevoerde berekeningen, zijn er evenveel mensen bijgekomen als er omstreeks 1850 alles samen op de wereld leefden.

U leest het goed : de voltallige wereldbevolking uit de tijd van Charles Darwin is er deze eeuw al bijgekomen. Sinds 9/11 ongeveer dus, een datum waarvan de meesten van ons zich nog levendig kunnen voorstellen wat ze aan het uitvreten waren.

Nu is de overbevolking een van die onderwerpen waar we het liefst in een wijde boog omheen lopen. Als iemand zegt dat er mensen te veel zijn, dan voelen we ons persoonlijk aangesproken. Die persoon lijkt ons bestaansrecht in twijfel te trekken en te zeggen dat u en ik maar beter kunnen ophoepelen. Dat staat haaks op de natuur ; je maakt een varken ook niet wijs dat er varkens te veel zijn. De kat wil de wereld verkatten, de hond wil haar verhonden en zelfs de bedwants vindt dat er een schrijnend tekort is aan bedwantsen. Geestelijke leiders aller landen blijven tot vermenigvuldiging oproepen, wat nuttig was in de tijd dat er geen mensen genoeg werden geboren om de sterfte bij te houden. Van homohaat tot kinderbijslag : tot in het diepste van onze genen blijven we gericht op voortplanting.

Het probleem is dat al die vers gemaakte mensen ook niet graag blijven stilzitten. Ze willen zich verplaatsen, die vreemde hebbelijkheid van ons die Blaise Pascal lang geleden al deed opmerken, met een boutade die tegenwoordig viraal zou gaan : “Alle ellende komt voort uit het feit dat mensen niet rustig op een stoel kunnen blijven zitten.” Verplaatsen leidt, zoals we intussen weten, tot fijn stof, de uitstoot van CO2 en klimaatopwarming. Daarbuiten zijn we de wereld aan het verwoesten, door de dwanggedachte dat we nergens goed zijn en altijd ergens anders naartoe moeten. Toch wordt het doorgaans nog cool bevonden, je per vliegtuig te verplaatsen in alle windrichtingen.

De manier waarop mainstream nieuwsmedia berichten over de klimaat- opwarming, valt op zijn minst eigenaardig te noemen. Neem nu de vaststelling dat er in de herfstvakantie maar liefst vijf weerrecords sneuvelden. Je zou geneigd zijn je daar vragen bij te stellen, maar wat zie je op televisie ? Meisjes in bh, die een frisse duik in de Noordzee wagen. Dagjesmensen, die zeggen dat het weer ‘ideaal’ is om een wandeling te gaan maken. Zelfs de meest abnormale temperaturen worden bij voorkeur als begerenswaardig voorgesteld, want het moet toch gezellig blijven.

De schadelijke gevolgen van de klimaatopwarming zijn even populair – en helaas ook even onvermijdelijk – als de rekening die je op restaurant na een somptueus etentje gepresenteerd krijgt. Je betaalt die stilzwijgend, hooguit werp je een schichtige blik op de hoeveelheid drank die je werd aangerekend. Op dezelfde lichtschuwe manier gaan we om met de vaststelling dat de Stille Oceaan een onvoorspelbare snelkookpan wordt. Of dat alle warmste jaren, sinds het begin van de metingen, uit deze eeuw dateren. De meesten van ons, mijzelf inbegrepen, voelen zich daar de meeste dagen best oké bij. In wezen zijn we allemaal onuitroeibare optimisten, van nature geneigd om zelfs in de donkerste nacht sprankels licht te ontwaren.

Toch overvalt het mij weleens, in de file bij valavond, bij de gezellige gloed van achterlichten en het schijnsel van miljoenen koplampen, dat ik onze ‘beschaving’ opeens zie in haar ware toedracht : als een gigantische machine die – geschraagd door wetten en politie – de planeet in steeds sneller tempo naar de verdoemenis helpt. Gelukkig klaart de file dan op en wacht er thuis gin-tonic, de ogen van Klaasje en een vers blik flauwe plezanten, die elkaar met vooraf bedachte grappen vliegen trachten af te vangen.

jp.mulders@skynet.be

JEAN-PAUL MULDERS

De kat wil de wereld verkatten, de hond wil haar verhonden en zelfs de bedwants vindt dat er een schrijnend tekort is aan bedwantsen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content