In het centrum van de stad waar ik woon, heeft zich tegen het belfort het kadaver aangeschurkt van een geschubd en te groot beest. Wie er toevallig passeert, hoort gezoem opstijgen van andere voorbijgangers, die zich gedragen als verstoorde insecten bij de vertering van dit kadaver dat nog leeft. Schande en lelijk zijn de woorden die je het vaakst hoort en ook schapenstal, waarmee onrecht wordt gedaan aan het feit dat een schapenstal nog iets lieflijks heeft, terwijl er niets lieflijk is aan deze miereneter of mammoet – dit monster van Loch Ness dat in Gent is aangemeerd en zich met de schoonheid van de binnenstad voedt.

Het ergste is niet de lelijkheid van het gedrocht, over smaak valt niet te twisten, gelukkig voor de smakelozen. Verontwaardigd word je pas als je de levensechte mammoet met het mierenetertje op de plannen vergelijkt, dat er niet half zo groot uitziet. Spontaan komt dan een woord in je op als boerenbedrog – waarvan ik nooit heb geweten of de boeren de bedriegers zijn of de bedrogenen. “Hier moet iemand goed zijn zakken hebben gevuld”, hoor ik een blonde vrouw zeggen die mismoedig kijkt naar het gedrocht. Zoals wel vaker is de meest platvloerse verklaring waarschijnlijk de enige juiste. Het is een sleutel die, zo ontdek je met de jaren, op vele raadsels in de wereld past.

Maar goed, de geschubde mammoet is here to stay en het enige wat nog kan helpen is de helende hand van de pyromaan. Momenteel worden elders alweer andere fijne projecten voorbereid, zoals bijvoorbeeld Uplace, het geplande ‘belevingscentrum’ aan de Brusselse ring. Wat ik daarvan vind, wil een lezeres weten. Met dezelfde lichtvoetigheid kan ze vragen wat ik van zo’n vette druppel vind die na een regenbui van een godvergeten dakgoot onverhoeds in je nek plenst. Eenzelfde gevoel van kille overbodigheid overvalt me als ik aan Uplace denk. Vreemd gebruik, die newspeaknamen waarin persoonlijke voornaamwoorden uit het Engels worden gesmokkeld. De hoop dat de cool van YouTube of Myspace zal afstralen op dingen die niet cool zijn maar het krampachtig proberen te worden. Uplace bijvoorbeeld – of MyMinFin, het swingendste hoekje op de website van het ministerie van Financiën.

De rest van het verhaal is inmiddels bekend : de ondernemer beoogt werkgelegenheid en maatschappelijke kansen en zwaait met het toverstokje der consumptie, ter oplossing van alles, daarbij gehinderd door gepeupel dat te kortzichtig is om het walhalla te ontwaren dat achter de bouwput ligt. Uplace zal geen invloed hebben op de mobiliteit, wordt gezegd met een uitgestreken gezicht. Het getuigt van lef dat te verkopen aan mensen zoals ik, veteranen van de Ring, die zich geregeld een weg naar het werk worstelen met een gemiddelde snelheid van dertig per uur. Het moet nog maar Batibouw zijn of het Autosalon en de snelweg verandert in zo’n kleverig vliegenlint waaraan hier en daar nog iets spartelt en een poot of vleugel trekt.

In het nadeel van Uplace speelt dat het zo’n typisch project is dat je in protestsongs tegenkomt en in films als Avatar. Zwart-wit, de goeden tegen de slechten, het hart tegen het geld. Bovendien is het al so very old school voor zelfs maar de eerste steen is gelegd. In de VS, zo blijkt uit onderzoek, keren ze zich juist af van dit soort megalomane shopping malls. Ze willen terug naar de gezelligheid van de buurtwinkel.

Old school ook is het dit soort projecten door de strot van de mensen te proberen te rammen, ondanks alle tegenstand. In het algemeen ben ik niet de grootste voorstander van rechtstreekse democratie Рje mag er niet aan denken wat de meerderheid zou oordelen over het lot van filharmonische orkesten of van Ronald Janssen. Toch benieuwt het mij hier de stem te horen van het volk. Daarbij moet, wat mij betreft, niet noodzakelijk het principe one man, one vote gelden maar mag iemand gerust m̩̩r stemmen krijgen naargelang van het aantal uren dat hij zich ergert op de Brusselse ring, kijkend op de konten van bestelwagens met reclame voor het professionele ontstopwerk.

Akelige klus voor Joke Schauvliege, straks in haar eentje over de toekomst van Uplace te moeten beslissen. Waar zou ze op wachten ? Tot er iets groots gebeurt, misschien, dat de aandacht van de media afleidt, die achter zijn eigen staart aanzittende hond. Op dat moment kan de minister, als een muis op kousenvoeten, haar beslissing op tafel leggen.

Met Pol ‘love seat’ Van den Driessche heeft ze alvast een geweldige kans voorbij laten gaan.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

DE SNELWEG VERANDERT IN ZO’N KLEVERIG VLIEGENLINT WAARAAN HIER EN DAAR NOG IETS SPARTELT EN EEN POOT OF VLEUGEL TREKT.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content