HET BLIJE UUR

Matthieu Chaumont © JAN VANDEVYVER EN JORRE JANSSENS

Happy hour is een behoorlijk verpieterde traditie. Wij zochten de roots van het fenomeen op, en zetten drie mixologisten aan het werk om het in ere te herstellen : een deugddoend cocktailuurtje, na het werk en voor het diner, dat iedereen in stemming brengt.

Cocktailliefhebbers houden niet meteen van happy hour. Wat wil je : tijdens de uren tussen werkdag en avond, waarin alcoholische dranken voor de helft van de prijs (of twee voor de prijs van één) verkocht worden, verwateren cocktails veelal tot licht pittige limonades. Was het altijd al een reclametruc, of is het slechts de laatste gedaante van een langere traditie ?

Op het einde van de achttiende eeuw leefde er in Couvet, een Zwitsers dorp op een steenworp van Frankrijk, ene Dr. Pierre Ordinaire. Banaal was zijn naam, speciaal zijn uitvinding : een medisch wondermiddel dat later bekend zou worden als absint. Al snel verdrongen de alcoholische krachten de geneeskundige, en na commercialisatie door Henri-Louis Pernod ging heel Frankrijk voor de bijl. Een van de meer onschuldige (en geloofwaardige) dingen die over absint verteld worden, is dat het de eetlust scherpt. Al moet dat met mate gebeuren. Om die reden bestonden er regels : het enige sociaal aanvaarde moment om absint te drinken was l’heure verte (ergens tussen vijf en zeven uur ’s avonds), en omwille van de hoge alcoholgraad was meer dan één een onbetwiste faux pas.

De Groene Fee vloog de Atlantische Oceaan over, waar happy en hour voor het eerst aan elkaar werden geklonken, als aanduiding voor een sociale rite in vrouwenclubs in de late negentiende eeuw. In 1913 inspireerde het enkele crewleden van het slagschip U.S.S. Arkansas (B-33) om hun halfwekelijkse funmomenten happy hours te noemen. Stonden onder meer op het programma : boksen, worstelen, muziek beluisteren, erop dansen, een filmpje meepikken en drinken. Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog hield de hele Amerikaanse marine happy hours.

Een luttele twee jaar later zou happy hour een voor ons herkenbare vorm krijgen. Toen trad de beruchte Volstead Act in werking. De VS werden drooggelegd. Miswijn mocht nog, en appelfanaten konden zich laven aan cider. Maar wie niet tot de clerus behoorde en geen liters wou drinken om een beetje beschonken te worden, zocht zijn toevlucht tot clandestiene bars, de zogenaamde speakeasy’s. Vooral tijdens het cocktail hour of happy hour was het een drukte van jewelste.

Op 3 december 1933 mocht alcohol weer, waardoor de speakeasy’s een stille dood stierven, en meteen ook de term happy hour uit het dagelijkse discours verdween. De jongens van het Amerikaanse leger bleven hem evenwel gebruiken. Eind jaren vijftig verscheen er een artikel in de Saturday Evening Post over het personeel van raketbasissen in de Caribische en Atlantische Oceaan, waardoor het fenomeen weer de stratosfeer in werd geschoten. Barmannen zagen het als een handige manier om lome weekdagen te boosten. Maar creativiteit moest het steeds meer afleggen tegen kwantiteit, en vaak verdrongen bier en shots cocktails uit het aanbod. In sommige landen maakten mensen het zelfs zo bont dat happy hour aan banden werd gelegd.

Kunnen we niet terugkeren naar wat het was : een ontspannen cocktailuurtje na het afklokken van de dag? De volgende drie mixologisten serveren alvast elk twee lichte en fijnzinnige happy-hourcocktails voor de spreekwoordelijke prijs van één. Daar worden wij echt blij van.

MATTHIEU CHAUMONT: Eigenaar van Hortense Spirits & Cocktails, Zavelstraat 7, Brussel

MANUEL WOUTERS: Eigenaar van Sips, Gillisplaats 2-8, Antwerpen

OLIVIER JACOBS: Eigenaar van Jigger’s The Noble Drugstore, Oudburg 16, Gent

DOOR THOMAS VAN LOOCKE & FOTO’S JAN VANDEVYVER EN JORRE JANSSENS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content