MET ROLLEN IN TWEE PRESTIGEFILMS, CONTAGION EN CARNAGE, EN DE BEJUBELDE TV-SERIE MILDRED PIERCE IS OSCARWINNARES KATE WINSLET DIT NAJAAR VOLOP IN DE MEDIA. MOOI MEEGENOMEN VOOR THE GOLDEN HAT FOUNDATION, HAAR STICHTING TEN VOORDELE VAN AUTISTISCHE KINDEREN, WAARVOOR ZE OOK LANCÔME WARM KREEG.

Met drie titels in het programma was Kate Winslet (35) de ongekroonde koningin van het afgelopen Filmfestival van Venetië. Dat ze op de rode loper verscheen in een strakke ‘mirakeljurk’ van Stella McCartney die haar rondingen extra verleidelijk deed uitkomen, maakte haar helemaal de lieveling van publiek en fotografen. Niet slecht voor een vrouw die zich als tiener bepaald geen sirene voelde. Maar vergis u niet, net als die andere Kate – Hepburn – is Winslet in de eerste plaats een serieuze actrice. Op haar 31ste was ze de jongste ooit met vijf Oscarnominaties op haar naam. In 2009 was ze met liefst twee films in de running voor de Academy Award voor beste actrice in een hoofdrol : Revolutionary Road, geregisseerd door haar toenmalige echtgenoot Sam Mendes en The Reader van Stephen Daldry. Met de laatste film won ze. Mendes en Winslet gingen niet lang daarna ‘op vriendschappelijke wijze’ uit elkaar.

Sinds haar debuutfilm, Peter Jacksons Heavenly Creatures, werkte de Britse actrice met de meest toonaangevende regisseurs. Dit najaar zien we haar als wetenschapster in Contagion, de dramatische thriller over een dodelijkevirusuitbraak waarin Steven Soderbergh naast Winslet half Hollywood deed opdraven : Gwyneth Paltrow, Matt Damon, Jude Law, Lawrence Fishburne, Marion Cotillard. In de HBO-serie Mildred Pierce, waarvoor Winslet de Emmy voor beste actrice in een dramatische rol won, was ze in goede handen bij Todd Haynes ( Far From Heaven). Kers op de taart was de samenwerking met Roman Polanski voor Carnage, een huiskamerdrama waarin ze één van vier ouders speelt die een vechtpartij tussen hun zonen op een beschaafde manier proberen uit te praten, wat grandioos mislukt.

Over al die samenwerkingen wil Winslet maar al te graag praten, maar niet over haar privéleven en al evenmin over het feit dat ze een paar maanden geleden de moeder van miljonair Richard Branson uit een brandend huis redde. Ik ontmoet de actrice, al jaren ambassadrice voor het cosmeticamerk Lancôme, in een hotel in Madrid, waar ze net een onderscheiding in ontvangst nam voor haar humanitair werk ten voordele van ernstig autistische kinderen. In de ontvangstruimte bekijk ik een Lancôme- promofilmpje van de hand van Mario Testino, waarin Winslet een buitenaards mooie femme fatale verbeeldt. De échte Kate is een stuk aardser, in een sobere grijze jurk en met make-up die bedoeld is om haar er te doen uitzien alsof ze niet opgemaakt is. Maar het meest verfrissend is haar totaal gebrek aan pretentie.

Het lijkt me best geestig om in zo’n promospot alle registers open te trekken en de diva te spelen.

Kate Winslet : Dat was het ook. Hoewel ik aanvankelijk een beetje nerveus was. Sinds de originele promotiespot voor Trésor had ik geen commercial meer opgenomen en het type vrouw dat ik in de spot voor L’Absolu Nu uitbeeld, ligt veel verder van mezelf. Maar Testino slaagt er als geen ander in om vrouwen er op hun voordeligst te doen uitzien. Dat gaf me vertrouwen, maar dan nog : om te kunnen geloven in wat ik deed had ik een heel scenario voor de verleidster in de spot verzonnen. Per slot van rekening is poseren ook een vorm van acteren.

Hebt u eigenlijk inspraak over de mate waarin foto’s van u bijgewerkt worden ?

Nee, zo werkt dat niet. Het spreekt vanzelf dat luxemerken er alles aan doen om hun producten zo aantrekkelijk mogelijk te presenteren. Het droomelement speelt zeker een rol. Maar laten we niet flauw doen : niemand gelooft dat ik er in het echt zo uitzie. De vrouw op de foto ben ik na tweeënhalf uur bij de kapper en de visagist, en met de hulp van een van de beste fotografen ter wereld, een paar assistenten, veel natuurlijk daglicht dat rimpels minder prominent maakt en de techniek waarmee ze de kleuren van de film bewerken. En ik zou liegen als ik beweerde dat ik er niet graag op mijn best uitzie op zo’n foto. Waar ik wel een hekel aan heb is als ze je figuur helemaal veranderen. Zo’n tien jaar geleden deed ik een fotoshoot voor GQ Magazine waarbij ze mijn lichaam in die mate digitaal veranderd hadden dat ik bijna onherkenbaar was. De heisa die dat veroorzaakte ! ‘Mijn God, wat is ze vermagerd ! Ze heeft een algehele liposuctie laten uitvoeren, ze lijdt aan anorexie…’ Terwijl er helemaal niets gebeurd was. Toen heb ik me behoorlijk kwaad gemaakt op magazines die hun covermodellen zodanig retoucheren dat de silhouetten totaal onrealistisch worden.

Als tiener was u onzeker over uw uiterlijk. Laat dat nog altijd sporen na ?

Het klopt dat ik tijdens het opgroeien ongelooflijk onzeker was, fysiek en emotioneel. Als kind was ik niet bijzonder aantrekkelijk ; vaak werd ik geplaagd omdat ik zo mollig was. Ik paste niet in de luchtige zomerjurkjes die mijn vriendinnetjes droegen, mijn voeten waren te lomp voor fijne sandaaltjes. Ik was het spreekwoordelijke lelijke eendje, een buitenstaander. Dat babyvet ben ik al lang kwijt, het gevoel van nederigheid is gebleven. Toen Lancôme mij vroeg als een van hun gezichten, was ik stomverbaasd. Maar kijk, die samenwerking duurt nu toch al vier jaar. En ja, ik heb de laatste jaren veel aan zelfbewustzijn gewonnen. Met het ouder worden verandert je lichaam, ik heb het gevoel dat mijn gezicht voortdurend verandert. Op je twintigste kun je je niet voorstellen dat je er op je vijfendertigste beter zult uitzien, maar nu weet ik dat dit mijn beste jaren zijn. Goed, als ik te weinig slaap laat dat nu meteen sporen na. Anderzijds, ik heb geleefd, ik ben, denk ik, een boeiender mens geworden. Wie zei ook weer dat je na een zekere leeftijd het gezicht hebt dat je verdient ? Ik ben godzijdank gezond, ik heb twee fantastische kinderen, ik zie er niet slecht uit voor mijn leeftijd en daar probeer ik zoveel mogelijk van te genieten.

In Holy Smoke deed u het letterlijk in uw broek, in Carnage zit naar verluidt een geweldige kotsscène. Is er moed voor nodig om u van een minder flatteuze kant te laten zien ?

Zwijg me van dat overgeven ! Mijn kinderen waren toen toevallig op de set en dagen later waren ze er nog niet over uitgepraat. Maar film gaat over verhalen vertellen, niet over er zo leuk mogelijk uitzien. Verhalen over echte mensen, met al hun hebbelijkheden en sores. Dat is wat het leven is en daarom hou ik ervan om in mijn personages te verdwijnen. Als dat impliceert dat ik er soms onsmakelijk uitzie, dan moet dat maar. Gelukkig heb ik in mijn carrière al met veel fantastische artdirectors, kostuumontwerpers en make-upartiesten samengewerkt die mij hielpen om een ware metamorfose te ondergaan. Ann Roth, bijvoorbeeld, de styliste van The Reader en Mildred Pierce. Een vrouw van in de tachtig, met een ongelooflijke ervaring, die personages feilloos aanvoelt. In Mildred Pierce droeg ik 62 verschillende outfits. En over elke cardigan, elke schoudervulling was nagedacht. Outfits uit de jaren dertig en veertig zien er snel als theaterkostuums uit en dat wilde Todd Haynes absoluut niet.

U hebt in uw carrière al aardig wat complexe, getroebleerde personages gespeeld. Ziet u er niet tegenop om zo’n alter ego wekenlang mee te slepen ?

Ik ben altijd bang als ik een rol aanvaard. Clementine in Eternal Sunshine, Hannah in The Reader, April in Revolutionary Road, allemaal lastige tantes. De opnamen van Mildred Pierce duurden zeventien weken, soms had ik het gevoel dat ik in mijn eentje een hoge berg aan het beklimmen was. Maar tegelijk zijn dat ook de momenten waarop de adrenaline volop pompt en ik me geweldig voel. Ik kan dat wel niet de hele tijd opbrengen, daarom probeer ik nu nog maar één film per jaar te draaien. Het is niet alleen het huiswerk dat aan de film voorafgaat en de opnamen zelf, maar achteraf heb ik ook tijd nodig om het personage weer uit mijn systeem te krijgen, om af te kicken van de manier waarop die ander spreekt en loopt. Ik probeer gewoon zo snel mogelijk opnieuw mijn draai te vinden in het echte leven door gewone, functionele dingen te doen en mezelf eraan te herinneren hoe ik echt ben en wanneer ik het gelukkigst ben.

Voelt u tijdens het draaien al of een film echt goed wordt ?

Nee, eigenlijk niet. En daar kun je je ook niet mee bezighouden. Je kunt alleen maar vertrouwen op je eigen instinct en integriteit, en zo eerlijk mogelijk je personage spelen, zoals je denkt dat die mens is, en koppig doorduwen. Contagion bijvoorbeeld, is een typische ensemblefilm met een grote cast waarvoor ik maar twee weken opnamen had. Heel intensief en dan hup, weer weg. De enige andere acteur met wie ik veel speelde was Laurence Fishburne en één dag met Matt Damon. Dan ben je achteraf wel benieuwd hoe jouw aandeel in het geheel kadert. Met Carnage was dat anders. In de eerste plaats was ik doodsbang toen ik eraan begon. Echt stijf van schrik. Roman Polanski was voor mij een enigma, de man heeft nu eenmaal een buitengewoon leven geleid en als regisseur is hij een icoon. Ik had geen idee wat ik van hem kon verwachten. Nu, mijn drie medeacteurs zaten al evenzeer met de bibber, zelfs Jodie Foster, stel je voor. Uiteindelijk bleek Polanski een bijzonder warm mens, ondersteunend, grappig en zeer, zeer clever. Het soort regisseur dat je laat experimenteren : oké, we doen het eens zus of zo. En dan, langs zijn neus weg : kijk, zo zie ik het. Waarna wij keer op keer moesten toegeven dat zijn aanpak de beste was. Een verbluffende ervaring, ik had ze voor geen geld willen missen. We hebben de film ook scène per scène gerepeteerd, als een toneelstuk. En vervolgens in chronologische volgorde opgenomen, wat zeer ongebruikelijk is. Maar in dit geval onontbeerlijk : het verhaal begint beschaafd en aardig met een banale kinderruzie, maar ontaardt al snel in een bitter conflict, waarbij de vier hoofdpersonen een uitputtende psychische confrontatie aangaan en de barsten in hun relaties pijnlijk duidelijk worden. Een emotionele slachting dus, die langzaam escaleert, waar we nooit zo naartoe hadden kunnen werken als de film niet in sequentie opgenomen was.

U bent in Madrid als ambassadrice voor The Golden Hat Foundation. Vanwaar uw engagement voor autistische kinderen ?

Het begon toen ik gevraagd werd om de tekst in te spreken bij de HBO-documentaire A Mother’s Courage : Talking Back to Autism. Het is het verhaal van de IJslandse jongen Keli Thorsteinsson die normaal intelligent is, maar aan een bijzonder ernstige vorm van autisme lijdt waardoor hij niet met de buitenwereld kan communiceren. Gaandeweg geraakte ik erg onder de indruk van de persoonlijkheid van Keli’s moeder Margret, die tot het uiterste ging om een systeem te ontwikkelen om contact te krijgen met haar zoon. Nu had ik al eerder aan liefdadigheidswerk gedaan, maar bij voorkeur onder de radar, zonder er veel over te toeteren. Maar nu realiseerde ik mij : als ik echt iets wil doen voor deze kinderen die als het ware gevangen zitten in hun eigen lichaam, dan moet ik daar ruchtbaarheid aan geven. Vandaar The Golden Hat Foundation, die ideeën en fondsen verzamelt om ernstig autistische kinderen vaardigheden aan te leren die hen in staat stellen om te spelen, hun gevoelens te tonen en in de maatschappij te functioneren. The Golden Hat is een gedicht geschreven door Keli waarin hij droomt hoe autistische kinderen plotseling kunnen communiceren als ze een magische hoed opzetten. In het voorjaar komt er een fotoboek uit met zelfportretten van bekende mensen als Meryl Streep, Jude Law, Maria Sharapova, Christina Aguilera en Ricky Gervais, allemaal met die toverhoed op. De opbrengst gaat integraal naar The Golden Hat Foundation. Op termijn willen we campussen voor begeleid wonen voor jonge autistische volwassenen creëren, want veel ouders leven in de angst : wat zal er met mijn kind gebeuren als ik er niet meer ben? Er zijn 76 miljoen mensen met autisme in de wereld en weinig fondsen om hun levenskwaliteit te verbeteren. Omdat ik nu eenmaal in de positie verkeer om daar de aandacht op te vestigen, wil ik graag mijn steentje bijdragen.

www.goldenhatfoundation.org

De film Contagion loopt vanaf 9 november

in de zalen, Carnage vanaf 14 december.

DOOR LINDA ASSELBERGS

OMDAT IK ÉCHT IETS WOU DOEN VOOR AUTISTISCHE KINDEREN, MOEST IK DAAR RUCHTBAARHEID AAN GEVEN.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content