Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Hoe meer de mens van de natuur vervreemdt, hoe groter zijn drang om zich in een comfortabele terreinauto te verplaatsen. Land Rover voorvoelde de trend en lanceerde in 1974 de Range Rover, waarvan de instapprijs nu al 62.200 euro bedraagt. De andere Europeanen volgden vanaf 1997, eerst met de Mercedes ML, later met de BMW X5, de Volkswagen Touareg, de Porsche Cayenne en de VolvoXC 90. De luxueuze SUV die het beste van twee werelden wil verenigen, kost geld, veel geld. Wie het betaalbaar wil houden, kan de Range Rover en de Porsche vergeten, maar goedkoop is het verschijnsel nooit. Om het verbruik binnen de perken te houden, dringt een turbodiesel zich op en dan biedt de opgewaardeerde BMW X5 een zeer evenwichtig compromis.

Hij is niet alleen de meest aërodynamische, maar met zijn 2095 kilogram ook de lichtste van het pak, aan die interessante basis koppelt hij nu een drieliter zes-in-lijn turbodiesel met een opmerkelijke trekkracht van 500 Nm, waarmee hij andermaal op nummer één staat. En omdat comfort hoog op de verlanglijst staat, wordt die krachtbron aan een zestrapsautomaat gekoppeld waardoor een zalige eenheid ontstaat die met verbazingwekkend gemak in de toeren klimt. En op de weg een verbluffend weggedrag tentoonspreidt, die niet hoeft onder te doen voor een berline. Met indien nodig ook nog een topsnelheid van 201 km/uur. Wie van auto’s houdt, raakt achter het stuur meteen laaiend enthousiast. Terwijl het verbruik nog best meevalt. In gestrekte draf, maar zonder te overdrijven, komen we uit op 10,7 liter voor honderd kilometer.

Of de eigenaars van luxueuze en op de vier wielen aangedreven SUV’s zich ooit in het veld wagen, is zeer de vraag. Dat vergt niet alleen extra bodemvrijheid, maar ook extra grip, een flinke veeruitslag en een geavanceerde overbrenging, waarmee de Touareg (met transferbak en sperfunctie) eigenlijk het best en de Volvo het minst goed is toegerust. De X5 doet net als de ML een beroep op de elektronica om de tractie onder controle te houden en krijgt het Xdrive-systeem mee uit de nieuwe X3, met zijn variabele aandrijving die zelfs voor een 100 procent achterwielaandrijving kan zorgen en waarbij een doorslippend wiel elektronisch tot de orde wordt geroepen.

Met zijn lengte van 4,66 meter valt de X5 bijna compact uit, maar toch willen de ontwerpers met de X3 een iets minder kapitaalkrachtig publiek over de streep trekken, al is het allemaal erg relatief. De X5 turbodiesel met automaat kost 49.008 euro, de X3 met dezelfde motor 45.700 euro.

Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content