Sylvie Verlinden (40) trouwde in augustus met Frank, de man van haar leven. De vader ook van haar tweejarig zoontje, Kamil. Vier jaar geleden haalde ze toch nog haar eerder gemiste universitair diploma met een proefschrift over het stiefmoederschap. Een manier om verwarrende ervaringen een plaats te geven in haar leven.

“Mijn moeder had een kruidenierswinkeltje in Grobbendonk. Ze was altijd thuis, maar toch ook niet echt beschikbaar. Ook in het weekend was ze altijd aan het werken. Haar motto was ‘Vooruit, vooruit, vooruit.’ In de lagere school was ik een typisch haantje de voorste, maar nadien, in de Latijn-Wetenschappen, zakte ik naar de middenmoot. De eerste twee jaar werd ik een grijze muis wat studieprestaties betreft. Vanaf het derde jaar trapte ik lol in de klas en kreeg dikwijls onder mijn voeten. Ik studeerde om erdoor te raken. Zonder veel enthousiasme, met minimale inzet. Rondhangen op de schaatsbaan, muziek en jongens waren veel boeiender. Op het laatste nippertje heb ik mij herpakt. Ik leerde op dat moment dat iets kan lukken, als je maar doorzet. Ook aan de universiteit, ik deed politieke en sociale wetenschappen, blokte ik voor de punten, weer vond ik alles wat bij het studentenleven hoorde belangrijker dan de studie zelf. Mijn thesis heb ik nooit afgemaakt.”

“Terug thuis ben ik gaan werken via uitzendbureaus om te kunnen stempelen. Dat gaf mij ook de tijd om na te denken over wat ik wel wilde. Op mijn 25 ben ik een lerarenopleiding begonnen. Dat werd een succes. Plots kon ik dingen die ik in mijn middelbaar niet machtig was. Ik had voordien altijd geprobeerd met zo weinig mogelijk energieverspilling toch resultaat te halen. Verbeeldingskracht, intuïtie, inlevingsvermogen ben ik pas vanaf dat moment echt gaan ontwikkelen. Op de energie die ik toen heb ontdekt, teer ik nog altijd.”

“Tien jaar heb ik in de lagere school voor de klas gestaan. Het was een zware, maar leerzame periode. In het begin kon ik geen klas leiden. Ik bereidde alles mooi voor, maar de klas rustig houden en ze laten doen wat ik wou, dat heb ik met schade en schande moeten leren. Ik wou de kinderen laten kiezen, het democratisch aanpakken zoals je met volwassenen zou doen. Tot op een dag een jongetje tegen mij zei : ‘Maar juffrouw, jij bent hier wel de baas !’ Toen het uiteindelijk wel lukte, heb ik er veel plezier aan beleefd. Al had ik het heel moeilijk bij kinderen met leerproblemen. Het ontbrak me aanvankelijk aan geduld om met die grote verschillen om te gaan.”

“Halverwege mijn tien jaar voor de klas ben ik parttime gaan werken. In één jaar tijd kon ik in avondonderwijs mijn studie politieke en sociale wetenschappen afmaken. Ik gaf ’s ochtends taal en rekenen, ’s middags studeerde ik en ’s avonds volgde ik les op de universiteit in Antwerpen. De hele vakantie heb ik aan mijn eindwerk gewerkt, een thesis over het stiefmoederschap. Daar had ik ervaring mee. Ik had toen al vier jaar een relatie met Frank en was stiefmoeder van Tomas.”

“Nu ben ik al drie jaar ICT-coördinator van het Gemeenschapsonderwijs in de Kempen. Ik help directeurs bij het uitbouwen van een ICT-beleid op school en leerkrachten bij het integreren van technologie in hun lessen. Ik heb ontdekt dat werken met schooldirecties en leerkrachten mij meer ligt dan voor de klas staan.”

“Tussen mijn twintigste en dertigste had ik een relatie met een vriend die ik van bij de jeugdbeweging kende. Pas toen ik was afgestudeerd als onderwijzer, ik was 28, zijn we gaan samenwonen. Het was een heel passionele relatie, maar voor hem was het gras altijd groener aan de overkant, hij was helemaal niet klaar om zich te settelen. Ik heb het op een vrij impulsieve manier uitgemaakt en ben toen in een soort overgangsrelatie gestapt met een vriend van mijn huidige man.”

“Toen die korte, moeilijke relatie op zijn eind liep, heb ik Frank in vertrouwen genomen. Ik was de dertig gepasseerd en alleen vallen leek mij heel onaantrekkelijk. Frank sterkte me om niet bang te zijn, hij was al veel langer alleen. We zouden wel samen eens op stap gaan af en toe, was zijn voorstel, niets meer.”

“Uiteindelijk zijn we toch stormachtig aan een echte relatie begonnen. Het was plots zo intens dat ik een week wakker gelegen heb van de stress. Dat was zo overweldigend dat ik uiteindelijk bij de dokter belandde, op de rand van een zenuwinzinking, terwijl ik juist heel gelukkig was. Na vier maanden zijn we al gaan samenwonen.”

“Als jong meisje dacht ik : tegen 2000, dan ben ik 32, zal ik wel alles op een rijtje hebben. Dan heb ik een man, een huis, schitterend werk en kinderen. Toen het zover was, had ik niks van dat alles. Nu ben ik veertig en heb ik alles op een rij. Hoewel dat niet vanzelfsprekend was. Toen ik Frank leerde kennen, vertelde hij me dat hij geen kinderen meer wou en gesteriliseerd was. Ik heb daar vijf seconden over nagedacht en uitgemaakt dat we dan ons leven wel op een andere manier zouden maken.”

“Tomas, de zoon van Frank, was zeven toen we gingen samenwonen. Een schat van een kind. Ik had veel vrij, omdat ik in het onderwijs stond, het werd vanzelfsprekend dat ik voor Tomas zou zorgen als hij hier was. Ik ging met hem naar de dierentuin, we bakten samen cake. Maar ik kreeg toch geregeld een soort overdosis van hem. Tegen het eind van de vakantie werd het me te veel, de negatieve gevoelens kwamen opzetten en ook het schuldgevoel daarover. Je durft aan jezelf niet toe te geven dat je ernaar verlangt dat het kind weer terug naar zijn eigen mama gaat.”

“Frank heeft mij daar stapje voor stapje over geholpen, hij zei me dat dat zorgen niet hoefde. Voor mijn thesis over het stiefmoederschap ben ik op zoek gegaan naar de belevenissen van lotgenoten, in de hoop dat ik mij wat minder schuldig zou voelen. In het tweede jaar van ons samenwonen ben ik stilaan wat meer beginnen op te komen voor mezelf, met de steun van Frank. Ik nam wat meer afstand.”

“Maar het bleef wringen. Bovendien kwam het gemis aan een eigen kind heel sterk opzetten. Dat bleef als een verdriet aan mij vasthangen en het kwam ook maandelijks terug, het was zeker ook hormonaal. Ik kon het wegrationaliseren, maar het bleef knagen, al heb ik er bij Frank nooit over gezeurd.”

“Op een dag, hij was op reis met een vriend en we misten elkaar heel erg, kwam er een sms-je : ‘Voor u doe ik alles.’ Ik vroeg hem of hij besefte wat dat voor mij betekende. En ja, hij had er in zijn eentje over nagedacht, hij zou zijn sterilisatie laten omkeren. Dat Frank zei dat zijn bezwaren niet meer opwogen tegen mijn verdriet, raakte mij diep.”

“Sinds mijn zwangerschap is het leven een droom, ik kan het nog altijd niet geloven. Ik ben nu op een wezenlijk niveau ‘voldaan’. De onrust is verdwenen, een diep gevoel van geluk overvalt me telkens als ik aan onze zoon denk. Kamil was anderhalf eer ik stilaan wende aan de idee dat ik echt moeder was. Aan de andere kant was het ook geweldig om te ontdekken dat ik toch dezelfde was gebleven. Dat ik niet verworden was tot alleen maar een moeder. Ik kan nu nog meer van genieten van dezelfde dingen te doen met Frank : samen naar de film, uit eten, een avondje stappen.”

“Nu hebben grote Tomas en ik ook een band via de kleine Kamil, zijn broer. Tomas was dertien toen de baby kwam en hij heeft daar schitterend op gereageerd. Hij gunt mij ook mijn moederschap. Hij zegt dingen als : ‘Kijk eens Kamil, daar is je mama.’ Hij gunt me dat geluk en dat apprecieer ik enorm, vooral van hem die mij voordien zo dikwijls onbewust confronteerde met mijn ‘kinderloosheid’.”

“Doelbewust heb ik toegewerkt naar dit scharniermoment in mijn leven : een eigen kind, een nieuw huis bouwen, een belangrijke carrièrewending die nog in het verschiet ligt. Ik ben ervan overtuigd dat je zelf je leven in handen kunt nemen. Bij mij was pas de derde relatie bevredigend. Mijn man Frank is een geweldige persoonlijkheid, hij heeft charisma. Ik ben heel temperamentvol, vroeger misschien zelfs wat hysterisch. Hij is degene die mij rust geeft, hij is de enige die ik altijd rond mij kan hebben, bij hem ben ik mezelf. Mijn zelfvertrouwen is pas halverwege de dertig beginnen te groeien. Sommige beslissingen zijn moeilijk. Maar ik heb wel ontdekt dat het loont om een andere wending aan je leven te geven, ook al is het moeilijk, ook al sta je voor een berg.”

SCHOONHEID – LELIJKHEID

“’s Avonds naar mijn slapend zoontje kijken, dat is pure schoonheid. Die handjes die in volle overgave openliggen, dat onschuldige gezichtje. De moeite waard om elke avond een paar keer te gaan naar kijken en ervan te genieten. Toen ik pas met Frank samenwoonde, gingen we ook naar de slapende Tomas kijken. Maar dat werd voor mij bijna pijnlijk door het gemis. Mijn bewondering voor de innerlijke schoonheid van Frank, mijn man, is heel groot. Hoe hij erin slaagt zijn bedrijf te leiden met een vanzelfsprekendheid, zodat hij hier thuis nog energie over heeft om te helpen met het huishouden, om ons de nodige liefdevolle aandacht te geven. Met Tomas overloopt hij de schoolse zaken, downloadt hij muziek voor de iPod, hij luistert naar zijn verhalen. Kamil doet hij in bad, hij geeft hem zijn papje, vertelt verhaaltjes, stopt hem in bed. Ook voor mijn verhalen en mijn ervaringen heeft hij altijd een luisterend oor.”

“We gaan allebei hard. 2004 was voor ons het jaar van de ‘rechtzetting’. Frank heeft toen de partner in zijn vorige bedrijf vaarwel gezegd en met zijn broer een nieuw bedrijf ‘rechtgezet’. Ik heb toen mijn tanden laten ‘rechtzetten’ en mijn gemiste diploma aan de universiteit ‘rechtgezet’. We steunen elkaar bij alles wat we ondernemen.”

SCHOONHEID – LELIJKHEID

“Op een gegeven moment betrapte ik mezelf, de stiefmoeder, op lelijke gevoelens. Ze zeggen wel dat je zo’n kind erbij moet nemen, dat je dat ook graag kunt zien. Toch is dat niet vanzelfsprekend. Je kunt een stiefkind niet op dezelfde manier graag zien als je eigen kind. Het wringt nog altijd, want hoe kun je nu zoiets vertellen tegen de man die je graag ziet ? Nu herken ik het als het weer opsteekt en dan weet ik dat ik het even moet uitzitten. Vroeger vocht ik daartegen, ik voelde mij er schuldig over. Ik onderteken mijn mails aan de mama van Tomas soms al lachend met de boze stiefmoeder. Maar soms is het wel echt zo. Jij bent de volwassene, wat maakt dat je altijd de verstandigste moet zijn in die relatie. Met mijn ratio vat ik dat het moeilijk voor hem was om zijn papa te delen. Maar mijn gevoel zei wat anders. Ik voelde me soms als een klein kind, dat als een rivale wedijverde met Tomas voor de liefde van Frank. Het was een soort driehoeksverhouding. Dat ben ik in het onderzoek voor mijn thesis vaker tegengekomen.”

“Stilaan is het omgedraaid. Toen Tomas kleiner was, vroeg hij veel aandacht. De week dat hij er was, draaide alles om hem, moest ik mij wegcijferen. Nu hij groter wordt, is dat uitgevlakt. Onze relatie heeft na acht jaar ook een evenwicht gevonden.”

WIJSHEID – DWAASHEID

“Mijn wijsheid komt van andere mensen. Van belangrijke personen in mijn leven. Mijn moeder heeft mij ooit, op een moment dat ik in de put zat, ingehamerd dat ik ‘van elke dag ne schone’ moest maken. Dat probeer ik echt sindsdien.”

“Negatieve persoonlijkheden, pessimisten kunnen een mens erg terneerdrukken. Ik probeer afstand te nemen van zulke mensen. Je kunt hun meestal toch niet bijbrengen dat je zelf bepaalt dat het glas halfvol is in plaats van halfleeg.”

“Mijn vader heeft mij vrij jong zelfvertrouwen gegeven. Hij ging ervan uit dat het in orde kwam met mijn leven, hij geloofde in mij. Dat sprak hij niet uit, maar ik voelde het en dat is belangrijk geweest voor mijn ontwikkeling.”

“Frank heeft mij geleerd te relativeren. Wij zijn aan het bouwen en dat loopt weleens mis. Je kunt daar wakker van liggen, kwaad worden, maar het lost niets op. Mijn temperament is heel heftig, Frank heeft dat wat gedempt. Nu raas ik maar af en toe nog eens uit, steeds minder. Wij weten allebei dat we bij elkaar willen blijven, dat we het beste voor elkaar zijn. Waarom dan strijden om details ?”

“Ook van mijn zeven jaar oudere broer heb ik veel geleerd. Hij is nogal excentriek. Zelf slaagt hij er niet zo in om zijn leven naar zijn welbevinden te organiseren. Van hem heb ik geleerd dat ieder zijn eigen waarheid heeft. Ik voel hem meer aan dan ik hem begrijp.”

“We hebben een bevriend paar met wie we ook weleens op weekend gaan. Van hen heb ik geleerd dat ik minder moet organiseren en leiden, minder goed moet willen doen voor iedereen. Laat iedereen maar in zijn waardigheid.”

WIJSHEID – DWAASHEID

“Soms ben ik te impulsief in mijn reacties, waardoor mijn bedoelingen niet begrepen worden. Dat is frustrerend. Ik zie af en toe alles zo helder en toch kan ik het niet overbrengen. Ik kwets daardoor weleens onbedoeld.”

“Ik ben heel erg begaan met het milieu. Maar dat in praktijk brengen is een moeilijke weg, die veel discipline en consequent gedrag vereist. Het meest voor de hand liggende is meestal niet gezond en niet milieuvriendelijk.”

KRACHT – ZWAKTE

“Mijn eigen positieve instelling en het vertrouwen op mijn gevoel en mijn verstand tegelijk geven mij kracht. Mijn enthousiasme en mijn gedrevenheid werken aanstekelijk zegt men mij.”

“De essentie van de relatie tussen Frank en mij is wederzijds respect. Als onze voorkeuren soms te ver uit elkaar liggen om tot een compromis te komen, geeft diegene toe die vermoedt dat zijn wens, voorkeur of verlangen lichter weegt dan dat van de andere. Als dat geven en nemen zoals bij ons in evenwicht is, heb je bij zo’n altruïsme zelf baat en belang. Het leidt immers tot tevredenheid, welbevinden en dus geluk. Als je de ander gelukkig maakt, word je zelf ook gelukkig.”

KRACHT – ZWAKTE

“Mijn fysiek staat nog niet op punt, vind ik. Ik heb veel mentale kracht, maar niet lichamelijk. Is het belangrijk om er jong, fit en gespierd uit te zien ? Misschien niet, maar sporten is wel goed voor mijn gezondheid. Net voor ik zwanger werd, was ik goed aan het tennissen, nu fietsen we. Met de iPod in over de Netedijk rijden op zondagochtend werkt heel erg louterend.”

“Ik wou naar de top van de Mont Ventoux fietsen, maar het kwam te vroeg na mijn zwangerschap. Doordat Kamil zo klein was, had ik onvoldoende energie over om volop te trainen. De topvorm was er niet, maar ik ben wel op die top geraakt, al ben ik onderweg vaak moeten stoppen. Dat was echt kicken. Toen had ik het gevoel dat ik alles bereikt had, wat ik wilde. Dat sportieve doel was belangrijk voor mij.”

“Ik probeer al lang gezond te eten, maar ik slaag er niet echt helemaal in. Ik eet te graag, ik vind gezelligheid aan tafel heel belangrijk en daar horen veel dingen bij die in dat gezonde register geen plaats hebben. Het evenwicht tussen genieten en gezondheid heb ik dus nog niet echt gevonden.”

Door Tessa Vermeiren l Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content