Het paviljoen rond de eik

Het Boxy paviljoen, ontworpen door wijlen Maarten Van Severen.

De tweelingbroers Stefan en Kristof Boxy bouwden hun culinair universum in de boomgaard van een gezinswoning. Dat Maarten Van Severen hun Kitchen Pavilion ontwierp, is tekenend voor hun interesse voor al wat ‘kunst’ is.

“En dat allemaal voor een boom”, zou je kunnen denken als je Caroline Lateur hoort vertellen hoe de keuken van traiteurzaak Boxy’s tot stand kwam. Het glazen paviljoen van 36 meter lang, 6,20 meter breed en 3,20 meter hoog is namelijk gebouwd rond een oude eik in de boomgaard van een grote burgerwoning. Ze werd in 1905 opgetrokken voor kunstschilderes Jenny Montigny, een van de luministen. Stefan en Carine Boxy en hun twee kinderen betrokken het huis eind de jaren negentig. De verhuizing viel samen met een kentering in de car- rière van de tweelingbroers Stefan en Kristof. Die hadden zich, na de opening van hun eerste restaurant in november 1982 in Kortrijk, al snel ontpopt tot enfants terribles van de Vlaamse culinaire wereld, maar besloten in de lente van 1997 alleen nog als traiteur te werken.

Hun kookkunst uit de beginjaren was helemaal in overeenstemming met de tijd : de nouvelle cuisine. Het was fusion avant la lettre, want de broers combineerden toen al Italiaanse en Japanse smaken. Stefan houdt ook van technische vernieuwing. Hij was bijvoorbeeld een van de eersten die lessen in vacuümkoken volgden bij dé autoriteit op dat gebied, de Franse chef Georges Pralus.

Wie het eerste restaurant van de Boxy’s in de Kortrijkse Lekkerbeekstraat bezocht, herinnert zich ongetwijfeld ook nog het interieur, dat even kleurrijk was als de gerechten. De eetzaal werd opgefleurd met gele tafelkleden, paarse overgordijnen, roze wollen tapijt… Aan de muren hingen litho’s van Keith Haring. Hun kennismaking met kunst begon rond hun veertiende. Vader en moeder Boxy wilden hun zonen namelijk niet alleen aanmoedigen in hun gastronomische avonturen, maar ook inwijden in de kunst. Zij namen hun tieners mee naar tentoonstellingen en musea, waaronder dat van Caïro dat op Stefan een enorme indruk maakte.

Maarten Van Severen

Van kunst naar meubilair is maar één stap. De broers ontdekten het werk van de Belg Jules Wabbes. “Het eerste dat we van hem kochten, was zijn kapstok, een volkomen uitgepuurd werk. Later volgden nog meubels van hem, zoals het bureau en de lange console die in de hal van ons huis staat.” Bij de designers gaat hun voorkeur uit naar architecten, onder wie Mies van der Rohe, Le Corbusier, Alvar Aalto… Toch had Maarten Van Severen, die tot aan zijn dood in februari vorig jaar de hele woning onder handen nam, nauwelijks referenties in de architectuur.

Maar omdat Maartens meubelen hem zo aanspraken, stelde Stefan zijn echtgenote voor om de hele renovatie van de gezinswoning aan hem toe te vertrouwen. “Wij zaten met één groot probleem : gebrek aan licht. Maarten loste dat op met twee grote ramen in de achtergevel, een in de keuken en een in het salon”, zegt Carine. De veranderingen die hij binnen uitvoerde, respecteren de architectuur en de structuur van het gebouw. Op de gelijkvloerse verdieping heeft Maarten Van Severen zich beperkt tot enkele krachtige ingrepen, zoals een betonnen werk- en kookvlak in de keuken, waar hij ook een open haard inbouwde, én een indrukwekkende stalen haard in de showroom van Carine, waar ze enkele kledingcollecties tentoonstelt die zij verdeelt.

“Toen na deze verbouwingen in 2000 de bouw van het nieuwe keukenpaviljoen ter sprake kwam, ben ik erbij gekomen, als assistente van Maarten”, vertelt Caroline Lateur.

Van bij het begin stond het vast dat de nieuwbouw in de as van de woning zou komen te liggen, in het verlengde van een van de ramen in de puntgevel. Een logische inplanting in functie van het perceel : de nieuwbouw sluit aan een kant het perceel af en geeft aan de andere kant uitzicht op het grootste gedeelte van de tuin die werd aangelegd door landschapsarchitect Aldrik Heirman.

Rondom de eik

Om het in de lengte uitgerokken gebouw zijn ruimte te kunnen geven, moest Maarten Van Severen rekening houden met een eik die Carine Boxy onder geen beding wilde laten omhakken. Het paviljoen werd er dus omheen gebouwd. Wat op het eerste gezicht een detail leek in de architectuur – dat zich binnen in het gebouw vertaalt als een glazen cilinder, een koker rond de stam van de boom – zou echter een beslissende invloed hebben op de techniek en zelfs op de filosofie van het gebouw. Caroline Lateur legt uit : “Van het ogenblik dat je rond een boom bouwt, sluit je de wortels af van lucht en water. Wat het vocht betreft, zijn we erin geslaagd het regenwater van het dak op te vangen en in de grond te leiden via een soort van spiraalbuis. Voor de lucht moesten we ventilatie creëren. Daarom hebben we het gebouw op pootjes gezet. Die pootjes vervangen de funderingen, die ook de wortels beschadigd zouden hebben.”

Het Kitchen Pavilion heeft drie functies : het herbergt de keuken, de ontvangstruimte voor klanten en het appartement van Kristof, de onafscheidelijke tweelingbroer van Stefan. Alleen de studio heeft een verdieping en daar bevindt zich Kristofs slaapkamer.

Meubel in de boomgaard

Zowat iedereen die dit laatste ontwerp van Maarten Van Severen heeft gezien, is het erover eens dat het gebouw iets weg heeft van een meubel dat in de boomgaard werd gezet. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de lijnen van de structuur. “Fascinerend was de snelheid waarmee het ontwerp op papier stond”, zeggen de Boxybroers. “Na een uur wisten we al hoe het gebouw eruit zou zien. Later kwam Maarten met een maquette. Wat ons het meest verraste was de fijnheid van het plat dak, maar Maarten legde uit dat het zo moest zijn.”

Alles werd tot in het kleinste detail uitgewerkt. Zo werd de metalen structuur volledig gemonteerd bij de constructeur, daar bijgewerkt, opnieuw gedemonteerd en op haar definitieve plaats heropgebouwd. Caroline Lateur : “Anders dan met traditionele bouwtechnieken, waarbij lichte afwijkingen in de ruwbouw bij de afwerking kunnen worden gecorrigeerd, laat deze structuur geen enkele afwijking toe. Alles moest tot op de millimeter juist zijn. Meer dan twee jaar hebben we aan de plannen gewerkt. Maarten wilde bijvoorbeeld niet dat er ook maar iets het uitzicht door de ramen zou belemmeren. De panelen van 4,50 meter lang lijken wel tegen de gevel gekleefd. Vast raamwerk wisselt af met schuivende delen. Als alles openstaat merk je nog nauwelijks verschil tussen binnen en buiten : men woont en werkt hier in de tuin.”

Voor de achterzijde van het paviljoen wilde Maarten hetzelfde materiaal als voor het dak, namelijk zilverkleurig PVC. “We waren vertrouwd met het gebruik voor platte daken, maar niet voor verticale wanden. We hebben dus een verbinding moeten bedenken die de indruk geeft dat het om een en hetzelfde blad PVC gaat.”

Eerlijk is troef

Binnen werd bewust gestreefd naar zo veel mogelijk vrije ruimte. In de eigenlijke keuken zie je alleen een reeks parallelle kookvlakken en aanrechten. Alle andere uitrusting (ovens, keukenrobots enz.) staat op een lang blad tegen de blinde muur. Aan die kant werden ook de onzichtbare verstevigingen geplaatst die de stabiliteit van de constructie verhogen.

Die blinde muur is eigenlijk niet volledig blind. Er zitten twee deuren in : een naar de keuken en een voor de klanten die, onder meer, van gerechten komen proeven. Er zijn ook twee ramen : een die uitgeeft op de bibliotheek en een schuifraam naar de badkamer van Kristofs studio. Oorspronkelijk zou die boven komen, bij de slaapkamer. Maar beneden heb je rechtstreeks contact met de tuin. Kristof wilde een blauwe badkamer in polyester, zoals hij bij Maarten Van Severen zelf had gezien. Om ruimte te besparen werd de badkuip in de vloer ingewerkt. Door een doorschijnende ruit ter hoogte van de vloer kijk je, liggend in het bad, uit op de tuin of op de vlammen van de open haard, al naargelang van het seizoen of het uur van de dag.

De studio van Kristof kan met een schuifwand worden afgesloten van de kantoor- en ontvangstruimte. Dit centrale gedeelte van het gebouw kan op zijn beurt van de keuken worden afgescheiden door een hoge spiegelwand in verscheidene panelen. Stefan Boxy : “Die hoeven niet helemaal open te staan om een band te scheppen tussen de twee ruimtes. Als je de hoek met enkele graden verandert, krijg je door de spiegelingen al een heel ander beeld.” Daar plaatste Maarten ook zijn stalen tafel, ST93, en wel zo, dat de klanten kunnen kijken en proeven tegelijk.

“Maarten kwam heel graag hier bij ons in de keuken. Wat we gemeen hadden, was een voorliefde voor eenvoud, eerlijkheid, waarachtigheid. Zijn architectuur verbergt niets, onze keuken ook niet”, zeggen Stefan en Kristof, die zopas het boek Just Cooking hebben uitgegeven bij Lannoo.

De gerechten die Stefan bedenkt, zijn inderdaad van een opmerkelijke eerlijkheid. Zo lijkt het bijna een anachronisme om nog zoveel echte zwarte truffel te gebruiken, bijvoorbeeld als natuurlijke smaakmaker bij een stuk tarbot of kalfslende. En in elke gelei proef je de geconcentreerde smaak van de groente die er haar naam aan geeft.

Ruimte om te bewonderen

Enkele maanden nadat het Kitchen Pavilion in gebruik werd genomen, werd het plaatje helemaal afgemaakt met het werk van landschapsarchitect Aldrik Heirman. Deze slaagde erin om de twee gebouwen, waar honderd jaar tussenligt, met elkaar te verbinden. Voor het nieuwe gebouw legde hij een groot gazon aan, zodat er voldoende ruimte is om het te kunnen bewonderen. Een wandelpad biedt afwisselende uitzichten die zich weerspiegelen in de kleine vijver. Maar rond de villa koos hij voor een weelderige aanplant, waarbij hij gebruikmaakte van één soort siergras, de Panicum virgatum ‘Warrior’, omwille van het volume dat zij kan ontwikkelen. Dezelfde grassoort staat ook rond de zwemvijver die het gezin zo graag wilde. De waterpartij vormt een soort van scheiding tussen de twee gebouwen en gaat eigenlijk een beetje in tegen het idee van continuïteit. Misschien is dat symbolisch voor de afstand die je het best kunt bewaren tussen werk en privéleven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content