HAAR DEBUUT WAS IN EIGEN LAND GOED VOOR MEER DAN EEN MILJOEN VERKOCHTE EXEMPLAREN. EN DE REST VAN DE WERELD BLIJKT TE VOLGEN. ZELF KAN DE SPAANSE SCHRIJFSTER MARÍA DUEÑAS HET SUCCES AMPER BEVATTEN. WIJ ZOCHTEN HAAR OP IN MADRID.

María Dueñas is zelf nog wat beduusd van al de aandacht die haar debuutroman Het geluid van de nacht te beurt valt. “Dit is een complete verrassing. Vorige maand zat ik in de States voor een promotietoer, en binnen twee weken vertrek ik naar China. Ik kan maar niet geloven dat zelfs Chinezen geïnteresseerd zijn in wat ik te vertellen heb. Maar ze zijn daar zo ontzettend leergierig.”

In thuisland Spanje ging Dueñas’ roman, die in 2009 verscheen, al meer dan een miljoen keer over de toonbank. Ondertussen is het vijfentwintigste vertaalcontract ondertekend en werd het verhaal van Sira Quiroga, de heldin van het boek, verfilmd voor een televisieserie. Niemand minder dan de Peruaans-Spaanse schrijver en Nobelprijswinnaar Mario Vargas Llosa omschreef het werk op de cover van de Engelstalige editie als “een roman in de goede, oude stijl”. Zoals die van romanciers uit de Russische school bijvoorbeeld, waar ogenschijnlijk onbeduidende details je toch twintig pagina’s lang weten vast te houden.

HAUTE COUTURE ALS DEKMANTEL

We ontmoeten Dueñas in Madrid om er te praten over haar boek. Ze neemt ons mee langs enkele plaatsen die een belangrijke rol spelen in het verhaal. Het geboortehuis van hoofdpersonage Sira Quiroga blijkt in werkelijkheid het huis van Dueñas’ zus te zijn, bij Plaza de la Paja, een authentiek Spaans plein waar haar schrijversgeest de kleine Sira zag opgroeien. Vandaag is het er dringen om ’s middags een plaatsje in de lentezon te vinden op één van de drukbezochte terrassen.

Het appartement van Dueñas’ schoonbroer, in een duurdere, meer fashionable wijk van Madrid, bleek de geknipte plek voor het haute-coutureatelier dat Sira later opricht als dekmantel voor haar werk als spionne voor de Britse geheime dienst. “Ik vond het aangenaam om voor de belangrijke locaties in mijn boek echte plaatsen in gedachten te hebben waar ik een emotionele band mee heb”, vertelt de schrijfster.

Maar ook zijn er historische plekken, zoals het Museo del Prado, waar Sira een tijdlang haar geheime informatie doorsluist, in morse, verpakt als korte en lange steekjes op naaipatronen – het Prado kwam je in de jaren dertig nog binnen zonder een ellenlange wachtrij te moeten trotseren. Verder zijn er de talrijke beschrijvingen van drukbezochte restaurants en bars, waarvan sommige nog steeds bestaan, zoals restaurant Botín of theehuis Embassy. Het waren plekken waar kopstukken uit de entourage van de Spaanse dictator Franco en het Duitse leger elkaar troffen om over het lot van Spanje te praten.

LAAT DEBUUT

María Dueñas is nu 48 jaar. Ze had er al een carrière van twintig jaar als docent Engelse taalkunde aan de universiteit van Murcia in Zuid-Spanje opzitten, toen ze de balans opmaakte en zich afvroeg wat ze nog verwachtte van haar professionele leven. “Een boek schrijven zat al lang te sluimeren in mijn hoofd. Maar pas op het moment dat mijn twee kinderen oud genoeg waren om zichzelf te beredderen, heb ik de energie gevonden om ook echt werk te maken van die droom”, verklaart ze haar late debuut. “Dat dit boek zo’n bepalende invloed zou hebben op mijn verdere leven, kon ik toen niet denken. De research en het schrijven namen een tweetal jaren in beslag, en combineerde ik toen nog met mijn werk. Nu neem ik een sabbatical om in binnen- en buitenland over mijn boek te kunnen vertellen.”

Tijdens onze wandeling door Madrid brengt María Dueñas ons onder meer bij het Palacio Real, het koninklijk paleis, met zijn prachtige Sabatinituinen aan de noordzijde, en de Plaza de Oriente grenzend aan de voorgevel. Madrilenen en toeristen slenteren er hand in hand tussen de geometrische groenbeplantingen en over de sierlijke zijpaden, waar twintig kalkstenen standbeelden van Spaanse vorsten toekijken. “Op het balkon van het paleis hield generalísimo Franco ooit een toespraak. Voor miljoenen uitzinnigen, zo liet het propaganda-apparaat optekenen. Zuivere Francotalk”, zegt Dueñas smalend. “Computersimulaties berekenden later dat het plein voor het paleis hooguit 40.000 mensen aankan.”

De toon is gezet. Nochtans houdt Dueñas zich in haar roman ver van politieke analyses of conclusies. Hooguit trekt ze de kaart van de bevolking die tot wanhoop werd gedreven tijdens een burgeroorlog, terwijl in de verte het geroffel van de Tweede Wereldoorlog al hoorbaar was. “Een hele donkere periode in onze geschiedenis, met veel honger, pijn en repressie voor het overgrote deel van de gewone mensen.” En net omdat Dueñas vond dat deze periode weinig voorkwam in romans, gebruikte ze haar als decor, met een luchtiger verhaal in de eerste lijn.

FLAMBOYANT TANGER

Dat verhaal start in 1911, in een onvervalste Madrileense volksbuurt. Het hoofdpersonage Sira groeit er op, en gaat als jonge vrouw aan de slag als naaister in een van de betere modeateliers van de stad. Ze mijmert over een rustig leven en haar naderende huwelijk. Maar als ze halsoverkop verliefd wordt op een mooiprater die haar de wereld belooft, verlaat ze haar verloofde en trekt met de nieuwe minnaar naar Tanger in Marokko, met het vage plan om daar samen een bedrijfje te beginnen. Ze vestigen zich in het protectoraat, de noordelijkste strook van Marokko die tussen 1912 en 1956 onder Spaans gezag viel, en storten er zich in het flamboyante nacht-leven, maar groeien ook steeds verder uit elkaar. Uiteindelijk blijft Sira alleen, berooid en met een torenhoge hotelrekening achter.

Ze weet haar openstaande schuld af te lossen en zelfs het nodige startkapitaal bijeen te garen om een eigen haute-couturezaak te starten in Tetouan, de hoofdstad van het protectoraat. Ze bouwt een mooi en trouw cliënteel op van voornamelijk buitenlandse echtgenotes van invloedrijke mannen. Via hun verhalen beleeft ze de wereld van mondaine feesten bij de legertop, consuls en ambassadeurs. Als hun persoonlijke naaister kan ze moeiteloos de echtgenotes van de kopstukken benaderen, hun vertrouwen winnen en zo aan belangrijke informatie komen. Voor welke feesten, recepties en cocktails hebben ze die nieuwe jurken en mantelpakjes wel nodig ? Wie ontmoet wie, wat wordt er besproken : ze hoort het allemaal via de dames die urenlang in haar salon theedrinken en van zoet gebak genieten, terwijl ze modetijdschriften doorbladeren, dure stoffen betasten en modellen uitkiezen volgens de nieuwste mode uit Parijs. Die informatie begint ze door te geven aan de Britse geheime dienst. We zitten dan in het tweede deel van het boek, met een nieuwe wending in het verhaal die meteen ook goed is voor een andere toon en meer vaart in de vertelstijl.

DE GEUR VAN JASMIJN

Het feit dat het verhaal zich deels afspeelt in Spaans Marokko, heeft volgens Dueñas in belangrijke mate bijgedragen tot het succes van haar boek. “Het is een deel van onze geschiedenis, die weliswaar wat verdwenen was uit het collectieve geheugen, ook al is het eigenlijk nog maar zestig jaar geleden. En er ligt nauwelijks vijftien kilometer tussen het zuidelijkste punt van Spanje en Noord-Marokko”, legt ze uit. “Veel lezers kwamen me vertellen dat ze het fijn vonden over die tijd te lezen. Het bracht herinneringen naar boven. Mijn grootste fans waren zij die ooit zelf in Spaans Marokko woonden. Maar ook mensen die er persoonlijk geen connectie mee hadden, leerden veel van een belangrijk stukje Spaanse geschiedenis en waren daar dankbaar voor.”

Ook Dueñas’ moeder werd in 1940 in het protectoraat geboren, en de kleine María luisterde urenlang naar de verhalen die haar familie vertelde over de unieke sfeer die daar heerste. De drukke steden met hun kleine steegjes, de zuiderse levensstijl, de Moorse architectuur, de zoete geuren van jasmijn en oranjebloesem, het lekkere eten… Sfeerschetsen die goed van pas kwamen tijdens het schrijven van haar boek. “De mensen die er woonden, hadden het daar goed, en het was een tragedie toen ze moesten terugkomen toen het protectoraat ontbonden werd en ze zich plots niet meer zo welkom voelden. Wie werkte voor de Spaanse administratie of het leger moest eerst terug. Na al die jaren waren ze het contact met vrienden en familie in Spanje eigenlijk al verloren, en voelden ze zich vreemdeling in hun eigen land. Mensen die buren waren in het protectoraat, zwermden in Spanje weer uit naar de streken waar hun roots lagen, en verloren dus nog eens het contact met de vrienden van de laatste jaren.”

Waarom ze als hoofdpersonage zo expliciet koos voor een eenvoudig, weinig ambitieus meisje dat uitgroeit tot een spilfiguur in het verzet, wat van het verhaal bij momenten een ware thriller maakt, wil ik toch graag nog weten. “Onder ideale omstandigheden had Sira zich misschien nooit ontpopt tot de vrouw die ze werd in het boek”, zegt María Dueñas. “Het zijn juist alle tegenslagen en problemen die van haar een sterke, meer volwassen en zeer onafhankelijke vrouw maken. De omstandigheden zijn zo zwaar dat ze wel moet veranderen. Dat wordt bepalend voor haar persoonlijke groei. Ik wilde dat Sira’s personage kon overleven zonder echtgenoot, zelf geld kon verdienen, en de kracht wist te vinden om in verschillende situaties haar plan te trekken. Want soms ontdekken we zelf niet wie we zijn, waar we toe in staat zijn of wat onze rol in de wereld is. Tot de omstandigheden ons dwingen om in actie te komen.”

‘Het geluid van de nacht’ (590 p.) van María Dueñas verschijnt op 11 april bij uitgeverij Wereldbibliotheek en kost 19,90 euro.

Knack Weekend geeft enkele exemplaren van het boek weg. Surf naar www.knackweekend.be.

DOOR SIGYN ELST

“HET ZIJN JUIST ALLE TEGENSLAGEN EN PROBLEMEN DIE VAN SIRA QUIROGA EEN STERKE, MEER VOLWASSEN EN ZEER ONAFHANKELIJKE VROUW MAKEN.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content