Eindeloze witte stranden, helderblauw water, zonovergoten palmbomen – de Dominicaanse Republiek voldoet zozeer aan de clichés uit de reisbrochure dat vele toeristen er nooit hun strandstoel verlaten. Vier redenen om dat vooral wel te doen.

Met jaarlijks 2,5 miljoen toeristen is de Dominicaanse Republiek een van de populairste bestemmingen in de Caraïben. Zon en strand waren nochtans niet van tel toen Christoffel Columbus in december 1492 voet aan wal zette op het eiland dat hij La Isla Española doopte. Het ging de ontdekkingsreiziger vooral om de goudschatten en de lokale Tainos die ze moesten delven. Lang overleefden die indianen de bezetting door de Spaanse barbaren niet, zodat voor het zware werk in de goudmijnen en op de suikerplantages Afrikaanse slaven werden ingezet.De eeuwenlange strijd met andere koloniale mogendheden zoals Frankrijk en Groot-Brittannië, kleurde de palmares van de Spanjaarden nog zwarter.

Sinds de Dominicaanse onafhankelijkheid in 1844 zijn historici milder. Het was immers hier, vanuit de nu drie miljoen inwoners tellende hoofdstad Santo Domingo, dat Columbus’ zoon Diego de Nieuwe Wereld uitbouwde. De stad zelf is een in hitte en mensenmassa’s zwelgende heksenketel, de gerestaureerde en verkeersluwe Zona Colonial bulkt van historische monumenten: de eerste kathedraal en universiteit op het Amerikaanse continent, het oudste klooster annex hospitaal, de eerste gevangenis, de oudste geplaveide weg, het oudste Europese fort overzee. Woningen zoals het Alcazar de Colon, het 22 kamers tellende paleis van de familie Columbus, het Casa del Cordon met franciscaanse symboliek op de façade of het gemetselde Casa de Francia, schetsen de koloniale leefwereld, terwijl een dozijn musea kunst- en gebruiksvoorwerpen uit die periode tonen.

Over de grootste publiekstrekker bestaat echter veel discussie. Vooral over de overblijfselen van Columbus himself. Ook Spanje en Italië – het thuisland van de admiraal – zeggen die te bezitten. De tentoonstellingsruimte, Faro a Colon (‘vuurtoren voor Columbus’), is de verplaatsing waard: het megalomane bouwwerk, zo groot als een huizenblok op de Champs-Elysées, lijkt wel een betonnen ufo. Zeker ’s avonds, als laserstralen tussen de langwerpige vleugels de hemel oplichten. Het ding kostte de overheid eind jaren zeventig zo’n tweehonderd miljoen euro, een typisch voorbeeld van hoe zelfverklaarde, vaak corrupte en hardhandige machthebbers de verarmde Dominicaanse Republiek al tijden besturen. Zoveel is er sinds Columbus dus niet veranderd.

De ziel van een volk

De beste reden om de Dominicaanse Republiek te verkennen? Dat is de bevolking zelf: goedlachs, gastvrij, altijd bereid om een praatje te slaan of een feestje te bouwen: Dominicanen doen de blije reputatie van de zonnige Caraïben alle eer aan. Trek er dus op uit, verken de vele dorpjes onderweg en geniet van het sociale leven in de cafés en de zingende en dansende mensen op straat.

Ook wie Spaans spreekt, staat ervan te kijken: hoe rijm je zoveel joie de vivre met het choquante contrast tussen de somptueuze hotels aan de kust en de armoede in het binnenland? Ondanks economische hervormingen in de jaren negentig en de groei van de toeristische industrie, nu groter dan de tabaks- en suikerteelt, heeft de helft van de 8,7 miljoen inwoners niet eens een baan. Eén op de drie leeft onder het bestaansminimum, terwijl kinderen er zelden secundair onderwijs aanvatten. Geen wonder dat dorpsbewoners elektriciteit aftappen van lantaarnpalen en slechts een handvol Dominicanen Engels begrijpt. De grote meerderheid van hen leeft geïsoleerd op het platteland en tracht rond te komen met seizoengebonden landbouw of lokaal handwerk, zoals lederwaren, houtwerk en ceramiek. Anderen bewerken edelstenen als amber of turkoois larimar, waarvan de mooiste exemplaren opduiken in juwelenwinkels in Santo Domingo en Puerto Plata.

Kenners verklaren de Dominicaanse opgewektheid door het slavenverleden, want zeven op de tien zijn van Afro-Europese of -Indiase afkomst. Het onfortuinlijke lot van hun voorouders heeft dit trotse volk gehard, zo wordt gezegd, en kleurt het sociale leven: vaak ondersteunen familieleden, vrienden en buren elkaar, terwijl Dominicanen niet makkelijk hun hoofd laten hangen. Blijven lachen, je problemen verbergen: dat is het motto. Jammeren, dat doen alleen sukkels – en oververhitte toeristen. Probeer trouwens niet om lokale schoonheden te imponeren met hawaïshorts of designerbikini’s. Ondanks hun lage inkomen proberen Dominicanen zich netjes te kleden – van westerlingen met poen verwachten ze hetzelfde.

Dominicaanse dromen

Laat u niet misleiden door hotelzwembaden en rumcocktails: muziek beheerst het leven in de Dominicaanse Republiek. Je zou haast oordopjes meenemen, zo luid staat het volume. In cafés, restaurants en winkels, maar ook op openbare bussen en markten, in huizen, taxi’s en terreinwagens met speakers als olifants-oren. “Zo denken alleen de doven over hun problemen na”, wordt ter plaatse gezegd. Wees dus niet verbaasd als u jong en oud op de gekste momenten ziet dansen – het wachten op de bus wordt gelijk een stuk korter. Britney Spears of Julio Iglesias hoeft u niet te vrezen, de nationale muziekstijlen zijn merengue, waarvan het nerveuze ritme de Afrikaanse en Afro-Cubaanse wortels verraadt, en bachata, zachte, melige liefdesliedjes van lokale Helmut Lotti’s.

Zingen is hier trouwens een dagtaak: er zijn talloze zangspelletjes, ouders zingen hun kinderen toe voor het slapengaan en op het platteland hoort zang bij oogstseizoenen, huwelijken en sterfgevallen. Voor de liefhebbers zijn er festivals te over: Santo Domingo organiseert niet alleen twee uitzinnige carnavalsfeesten (eind februari en midden augustus), maar ook een veertiendaags merenguefestival (juli-augustus) en een vermaard driedaags Latin Music Festival (datum varieert), met bekenden uit de Zuid-Amerikaanse jazz, merengue en salsa. Puerto Plata organiseert in oktober zijn eigen grote merenguefestival, terwijl ook in andere steden en dorpen regelmatig festivals en concerten plaatsvinden. Wie Dominicaanse koppeltjes tekeer ziet gaan op een dansvloer, weet genoeg.

Als muziek het bindmiddel is in het sociale leven, dan is baseball de Dominicaanse versie van de American dream. De sport werd na 1868 ingevoerd door vluchtelingen uit Cuba, waar toen een tienjarige oorlog tegen de Spaanse bezetter woedde. Zij leerden het op hun beurt van matrozen op Amerikaanse suikerschepen en die ontketenden een rage in de Dominicaanse Republiek. Vooral in dorpen met suikerraffinaderijen zoals San Pedro de Macoris en La Romana, waar teams tussen twee suikeroogsten in zes maanden konden oefenen. Béisbol werd zo populair dat de militaire dictatuur van Rafael Leonidas Trujillo eind jaren dertig zelfs de staatskas plunderde om teams en baseballstadions te financieren.

Sindsdien beheersen zes teams de televisiezenders en staat zelfs in de armste dorpjes een stadion. Dat Dominicaanse spelers als pitcher Pedro Martinez en slagspeler Sammy Sosa erg gewild zijn in de Amerikaanse profliga, heeft de populariteit alleen maar vergroot. Ook de best betaalde speler uit de Amerikaanse geschiedenis, Alex Rodriguez, die een contract van 252 miljoen euro tekende bij de Texas Rangers, is immers een landgenoot. Zoals vele dorpsjongens werd hij ontdekt door talentenjagers en ontsnapte hij zo aan de armoede. Spelers in Dominicaanse teams verdienen gemiddeld achthonderd euro, terwijl vele landgenoten het met nauwelijks honderd euro moeten stellen.

Het zestig wedstrijden tellende baseballseizoen loopt van midden november tot begin februari. Kaartjes kosten officieel één tot vijf euro en zijn vaak een uur van tevoren verkocht, zodat men op de zwarte markt tot het vijfvoudige betaalt. Ook hier is de Amerikaanse droom van iedereen.

Groene biotoop

Wist u dat de Dominicaanse Republiek 5600 planten- en boomsoorten telt, waarvan ruim een derde nergens elders te vinden is? Dat het land vier van ’s werelds acht zeeschildpadsoorten herbergt? Nochtans is ecotoerisme hier zo goed als onbestaand, net als milieuzorg. Ontbossing, erosie, watervervuiling en overbevissing bedreigen er de natuurlijke rijkdommen, terwijl de nog jonge milieuwetgeving zelden toegepast wordt, zelfs in de tien nationale parken. Vele restaurants serveren ongestoord zeeschildpadsoep en -vlees, terwijl het doden van deze bedreigde dieren verboden is.

Op een oppervlakte van anderhalf keer België zorgt het subtropische klimaat echter voor een gevarieerd landschap: van bergketens met groene valleien en watervallen tot dik begroeide regen- en bergwouden. Terwijl daar palmbomen, mahonie-, citroenhout- en olifantsluisbomen flirten met paarsblauwe jacaranda’s en ander tropisch fraais, wordt het zuidwesten gedomineerd door woestijngronden, cactussen en doornbomen. Het Parque Nacional Jaragua is een doornig woud met unieke diersoorten als de witte nachtegaal, de bedreigde karetschildpad en flamingo’s. Iets noordelijker ligt dan weer het Lago Enriquillo. Dit zoutwatermeer in het Isla Cabritos-park, dat per boot te bezoeken is, vormt het laagste punt van de Caraïben, 46 meter onder de zeespiegel. Het is ook de habitat van ruim vijfhonderd krokodillen en gigantische leguanen. Al even griezelig en spannend is een boottocht door de wortelbomenjungle in het Parque Nacional Los Haitises, een moerasgebied in het noordoosten.

Trekkers komen aan hun trekken op de Pico Duarte, met zijn 3175 meter het hoogste punt van de Caraïben. De populairste vertrekplaats is het dorpje Jarabacoa, van waaruit ook korte wandelingen naar prachtige watervallen en meertjes vertrekken, alsook spectaculaire kano- en raftingtochten op de Rio Yaque del Norte. Hij stroomt nabij twee nationale parken waar subtropische bergwouden vol palm- en pijnbomen, koningsvarens, bromelia’s en orchideeën het uitzicht bepalen.

Liever wat rustiger? In de Bahia de Samana, aan de toeristische noordoostkust, verzamelen in januari en februari ruim tienduizend bultruggen voor het paringsritueel. Daarbij springen de mannetjes van deze zeldzame walvissoort op uit het water om indruk te maken en de vrouwtjes te imponeren, terwijl de jongen aan de kusten spelen. De rit vanuit Santo Domingo en de zuid- en oostkust leidt bovendien door dichtbegroeide subtropische valleien. Tot slot: op de weg tussen Laguna de Nisibon en El Macao ligt het slaperige dorpje Lava Cama. De landweggetjes richting kust leiden naar uitgestrekte witte stranden waar u de palmbomen en de helderblauwe oceaan met niemand hoeft te delen. Net als in de reisbrochures.

PRAKTISCH

Reisdocumenten: Identiteitskaart volstaat voor wie vanuit België of Nederland per (vakantiecharter)vlucht het land binnen- komt. Paspoort kan worden gevraagd voor individuele reizen en reizen vanuit andere landen. Raadpleeg Buitenlandse Zaken, stads- of gemeentebestuur of uw reisbureau!

Gezondheid: Hepatitis A, hepatitis B, difterie, buiktyfus en gele koorts aanbevolen. Voor reizen buiten de grote centra wordt een preventieve malariabehandeling aangeraden.

Elektriciteit: 110 V met adapter

Tijdsverschil: Zomer: – 6u. Winter: – 5u.

Munteenheid: Dominicaanse Peso (DOP), 42,5 DOP = 1 E Ç

Aanbevolen munt: dollars

Talen: Spaans, Engels

Toeristische dienst: Dominicaanse Dienst voor Toerisme, Louizalaan 271, 1000 Brussel, 02 646 13 00, www.dominicanrepublic.com

Ambassade: Livornostraat 42, 1050 Elsene, 02 534 26 11, esc.embassies@skynet.be

Let op : Verplaatsingen op het eiland vergen een huurauto, de internationale ketens zijn aanwezig op luchthavens en bij vakantieoorden. De lokale infrastructuur en rijstijl maken een volledige verzekering noodzakelijk. Het wegverkeer wordt bemoeilijkt door de verouderde infrastructuur en voertuigen. ’s Nachts rijdt men beter niet. Het Dominicaanse gerecht treedt bijzonder streng op ten aanzien van verkeersongevallen. Buitenlanders die hierbij betrokken zijn, krijgen soms geen toestemming om het land tijdens het onderzoek of het proces te verlaten. Het is vaak beter gebruik te maken van een taxi dan zelf een voertuig te huren.

Kredietkaarten worden zelden aanvaard, geldautomaten zijn alleen te vinden op luchthavens en in grote steden.

Men laat identiteits- en reisdocumenten best in de kluis van het hotel achter en draagt een eensluidende kopie van het paspoort bij zich. Het is raadzaam zo min mogelijk contant geld en waardevoorwerpen bij zich te hebben. Zakkenrollers zijn vooral actief in het openbaar vervoer en nachtclubs. Voorzichtigheid is dan ook geboden.

Nuttige websites: Jet Air: www.jetair.be

Where to Stay: http://dr.wheretostay.com

Web Dominicana: www.webdominicana.com

Survival: http://dominicanresorts.com/DominicanRepublic.htm

Debbies Dominican Republic Travel Page: www.debbiesdominicantravel.com

Hispaniola: www.hispaniola.com

Dominican Republic Index, www.dominicanrepublicindex.com

Tekst en foto’s: Wim Denolf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content