Zonder voor te lezen uit geschiedenisboeken, grijpt Ronaldo terug naar het oorspronkelijke circus. ?Ons spektakel is reclamevrij. Bij ons kun je geen petjes of vlaggetjes kopen.?

André Grosemans / Foto’s : Benny De Grove

V an den Broeck heten ze, maar dat weet waarschijnlijk alleen hun postbode. Vader Johnny, zijn zonen Danny en David, en hun respectievelijke echtgenotes Maria, Ann en Nadine, allemaal gebruiken zij als familienaam het woord dat op hun woonwagen staat. Zij noemen zich, net als hun circus, Ronaldo.

Hoewel gastspelers geëngageerd worden, is de vaste kern van Ronaldo een gezin dat een lange familietraditie in ere houdt. ?Wij zijn al de zesde generatie?, vertelt Danny. ?In 1827 is alles begonnen, maar telkens legde een of andere crisis het bedrijf stil. Toch verzamelde daarna wel altijd iemand de moed om de draad weer op te nemen. In de jaren dertig leek het circusleven in onze familie definitief uitgestorven, tot mijn vader in 1971 weer ging rondtrekken met een eigen gezelschap.?

Ongetwijfeld onder invloed van zijn zonen is het circus van Johnny Ronaldo geëvolueerd naar een mengelmoes van kunstenmakerij en theater. Zonder te vervallen in een historische documentaire, grijpt Ronaldo terug naar de oervorm van het circus, naar de tijd van de commedia dell’arte. Vandaar dat het spektakel moeilijk in een hokje te plaatsen is. Zelf hebben ze dan ook gekozen voor de nogal ingewikkelde term Commediantentheater / Circus. Alsof ze zelf niet goed weten wat ze brengen. ?Dat is ook zo,? zegt Danny, ?het is moeilijk onder woorden te brengen. Zonder benaming rondreizen zou het ideaal zijn, maar het publiek wil altijd weten wat het te wachten staat. We kunnen niet anders dan aankondigen dat het een theater is dat geen theater is en een circus dat geen circus is.?

De vader van het circus zoals wij het nu kennen, is Philip Astley. Deze voormalige militair trok op het einde van de achttiende eeuw met een groep kunstruiters uit het leger rond. Zij traden op in uniform en introduceerden zo de soldateske kledij die vandaag nog altijd in de piste te zien is. Astley kwam op het idee om allerlei acrobaten en jongleurs, die toen hun kunsten vertoonden op de markten, te integreren in zijn show. Zo creëerde hij een nooit eerder gezien totaalspektakel dat hij amfitheater noemde. Eerst organiseerde hij vertoningen in openlucht, later in houten gebouwen en ten tijde van zijn opvolger Andrew Ducrow in grote schouwburgen met een arena. De raakvlakken met het theater waren overduidelijk. Zo bracht Astley pantomime, zij het dan op de rug van een paard.

Onder Napoleon mochten dergelijke artiesten het woord theater echter niet meer gebruiken. De Franse keizer scheidde de zogenaamde kleinkunst van het grote gesproken toneel. Ducrow zat meteen opgescheept met een spektakel waar veel vraag naar was, maar waarvoor hij geen naam meer had. Naar de plaats waar Romeinse paardenrennen werden gehouden, koos hij uiteindelijk voor circus.

Ondertussen waren rondtrekkende dierententoonstellingen in Europese steden opgedoken. Ze lieten de mensen kennis maken met exotische dieren als slangen en olifanten. Tussen de twee wereldoorlogen fusioneerden circussen met dergelijke mobiele dierenexposities. De amusementsvorm week verder en verder af van de theatrale oorsprong en kwam later in een totaal commercieel vaarwater.

De verschillen tussen wat er van het traditionele circus geworden is en de voorstellingen van Ronaldo zijn hemelsbreed. ?In eerste instantie?, begint Danny Van den Broeck, ?hebben wij niets met commerce te maken. Het algemeen gekend circus heeft resoluut voor de commercialisering gekozen en het zakelijk beheer in handen gegeven van managers die alleen maar aan verkopen denken. Daar willen wij niets mee te maken hebben. Dat hoort volgens ons niet in de circuskunst thuis. Ons spektakel is reclamevrij. Bij ons kun je geen petjes of vlaggetjes kopen.?

Nog een opvallend verschil is dat in de Ronaldo-tent geen woord wordt gezegd. Hier geen spreekstalmeester die de acts aankondigt, alles vloeit vanzelf in elkaar. Een waslijn waaraan onderbroeken hangen, wordt de draad van de koorddanser. En als de toeschouwers tijdens de pauze een versnapering tot zich nemen, eten de artiesten in de piste uit borden die onmiddellijk daarna op stokken worden rondgedraaid. ?Als je achter een circustent dwaalt?, vertelt Danny Van den Broeck, ?dan kun je soms een oude artiest zien die zich in een badjas staat op te warmen. In de arena zal hij later met kaarsrechte rug in zijn glitterpakje verschijnen. Hij speelt dan een andere mens. Wij laten alles van de kunstenmaker zien, ook hetgeen elders verborgen wordt. Bij ons ontspint zich een theatraal gedragspatroon tussen de spelers, zonder dat een scenario wordt uitgewerkt. En tegelijk blijft onze voorstelling gebaseerd op de oude circusdisciplines als jongleren, koorddansen, acrobatie, fietsen op één wiel en cowboynummers.?

Hoezeer ze ook teruggrijpen naar het verleden, nooit is dat uit sentimentele heimwee. ?Het is Bokrijk niet,? mengt David zich in het gesprek, ?wij willen niet de geschiedenis van het circus vertellen. Wij gebruiken een moderne belichting, we werken met attributen die in de zeventiende eeuw zeker niet bestonden en ook onze absurde humor richt zich tot de jongeren van vandaag.?

Jongeren, benadrukken Danny en David. Hoewel ze zelf niet weten waarom, achten ze hun voorstelling minder geschikt voor kinderen. Voor Danny geeft dat nog maar eens het verschil aan met het commerciële circus : ?De managers van die shows weten dat ze hun voorstellingen makkelijker kunnen verkopen aan kinderen, die altijd te verleiden zijn met aapjes of clowns met rode neuzen. Ik zou graag voor kinderen spelen, maar de voorstelling moet dan echt voor hen gemaakt zijn.?

Dieren zijn er niet in Circus Ronaldo. Is dat misschien omdat ze geen dompteur kunnen betalen ? ?Dat wordt wel eens vaker gevraagd,? lacht Danny, ?maar met geld heeft het niets te maken. Trouwens : een mens is nog altijd het duurste dier in een circus. Voor een zeehond moet je geen sociale lasten betalen. Neen, dat wij niet met dieren werken is een bewuste keuze. In eerste instantie uit dierenliefde. Wij willen dat die beestjes niet aandoen. Bovendien hebben dieren pas in een later, commercieel stadium een plaatsje gekregen in het circus. Ze horen niet huis in de kunstvorm zoals wij hem in het hoofd en in het hart hebben.?

De Ronaldo’s willen alles zo eenvoudig mogelijk houden. ?Een koning spelen met een kroon van krantenpapier op het hoofd is een veel grotere kunst dan dezelfde rol brengen met een duur kostuum in een prachtig decor?, meent Danny. ?Ik heb altijd veel bewondering gehad voor de rondtrekkende spelers die met heel eenvoudige middelen hun publiek moesten boeien. In dergelijke omstandigheden stijgt de creativiteit ten top.?

Het mag dan ook niet verwonderen dat de familie Van den Broeck niet alleen het traditionele spektakel van de rondtrekkende artiesten brengt, maar ook helemaal in de geest van die overlevering leeft. Met zes oude zigeunerwoonwagens zwerven ze door België en Nederland. De paarden zijn dan wel ingeruild voor landbouwtractoren, maar het gaat nog altijd niet sneller dan 25 kilometer per uur. Bovendien mag de karavaan in ons land niet op de autowegen en bij onze noorderburen zelfs niet op rijkswegen. Er moet dus menigmaal een kaart worden bovengehaald eer een meerdaagse trip naar een stad als Enschede volbracht is. ?Ik weet het,? zegt Danny de enige in het gezelschap die ook ’s winters in een wagen woont , ?het maakt onze verplaatsingen erg duur. Maar het is heel romantisch. En dat is nog belangrijker het hoort bij onze voorstelling. Als het publiek op het terrein komt, waar onze woonwagens met hun schattige hekjes rond de verlichte tent staan opgesteld, is iedereen meteen in de geschikte sfeer. Ik vind het bovendien nodig om te wonen in het decor waarin ik speel. Als we in moderne caravans zouden rondreizen, zouden we een ander spel brengen.?

Er was een tijd dat Ronaldo naar een gemeente trok, er de tent opzette en ’s avonds een optreden verzorgde. Nu kun je het circustheater eigenlijk uitsluitend op festivals aan het werk zien. ?Tja,? geeft Danny toe, ?dat is nu eenmaal zo. Een circus dat niet echt een circus is en een theater dan niet echt een theater is, kun je moeilijk verkopen aan Jan met de pet. Voor hem moet alles in een schuifje passen. Een rariteit als ons circus slaat wel aan op straattheaterfestivals. Zo waren we onlangs in IJsland te gast op een festival dat de meest uiteenlopende kunstvormen op het programma had staan. Het was de eerste keer dat er Belgen optraden.?

Als ik opmerk dat Ronaldo kennelijk meer succes in het buitenland heeft dan hier, benadrukt Danny dat hij zich toch niet miskend voelt. ?Hoewel?, zegt hij, ?de overheid niet echt veel belangstelling voor ons heeft. Subsidies krijgen we van niemand, er is zelfs nog nooit iemand van de bevoegde commissies komen kijken.? Broer David sust : ?Er zijn nog veel kunstenaars die subsidie verdienen, maar geen krijgen. Zo gaat dat : de ene haalt te veel binnen, de andere rest niets.?

?Soms?, zegt Danny, ?denk ik dat ik te veel nadenk over het vak. Ik weet nochtans dat het lachen vergaat als het lachen verklaard wordt. En geloof me vrij, de grote circusartiesten van weleer filosofeerden niet over hun werk. De hele dag dronken ze en toch brachten ze ’s avonds een grandioze show.? Even denkt hij na over hetgeen hij net gezegd heeft. Dan lacht hij : ?Maar ik zal niet beter worden door iedere dag zat te zijn.?

Van 12 tot 14 augustus : Zon en Zee, Westende ; van 20 tot 22 augustus : Kutoer, Tilburg ; op 13 en 14 september : CC Leuven.Inlichtingen : Ronaldo tel. (015) 41.21.20 of Frans Brood Productions tel. (09) 234.12.12

Danny Van den Broeck (foto rechts) : Wat we doen, is moeilijk onder woorden te brengen.

Het gezelschap woont in zes oude zigeunerwoonwagens : Dat hoort bij onze voorstelling.

Een waslijn waaraan onderbroeken hingen, wordt de draad van de koorddanser.

Boven : Ann Van den Broeck in een feeëriek decor. Onder : vader Johnny als de cowboy zonder paard.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content