Piet Swimberghe

Naast de maalderij van zijn vader bouwde architect Luc De Vos een apart huis dat het midden houdt tussen een loods en een landhuis.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

IN EKE STEEKT alleen de oude maalderij De Vos de kerktoren naar de kroon. Van ver zie je het hoge bouwwerk al opdoemen tegen de horizon. Het bedrijf werd jaren geleden gesloten en stond leeg. De zoon van de molenaar, architect Luc De Vos, herkneedde de oude familiale maalderij en bracht in het hoofdgebouw een reeks lofts onder. Maar dat is niet zijn meest merkwaardige ingreep. Aan de rand van het terrein liet hij een woning voor zijn broer optrekken. Hoewel het gebouw pas is afgewerkt, lijkt het of het er altijd heeft gestaan. Je zou zweren dat het een verbouwde graansilo is die ook vroeger naast de maalderij stond. Met dat resultaat is Luc De Vos erg tevreden, want hij wou dat zijn creatie zou opgaan in het landschap. Dit is voor hem een bijzondere plek : hier is hij geboren en getogen. En dat is ook de reden waarom de maalderij nooit werd afgebroken.

De woning houdt het midden tussen een landhuis, een stadswoning en een industrieel pand. De rechtervleugel met houten gevels is uitgesproken landelijk van stijl, en heeft, door het lage zadeldak en de ondiep geplaatste ramen, wat weg van een Amerikaans landhuis. Daarnaast pronkt een vrij hoge toren met balkon. Het plompe, monumentale volume verwijst duidelijk naar de achtergelegen maalderij, waarvan de gevels deels rood zijn geschilderd en bekleed met cederhout. De eenheid van materialen en kleuren versterkt de harmonie van het gehele project.

Toch zorgt de combinatie van houtbouw en baksteenarchitectuur voor een ongewoon effect. En dat wordt nog versterkt door de aparte stijl van de toren, die achter zijn schermgevel een lager gelegen zadeldakje verbergt : een knipoog naar de middeleeuwse architectuur, maar puur functioneel bedoeld. Het bakstenen scherm verhindert namelijk dat de zonnestralen het dak opwarmen, waardoor het ’s zomers in het atelier op de bovenste verdieping te warm zou worden.

Luc De Vos is een bescheiden architect. Dat blijkt ook uit deze creatie : het vernuft zit verborgen in de details en de concepten. De Vos houdt van een beheerste monumentaliteit. Zo leunen de ruimtes gezellig tegen elkaar aan en heeft het salon geenszins zaalallures. Toch voelt dit niet zo grote huis ruim aan. Dat heeft vooral te maken met de opbouw. De vensters bijvoorbeeld, zijn harmonieus van proportie en ritmisch verdeeld. Vanuit de living wordt het zicht op de tuin verdeeld over vier smalle ramen. Wat ongewoon, want veel moderne architecten ontwerpen liefst grote glasvlakken die de grens tussen interieur en exterieur doen vervagen. Hier heeft de eetkamer zelfs geen echt venster, maar een dubbele deur die de helft van het jaar openstaat.

Ook het grondplan getuigt van vernuft, en dat merk je vooral bij het afdalen van de trap die tussen twee volumes is geschroefd. De eetkamer loopt bijna twee meter dieper uit in de tuin dan de zitkamer. Dat heeft ook zijn consequenties buiten, op het terras, want de uiteengeschoven volumes fungeren als windscherm en zorgen voor wat schaduw.

Maar de hoofdreden voor de verschuiving is natuurlijk het uitzicht. Vanuit de twee belangrijkste zithoeken aan de keukentafel en vanuit de fauteuils in het salon krijg je een diep perspectief, dwars door de woning. In één blik overzie je het hele huis, terwijl de kamers toch voldoende van elkaar gescheiden zijn om het leefcomfort niet te storen.

De trap neemt vanzelfsprekend een bijzondere plaats in. Onderaan, in het salon, wordt hij ondersteund door de open haard. De trap is half opengewerkt, zodat je via de openingen overal in huis kan binnengluren. Boven merk je hoe monumentaal het trappenhuis wel is : in totaal bijna tien meter hoog. Door venstertjes boven en beneden open te zetten, wordt voor luchtverversing gezorgd.

De architect heeft zich uitgeleefd in de detaillering : elk hoekje kreeg een aparte oplossing, zoals de afwerking van de traptreden. Maar ook de lichtspleten in de keuken zijn een intrigerende vondst. Omwille van de privacy werd het aantal vensters aan de straatkant beperkt. Terwijl in de living toch voor een doorbreking werd gezorgd, dokterde De Vos voor de keuken een apart experiment uit : dwars door de muur stak hij vijf platen plexiglas. Niet zonder risico, want ze doorboren de spouwmuur, wat aanleiding kan geven tot insijpelend vocht. Maar de ingreep levert geen problemen op en de plaatjes zorgen ervoor dat je naar buiten kan kijken zonder gezien te worden. De schuin afgezaagde vlakken van de platen trekken overdag extra veel licht binnen, terwijl de lampen die er vlak naast geplaatst zijn, ’s avonds het licht naar buiten laten schijnen. Met gewoon glas bereik je nooit dat speelse effect.

Het kookhuis ten slotte is ondergebracht in een half-open gedeelte van de eetkamer.

Al deze elementen zorgen voor een vrij druk architectuurspektakel, dat een rijke meubilering overbodig maakt. Verschillende meubels, zoals de keukentafel en de stoelen, werden door De Vos zelf getekend.

De architect hecht veel belang aan de materialen en het kleurgebruik. Aan de buitenkant was de eenheid van de woning en de vroegere maalderij al opgevallen. Zo zijn de ramen van alle gebouwen van gebeitst hout, waardoor ze een bevallig verweerd uitzicht kregen.

Maar ook binnen is het kleurenpalet goed uitgekiend. Luc Devos laat de grijze tinten overheersen. In de zitkamer met de warme, houten vloer is het grijs koel. In de keuken, waar een koude stenen vloer ligt, is het palet warm : het grijs werd met geel verrijkt. Alle blauwgrijze tonen zorgen voor boeiende lichteffecten, want het huis is naar de zon gericht. Om veel licht binnen te laten en het toch aangenaam fris te houden, zijn de plafonds hoger (ruim 3 meter) dan normaal.

Hoewel hedendaags opgevat, is dit geen avantgardistische woning. Met materialen, vormen en ruimten werd niet geëxperimenteerd. Toch is de opdeling ongewoon en allerminst saai. De beheerste architectuur is tijdloos bedoeld. Want architect De Vos zegt zelf dat hij niet voor één generatie bouwt. Een huis is voor hem geen wegwerpding dat na eenmalig gebruik wordt afgedankt. Het moet ook veel later nog zijn waarde behouden.

Door de eenheid van materialen en kleuren vormen de nieuwe woning en de oude maalderij op de achtergrond een geheel.

Vanuit de living is het zicht op de tuin over vier smalle ramen verdeeld.

De eetkamer met kookhoek, van elkaar gescheiden door een wand. Links achterin zitten plexiplaten in de buitenmuur.

Een ingenieuze vondst is de monumentale spiltrap die zich als een schroef door de woning boort.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content