Door de eeuwen heen leefden in deze New Yorkse brownstone kunstenaars van allerlei disciplines. De kenner die er recent zijn intrek nam, springt omzichtig om met de rijke historiek en omringt zich met eminente hedendaagse kunst.

Greenwich Village, een van de kleinere en intiemere wijken van New York en daarom “the Village” genoemd, telt vele straatjes. Grove Street is er een van. Te midden van hogere gebouwen staat op nummer 90 een juweeltje van achttiende-eeuwse architectuur. Hier wonen Howard en Katia Read. Howard is samen met John Cheim directeur van de New Yorkse CheimRead gallery, een van de meest toonaangevende galerie- en op het gebied van hedendaagse kunst. En dat zegt alles over de kunstverzameling in dit huis. Maar de héle geschiedenis van deze brownstone heeft een groot artistiek gehalte.

Sheridan Square is het hart van “the Village”. Er komen zeven straten uit op dit plein, met huizen die tot de verbeelding spreken : Twin Peaks in Bedford Street op nummer 102 werd door architect Clifford Bailey gebouwd in 1830, Isaacs Hendricks House op nummer 77 dateert van 1799, St. Luke’s Place werd in 1850 opgetrokken naar Italiaanse stijl, en Grove Court telt zes huizen uit 1853 op een lommerrijke binnenplaats.

Niemand lette eigenlijk op Grove Street. En aanvankelijk zeker niet op het eenvoudige huis op nummer 90. Zelfs het koperen standbeeld van generaal Philip Henry Sheridan (opperbevelhebber van het Amerikaanse leger ten tijde van de Burgeroorlog) kijkt in het tegenover liggende Christopher Park vanaf zijn sokkel vastberaden de andere kant op. Maar de architecten John Merven Carrère & Thomas Hastings maakten met hun verbouwing rond 1908 van het lelijke eendje een kroonjuweel. Zij tekenden ook de New York Public Library, The Senate in Washington en de entreepoorten van Central Park, en er gaan zelfs geruchten dat ze medeverantwoordelijk waren voor het ontwerp van de Brooklyn Bridge.

Door de jaren heen besteedden ook alle opeenvolgende bewoners, en recent ook Howard en Katia Read, grote zorg aan het huis. Howard Read : “We woonden ooit met onze twee dochters in een loft in de buurt van het Flatiron district en hoopten te kunnen verhuizen naar Greenwich, waar ze schoolliepen. Maar eigenlijk ontgroeiden we ook onze vorige stek. We wilden een huis met op zijn minst één ruimte als een loft, en ook verschillende kamers voor het privacygevoel. Zeker met opgroeiende kinderen was dat een grote wens.”

“Een vriend vertelde ons dat er twee interessante panden te koop stonden in Grove Street. Vanaf 1908 behoorde nummer 90 toe aan Helen Olivia Phelps Stokes. In 1915 kreeg zij haar broer James Stokes als buurman, die het huis op nummer 88 kocht. Jarenlang waren de huizen ook onderling verbonden. Een tussendeur maakte het mogelijk dat de twee families elkaar zonder omwegen konden bezoeken. Toen we Grove Street nummer 90 zagen, met zijn grote studio en zijn historische details, bijna helemaal intact maar in slechte staat, waren Katia en ik meteen verloren. Maar nummer 90 werd alleen verkocht in een package deal met nummer 88. We wilden wel, maar twee huizen, dat was te veel van het goede. We vonden goede vrienden bereid om gezamenlijk deze koop te sluiten. Vooral de Victorian Style van nummer 88 gaf voor hen de doorslag.”

“In de weken daarna gingen we op zoek naar de historische achtergronden van beide huizen, om de verbouwingen met respect te kunnen laten gebeuren. De New Yorkse archieven maakten ons veel wijzer. De huizen werden gebouwd in 1827 : nummer 90 voor William Banks, nummer 88 voor Henry Halsey. Voor buiten- en binnenkant van nummer 90 werden verschillende stijlen door elkaar gebruikt : Federal Style voor de inkomhal, Dorische kolommen links en rechts naast de entreedeur, en de Greek Revival Style bij de leuningen in het trapportaal. Later werd daaraan nog een Japanse invloed toegevoegd”, vervolgt Read. “In 1893 werd nummer 90 gekocht door de bekende kunstschilder en illustrator Robert Blum, die vervolgens Carrère & Hastings de opdracht gaf om het te verbouwen. Zij zijn ook verantwoordelijk voor de grote studio boven, met het grote skylight aan de straatkant. Het oorspronkelijke puntdak moest verdwijnen en in de plaats kwam een grote, lichte werkruimte. Een verdieping van het huis werd daarvoor opgeofferd, maar het noorderlicht komt nu wel mooi de studio binnen. Een werkbezoek van Robert Blum aan Japan zette hem ertoe aan om in het interieur Japanse technieken toe te passen. In de eetkamer maakte hij een muurschildering met chrysanten, maar ook andere delen van het huis decoreerde hij met oosterse technieken. Een klein gedeelte van die muurschildering is nog zichtbaar net boven het raam dat op de gezamenlijke binnenkoer uitkijkt. Het voorste deel van het huis, het studiogedeelte, is bewaard gebleven sinds bouwjaar 1827 en zoals de archiefstukken aangaven. Dit deel heeft voor ons een publieke functie. Woonkeuken, leefruimtes, ouder- en kinderslaapkamers en badkamers liggen in het achterhuis en zijn volledig omgebouwd en gemoderniseerd.”

“In dit huis is moderne kunst altijd een belangrijk gegeven geweest. Hier woonden kunstenaars, landschapsarchitecten, illustratoren en kunstverzamelaars. Maar voor ons moest het ook comfortabel vormgeven aan ons familieleven van nu. Onze kunstcollectie gaat een directe dialoog aan met haar omgeving, we leven tussen werk van o.a. Jack Pierson, Adam Fuss, David Salle en Louise Bourgeois. Dat geeft een bijzonder spanningsveld en een grote intimiteit.”

“Ons huis werd meerdere keren door verschillende leden van één familie bewoond. De laatste eigenares was Lettice Phelps Stokes, de tweede vrouw van James Stokes, die in 1988 overleed. Omdat ze zo oud was, kon ze het huis niet de nodige zorgen geven en raakte het in verval. Met als voordeel dat er uitzonderlijk veel in de oorspronkelijke staat bleef bewaard. We vonden een interieurreportage terug in Indoors and Out uit 1908, een tijdschrift ‘devoted to Art and Nature’. Op foto’s zijn de Japanse muurschilderingen in de eetkamer en de Chinese tegelplateaus bij de haarden nog goed zichtbaar. Op één foto staat zelfs Jules Guérin, kunstschilder en toenmalig eigenaar van Grove Street nummer 90, terwijl hij in de studio aan het werk is, omringd door schildersezels, een potkachel, kunstwerken, olieverf en potten met kwasten. Dan gaat voor mij die artistieke geschiedenis van het huis pas écht leven. De titel van dat stuk was niet voor niets : An Artist’s House. Dat was het toen en dat is het ook nu.”

Tekst Marc Heldens / Foto’s Mark Seelen

In 1893 offerde kunstschilder en illustrator Robert Blum, de toenmalige eigenaar, een verdieping op voor het grote dakraam in de studio.

John Merven Carrère & Thomas Hastings verbouwden rond 1908 dit huis. Zij tekenden ook de New York Public Library, The Senate in Washington en de entreepoorten van Central Park.

Een interieurreportage over het huis in ‘Indoors and Out’ uit 1908, een tijdschrift ‘devoted to Art and Nature’, bleek een nuttig document voor de renovatie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content