Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Op twee jaar tijd is de mannenmode van het ene extreem naar het andere geëvolueerd. Van de macho-man naar de super-elegante dandy. Wij zagen de nieuwe man en van ver leek hij net een oude nicht.

LENE KEMPS

Het gerucht deed menig hart sneller kloppen. Popgroep Take That zou de show van Versace bijwonen. Uiteindelijk waren de hartenbrekers er niet en moesten we het met Paul Young en Rupert Everett stellen ; met z’n beiden niet half zo jong of knap als een kwartje Take That. De aanwezigheid van de mannelijke Dolly Dots was in dit seizoen van uiterste feminizering zeer gepast geweest. Wat is er meer tekenend voor het aanvaarden van de vrouwelijke eigenschappen in een man, dan vier jongens die vroeger voor de spiegel blijkbaar veeleer de ooh-en-aah-bewegingen van de Three Degrees hebben nagebootst dan de waw-rotaties van Elvis Presley.

Vervrouwelijking is de belangrijkste trend op de catwalks in Milaan en Parijs. Het kernwoord in de persdossiers is elegantie. Het duikt op in alle vormen en gradaties. Dolce & Gabbana gaan tot het uiterste. Bontjassen, vilten hoeden en filtersigaretten. Boa’s, pailletten-T-shirts en eye-liner. De witte langharige poes is het accessoire bij uitstek. Bij Versace komt een model heupwiegend met een lilla sjaaltje en dito handtasje het podium op. Bij Comme des Garçons dragen modellen valse haarstukken en muiltjes. Een beetje griezelig eigenlijk, want het defilé doet erg “getto van Warshau” aan, alsof de modellen zo uit hun bed werden gehaald en snel nog iets aantrokken. Overal zijn de jasjes getailleerd en duiken vrouwelijke kleuren op : pistachegroen en paars. Materialen worden zachter. Dit wordt de grote doorbraak van fluweel en de verkoop van boucléwol zal met sprongen de hoogte ingaan.

In de shows zitten verwijzingen naar de gekultiveerde maniertjes van de homoseksueel in de jaren twintig. De uitdagende stijl van de travesties in de kabaretten. De verfijning van de intellektueel. De gespierde elegantie van het ballet-milieu. Het geflirt met het androgyne van de popsterren in de jaren zeventig. Oscar Wilde, Salvador Dali en Hugh Heffner. Garcia Lorca, Luchino Visconti en Rudolf Nurejev. Mannen die er goed uitzien met een kamerjas en een filtersigaret.

Daarnaast is er de draagbare business-elegantie van Chapeau melon et bottes de cuir. De bolhoed-brigade aangevoerd door Olivier Strelli. Vorige winter kwamen zijn mannen nog uit de loopgraven of van een booreiland, nu kunnen ze zo de meest exclusieve Engelse mannenklub binnen in een redingote en een driedelig pak in een symfonie van ruiten ; paraplu en handschoenen niet vergeten. Ook bij Byblos die tijdens hun defilé films met Cary Grant en een jonge Orson Wellles projekteren zijn er overjassen met bontkragen en onberispelijk gesneden pakken. De wintergarderobe herinnert aan Edward, de hertog van Windsor of Al Capone, de koning van Chicago.

In de mode schrikken we niet meer terug van een man in een rok. Dat hebben we in de shows van Jean-Paul Gaultier genoeg gezien. Moderne mannen maken er trouwens helemaal geen punt van dat ze af en toe de kleren van hun vrouw lenen. Axel Rose van Guns’n’ Roses kan niet zonder kilt. Wijlen Kurt Cobain zei dat hij thuis vaak een jurk droeg omdat het een stuk makkelijker was. Dustin Hoffman deed het in Tootsie, Tony Curtis en Jack Lemmon in Some Like it Hot en pas nog Terence Stamp in de film die het allemaal weer bovenbracht : Priscilla, Queen of the Desert. “Ik was graag een mooie vrouw geweest, ” zei Terence Stamp over zijn rol. “Rita Hayworth of zo. Maar ik moet de waarheid onder ogen zien. Ik was niet mooi. ” Mannen die worstelen met vrouwencomplexen. Gerechtigheid bestaat.

Begin september stond heel de etalage van Barneys in New York de trendaangevende winkel in het teken van travesties of drag queens. Een eerbetoon aan de invloed die zij op de mode uitoefenen. Zowel Gaultier als Mugler gebruiken vaak drag queens in hun defilés. Nu de vrouwenmode een hoogtepunt van diva-dom en filmster-fantasmes heeft bereikt, is het logisch dat ook drag queens weer opduiken. Niets brengt de RuPauls, Lypsinka’s en Dame Edna’s van deze wereld zo tot bloei als rode lippen, hoge hakken en korsetten. De timing is perfekt. Divine is veel te vroeg gestorven.

Maar laten we u niet de verkeerde indruk geven. Vervrouwelijking betekent dit seizoen niet hetzelfde als verwijfd zijn. Dolce & Gabbana drukken het perfekt uit als ze het hebben over un’eleganza estrema : subliem in de zoektocht naar het perfekte element, onvermuwbaar in de aandacht voor het kleinste detail. Het is een man die eer bewijst aan een traditie, die weer klassieke kledingstukken in zijn garderobe opneemt en ze op het juiste moment weet te dragen. Kortom : een man van de wereld die zijn etiquette kent. Zakenlunch, namiddag-meeting, aperitief, wintersport ; deze man heeft voor elke gelegenheid het juiste pak. “Na seizoenen van krisis en het door elkaar lopen van formele kleding en casual wear, is dit de manier om mannen terug tot kopen aan te zetten, ” zegt ook Alain Guigui, verdeler in België van Corneliani. “De laatste jaren kon en mocht alles. Waarom zou je je een smoking aanschaffen als je ook in een donker pak naar een galabal mag ? Waarom zou je een overjas kopen als je zonder problemen je parka over een kostuum kan aantrekken ? Daar gaat men nu proberen verandering in te brengen. “

Chris Mestdagh gelooft niet in die terugkeer van het klassieke kostuum. “Mannen zijn te veel komfort gewend om zich terug in een strak pak te steken. ” Hij houdt het bij hemdjassen en losse, ongestruktureerde blazers al dan niet gekombineerd met een broek van dezelfde stof.

Dolce & Gabbana definiëren de nieuwe man als een mannen-man, maar eentje met de gevoeligheid van een vrouw, vertrouwd met de estetika van mode. Zich aankleden is voor hem een artistieke oefening. Een ritueel bijna. De laatste seizoenen lazen we steeds weer het befaamde zinnetje : een vrouw moet zich niet meer als een man kleden om geloofwaardig te zijn. Blijkt dat dit nu ook voor een man geldt. Hij mag zich opdoffen en uitdossen als een pauw, het doet geen afbreuk aan zijn mannelijkheid. Soms lijkt het wel dat liedje van Monty Python : I’m a lumberjack and I’m okay, zelfs al draagt hij dan buiten de werkuren de lingerie van zijn vrouw.

De mannen-onder-elkaar-sfeer wordt uitgebreid gekultiveerd. Een defilé lijkt bijwijlen wel een commercial van Gillette : voor mannen tot en met. Yohji laat een oudere heer en een jonge man defileren, in een vader-en-zoon-kombinatie. Versace geeft een opsomming van de types die hij voor ogen had : de artiest, de rock ‘n’ roller, de romanticus, de viriele kerel, de homoseksueel en de atleet. Mannelijke stereotypes worden uitgebuit. Atleten en sportlui zijn dankbare helden. Ferré wijdt een volledige show aan atleten en dansers, bij Van Noten zien we tijdens een defilé in een sportzaal truien met rugnummers.

In die James Brown-wereld duikt de mannen-man bij uitstek op : de cowboy, elegant tot in zijn felgekleurd hemd met franjes en verfijnd tot in zijn boots. Ongenaakbaar in zijn mannelijkheid. Bij Yohji Yamamoto klinkt er western-muziek uit de boxen en is er een cowboy-styling met dunne dasjes en tweekleurige western-blazers.

In het blad Details van deze maand wijdt Glenn O’Brien een artikel aan de urban cowboys : de greasers. De Fonz in Happy Days, John Travolta in Saturday Night Fever en John Travolta in Pulp Fiction, die andere toonaangevende film die met zijn muziek en beelden de catwalks teistert. “Greasers zijn formeel gekleed, ” zegt O’Brien. “Maar toch zijn ze wild. Ze zijn formeel wild. Verzorgd en gestileerd. ” Hij omschrijft hun stijl als : smakeloosheid tot echte smaak gekultiveerd. Hij haalt Tom Waits, John Lurie en Mickey Rourke als elegante uitlopers van deze richting aan. Moderne greasers bevinden zich nog steeds in het universum van Pulp Fiction ; dat van de aantrekkelijke nietsnut die eeuwig in biljartzalen en gokkantoren rondhangt. Ze slenteren nu ook rond op de catwalks van Milaan en Parijs. In een meer beschaafde versie zien ze eruit als Frank Sinatra en zijn rat-pack vriendjes, in een strak gesneden pak met een vlijmscherpe broek en puntschoenen. In een kitscherige uitvoering lopen ze ongetwijfeld gekleed in Katharine Hamnett die haar defilé liet beginnen door een Elvis-imitator en eindigde met een finale van Las Vegas-smokings. In een futuristische versie lijken greasers op So-mannen, het enige moderne defilé van het seizoen. High-techstoffen tot klassieke pakken gesneden, dicht tegen het lichaam en sexy. Wat heet sexy, wij hebben gehyperventileerd van pure opwinding. Alle defilés tonen honderd gradaties grijs. So heeft elektrisch blauw, fuchsia, rood en goud. Nooit wordt het te veel, het blijft altijd viriel. Pierce Brosnan, de nieuwe James Bond, draagt een Brioni-pak in de film. Wat een vergissing, dat had So moeten zijn.

Clark Kent is alive. Hij is de heer met de bril die bij het openscheuren van zijn hemd in Superman verandert. Je moet vaak aan hem denken bij het zien van de defilés. Ergens leeft de hoop dat er onder het grijze pak iemand anders verborgen zit.

Armani heeft nog steeds de mooiste grijze pakken. Hij omschrijft de look als een up-to-date grootsteedse stijl. Hij heeft zijn silhouet krachtiger gemaakt. Op zijn Napolitaans. Bredere schouders, smallere revers, een geceintreerde taille en een iets langer jasje. Een mannelijk beeld.

Bij het woord elegant hoort de term dandy. Hugo, het jongste broertje van Boss, is nog steeds op zoek naar een eigen identiteit en probeert het in de richting van sixties-silhouetten. Langere jasjes, hoge sluiting en strakke broeken, geheel in overeenstemming met de trend. Gigli meet zijn dandy Victoriaanse proporties aan, met lange jassen en kachelpijpbroeken. Veel aandacht gaat naar accessoires en Gigli citeert Oscar Wilde : een goedgeknoopte das is de eerste belangrijke stap in het leven.

Als zoals Baudelaire zegt de ultieme dandy onzichtbaar is in de massa dan zit Dries Van Noten in de juiste richting. Hij toont een man die op het eerste zicht niet opvalt en pas bij nader toekijken de details van zijn keuze vrijgeeft : mooie kombinaties van ruiten, gewaagde kleuren en subtiele proporties. De broek net iets te kort, de debardeur net iets gekrompen. De charmante slechte smaak van California golfkleding. Een perfekte verderzetting van het zomerseizoen.

Het lijkt alsof na seizoenen van experimenten ontwerpers eindelijk hebben ontdekt wat een man wil : een goed geknipt pak, een dikke trui en een komfortabele jas. Ze leveren geen kollekties meer, maar bouwstenen van een garderobe, de klassiekers in je kast. Paul Smith brengt dat zeer letterlijk aan door de parade te laten beginnen met een lange reeks cabans op jeans, die daarna overgingen in kostuums met dezelfde proporties. Mode gereduceerd tot een reeks kledingstukken. Doordachte commercialiteit als uitweg uit het ekonomische slop.

Walter Van Beirendock heeft zijn eigen remedie tegen de krisis : non-stop-fun. In zijn show lopen zowat alle bodybuilders en buitenwippers van België mee, verstopt onder een plastic bodysuit met beulskap. Walter heeft ze in de meest waanzinnige kleuren, met bloemetjes en sterren. Zo indrukwekkend dat je bijna de kleren vergeet, maar dat blijken zeer verkoopbare glitterjeans, overalls, grafische truien of T-shirts te zijn. All bodies are perfect is Walters boodschap. Eén ding is zeker. Als zijn modellen hun pak opentrekken, komt er echt een Superman tevoorschijn.

Links de witte poes van Dolce & Gabbana, rechts de moderne man in rood satijn bij So.

Links de Napoli- taanse proporties van Armani, rechts bontkraag en filtersigaret bij D & G.

Clark Kent volgens Versace.

Boven : een man wil een broek en een trui, van Paul Smith. Onder : de nieuwe James Bond van So.

De W & L. T Michelin-man.

Grijs pak en kamerjas van Comme des Garçons.

Van boven naar onder : de Yamamoto-cowboy, de Hugo-cowboy en de herenklub van Olivier Strelli.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content