?Vroeger verwarde ik moed met lef.? Sylvester Stallone, onoverwinnelijke machoheld bij uitstek, gooit het roer om. Met ?Daylight? keert hij terug naar actie met een menselijk gezicht.

Patrick Duynslaegher

Horen we het goed ? Sylvester Stallone die vindt dat Hollywood films maakt die de intelligentie van het publiek beledigen ? Stallone die een lans breekt voor de onafhankelijke kleine film ? Die hoopt in Miami een filmschool op te richten, een beetje in de stijl van wat Robert Redford heeft gedaan in Sundance, waar jong talent opgeleid kan worden ? Die spijt heeft van de vele verwoestende spektakels die hij ooit trots aanvoerde ? Die zich zorgen maakt om de verloren identiteit van de Amerikaanse man in het komende millennium ?

Is dit dezelfde Sylvester Stallone, krijger en pugilist van al die Rambo’s en Rocky’s met Romeinse cijfers achter de titel, de gladgespierde superheld van comic strip-razernijen als Demolition Man, The Specialist en Judge Dredd ?

Jawel, maar Sly is een nieuw mens geworden. Met Daylight wil hij terugkeren naar de zuivere actiefilm van weleer, waarin menselijke interactie belangrijker is dan macho-branie en computergestuurd stuntwerk. Daylight van Rob Cohen is tegelijk een terugkeer naar de rampenfilm van de jaren ’70 en de ultieme verkeersnachtmerrie. Een chemische explosie in de tunnel die Manhattan verbindt met New Jersey maakt meer dan 100 doden en snijdt elke toegang tot de tunnel af. Door de giftige uitwasemingen is er algauw een tekort aan zuurstof en bovendien dreigt het water van de Hudson-rivier door de muren te sijpelen. De weinige overlevenden zijn ten dode opgeschreven. Tenminste tot Kit, de voormalige chef van de Emergency Medical Services via de luchtventilatiegangen in de tunnel afzakt en een handvol overlevenden via allerlei obstakels en tegenslagen naar het kostbare daglicht loodst.

Stallone speelt natuurlijk de held tegen wil en dank. Onder de slachtoffers treffen we ook zijn zoon Sage aan, een van zijn twee kinderen uit zijn eerste huwelijk met Sasha Czack (hun andere zoon Seth is autistisch).

In zijn eerstkomende film gooit Stallone het roer helemaal om : Copland is een low-budget politiedrama geregisseerd door de onafhankelijke filmer James Mangold. Stallone speelt daarin de rol van een slechthorende, corpulente sheriff en hij krijgt weerwerk van Robert De Niro en Harvey Keitel, de acteurs die vroeger steevast de rollen kregen waar hij alleen maar kon van dromen.

Het is vooral een traumatiserende gebeurtenis in de privé-sfeer die het louteringsproces van de ultrarechtse actieheld uit het Reagan-tijdperk in hogere versnelling stuurde. Een maand na de geboorte van Sophia Rose, dochtertje van Stallone en model Jennifer Flavin, werd bij de baby een hartafwijking vastgesteld die uiteindelijk een open-hartoperatie vereiste. Wanneer we met Stallone praten, is de ingreep nog maar nauwelijks een week achter de rug. De in zijn filmcarrière altijd onoverwinnelijke ster ziet er tijdens ons interview in zijn New Yorks hotel, de art-decotempel Essex House, plotseling heel kwetsbaar uit, bereid ook om de nodige vraagtekens te plaatsen achter de macho-hitfilms waaraan hij zijn faam dankt. Stallone (50) zou natuurlijk geen Hollywoodster zijn mocht deze mea culpa-litanie ook niet de perfecte manier zijn om Daylight te promoten, de actiefilm die een voorlopig half nieuwe Stallone moet lanceren.

Sylvester Stallone : Ik wist niet dat vaderschap zo heerlijk kon zijn. Met mijn twee eerste kinderen besefte ik dat niet, ik was altijd ver weg op een of andere locatie en heb ze nooit echt van nabij kunnen volgen. Toen ik hoorde dat Sophia die hartafwijking had, heb ik gezworen : als er een mirakel gebeurt en Sophia blijft leven, zal ik mijn manier van leven drastisch veranderen.

Ik heb toen emoties gevoeld die ik nooit had gevoeld. Vroeger verwarde ik oppervlakkige zaken met echte gevoelens die je diep in de ziel raken. Pas wanneer je met een situatie van leven of dood wordt geconfronteerd, ga je inzien welke je prioriteiten zijn in het leven. Daarom wil ik nu terugkeren naar wat ik ambieerde toen ik Rocky maakte, toen het nog niet allemaal draaide om geld en macht, maar om wat er vanbinnen in je leeft.

Wat trok u aan in Daylight ?

Ik was eerst niet zeker of ik Daylight wel wou doen. Ik dacht dat ik er in Cliffhanger al alles had uitgehaald wat er uit te halen valt. Ik dacht : het wordt een makkie. Eénzelfde locatie, alles gedraaid in een studio in Rome. Natuurlijk had ik er geen idee van dat ze die reusachtige tunnel gingen bouwen en volstouwen met gevaarlijke situaties. Tijdens het draaien kregen we maanden aan een stuk nauwelijks frisse lucht binnen, met al die auto’s, branden, uitlaatgassen. Er waren een paar echt schrikbarende momenten. Ik heb verschillende keren mijn hachje geriskeerd, ik denk aan de scène waarin die truck op mij afkomt ; ik werd een paar keer aan mijn benen verbrand en naar het einde toe werd de claustrofobie bijna ondraaglijk. De scène waarin ik begin te schreeuwen tegen de tunnel heeft dan ook niets meer met acteren te maken : het is een louterend moment waarin ik mijn hart uitstort over alles wat er met mijn leven fout liep.

Voor mij is Daylight in de eerste plaats een menselijk drama. Ik speel geen vechtersbaas maar een onderhandelaar. Ik probeerde alles te vermijden wat van mij wordt verwacht. In de eerste helft van de film probeer ik niemand te redden. Ik doe het voor mezelf, uit schuldgevoel. Ik daal in die tunnel neer zonder de geringste verwachting om er levend uit te komen. We hebben zelfs een einde gedraaid waarin ik stierf dat was trouwens veel logischer geweest. Helaas is er een ongeschreven wet in de commerciële cinema die zegt dat de held moet blijven leven. Deels omdat de studio altijd met het idee van een vervolg speelt, deels omdat het publiek dat niet zou pikken, wat natuurlijk onzin is. Mel Gibson ging toch ook dood in Braveheart en dat heeft zeker het succes van de film niet in de weg gestaan. Sommige acteurs worden echter eeuwig geassocieerd met triomferend optimisme en mogen daarom niet doodgaan.

Het verrast mij dat u niet de macht hebt om daar tegen in te gaan.

Doodgaan op het eind van de film is het grootste taboe in de filmindustrie. De studio is doodsbang voor de indruk waarmee het publiek de zaal verlaat. Daarom worden slotscènes zo vaak opnieuw gedraaid na negatieve reacties tijdens de proefvertoning.

Uw zoon Sage, die nu 20 is, zei dat hij u niet veel heeft gezien tijdens zijn jeugd. Hoe was het om nu voor de opname van Daylight al die maanden samen door te brengen ?

Sage heeft nooit iets te maken willen hebben met mijn succes of de verheerlijking van mijn heldenfiguur in Italië. Hij logeerde niet in mijn hotel maar had zijn eigen appartement, maakte zijn eigen vrienden. In zijn vrije tijd ging hij bekende Italiaanse horrorregisseurs opzoeken, zoals Dario Argente. De sleutel tot zijn succes is dat hij afstand bewaart tussen ons, dat hij zijn eigen heer en meester is. Hij probeert er niet gespierd uit te zien, draagt geen nauwaansluitende kleren, is absoluut geen vechter. Het feit dat er geen enkele competitie is tussen ons heeft ons ook dichter bij elkaar gebracht.

Mijn enig advies aan mijn zoon was om het langzaam aan te pakken. Een acteur die op zijn 20ste roem oogst, is op zijn 26ste vaak uitgeblust. Ik gaf hem de raad om eerst kleinere rollen te doen en te wachten voor hij een hoofdrol aanneemt. Een beginnend acteur is als een pasgeboren baby : er valt zoveel te leren.

In een recent interview zei u dat Daylight uw laatste actiefilm is ?

Zoals gewoonlijk liep ik misschien te vlug van stapel. Wat ik bedoel is het volgende : vanaf Star Wars onderging de industrie een revolutie waarbij de technologie alles ging overheersen. Actiefilms evolueerden van Lawrence of Arabia, Gone with the Wind, A Bridge over the River Kwai en The Sand Pebbles tot die spectaculaire, hoogtechnologische avonturenfilms waarin er niet echt behoefte was aan grote acteurs, waarin menselijke gevoelens ondergeschikt waren aan technologische hoogstandjes. Ik deed daar zelf gretig aan mee. Toen ik Judge Dredd maakte, besefte ik dat die film niks meer met mij te maken had, alles draaide rond de gimmicks. Niets op tegen, zulke films moeten er ook zijn. Maar als je in die films de acteur vanaf de eerste minuten iets ziet doen dat totaal onwaarschijnlijk is, ga je meteen in je zetel achterover leunen en zit je naar het vervolg te kijken als naar een show van David Copperfield. Er komt geen enkel gevoel meer bij kijken. Achteraf stel je je alleen maar de vraag : hoe kregen ze dit verduiveld voor elkaar ? Met Daybreak keer ik terug naar de zuivere avonturenfilm waarin het gaat om de strijd van de enkeling tegen zijn omgeving, zonder foefjes. Dat is iets anders dan wat ik de über-actiefilms zou noemen die niets meer met acteren te maken hebben.

Ik ben nog altijd bereid om af en toe zo’n film te doen, op voorwaarde dat ik tussenin een kleinere film kan doen, zoals Copland met De Niro en Harvey Keitel. Op die manier verlies ik het contact niet met echt drama. Maar ik wil zeker niet meer meedoen aan films die bijna een belediging zijn voor de intelligentie van het publiek.

Misschien zit ik in een midlifecrisis, maar dat heeft minder te maken met het feit dat ik ouder word, dan met het besef dat ik behoorlijk afgeweken ben van wat ik mezelf had voorgenomen toen ik in dit vak begon. Vrienden troosten me door te zeggen dat ik toch Rocky heb gemaakt, maar ik kan niet op mijn lauweren rusten. Toen ik die super-actiefilms deed, was er een moment waarop ik dacht dat ik met iets zinvol bezig was. Het was allemaal zo nieuw en verbazend, ik voelde me een kind dat nieuw speelgoed krijgt. Met die speciale effecten was alles mogelijk, je geraakte verslaafd aan de macht van de illusie en voor je het besefte had de computer het werk overgenomen en werd je zelf overbodig. Je moet alleen nog op de juiste plek gaan staan, met een blue screen op de achtergrond en doen alsof je geïnteresseerd bent. De rest wordt later wel ingevuld.

Wat inspireert u ?

Mensen die zich opofferen of zichzelf overtreffen. Zoals atleten die tot het uiterste gaan om hun team naar de overwinning te voeren. Mensen die bereid zijn om in een brandend pand een kind of zelfs maar een kat van een ander te redden. De meeste goede films die ik heb gemaakt, gaan over opoffering en verlossing. Wat me echt ontroert zijn de kleine dingen die we allemaal moeten doen. Als een film werkt, is het vaak omdat een scenarist een universele snaar heeft beroerd, iets wat te maken heeft met onze universele angsten, liefdes en passies.

Hoe ziet u uzelf vergeleken met uw grote rivalen in het actie-genre ?

Arnold (Schwarzenegger) en Bruce (Willis) kunnen zaken doen die het publiek van mij niet accepteert. Ze kunnen grapjes maken over wat ze doen, de actie is een beetje een show, niemand wordt echt gedood, het heeft altijd iets komisch. Als ik zoiets probeer, komt het niet geloofwaardig over. Mijn vertolking werkt alleen als ik honderd procent serieus ben, als ik echt afzie, zwaar word toegetakeld. Ik moet dramatisch zijn om geloofwaardig over te komen.

Voor uw rol in Copland moest u flink wat aankomen.

Jawel, ongeveer 17 kilo. In het begin herkende ik mezelf niet meer. Toen ging ik iets beseffen. Als je normaal bent gebouwd, er niet meteen als een perfect geschapen spierenbundel uitziet, heb je geen lichaam dat in je plaats spreekt. Je moet het meer van je persoonlijkheid hebben. Terwijl je anders gewoon een kamer binnenwandelt en alleen al door je verschijning een statement maakt. Het duurde een poosje vooraleer ik daaraan gewend geraakte. Telkens ik met mijn extra gewicht ergens binnenkwam, begon ik mezelf te verontschuldigen. Tot ik besefte hoe dom dit wel was. Eens ik mezelf aanvaardde zoals ik was, begon ik ook te denken als het personage. Ik geloof echt dat als je een compleet ander personage wilt spelen, je iets aan je lichaam moet veranderen. Het volstaat niet om je haar anders te kammen of blond te verven. Als je 17 kilo aankomt, ga je ook anders lopen, je ademhaling verandert, je neemt een ander ritme aan, je stem wordt hoger, je bewegingen worden langzamer.

Net voor Copland was ik zo slank en in zo’n goede conditie dat ik er het slachtoffer van werd. Ik was de slaaf geworden van mijn ijdelheid om er in topconditie uit te zien. Ik ging elke dag 5 uur naar de gym, trainde en zwoegde alsof mijn leven ervan afhing. Als ik eens een dagje niet naar de gym kon, werd ik onhandelbaar. Het was echt ziekelijk. Nu ik minder naar de gym ga, heb ik ook meer tijd om me te bezinnen over mijn werk en me bezig te houden met mijn gezin.

Wat drijft u als acteur ?

Ik heb kennelijk de behoefte om me telkens bloot te stellen aan nieuwe uitdagingen. Ik weet niet hoe dit komt. Misschien is het omdat ik me als kind zo onzeker voelde. Als ik een rol aangeboden krijg als in Daylight, kan ik er gewoon niet aan weerstaan. Zelfs al weet ik dat ik er misschien te oud voor ben, dat ik niet zelf al die gevaarlijke stunts zou moeten uitvoeren. Het is gewoon sterker dan mezelf. Eens ik eraan begin, weet ik van geen ophouden en ga ik door tot het bittere eind. Ik blijf maar doen alsof ik 30 ben, maar ik kan je verzekeren dat het pijn doet ’s nachts !

U bent al 20 jaar een filmster. Wat hebt u over uzelf geleerd ?

Ik heb geleerd dat het een ramp wordt als je afwijkt van je parcours. Wie geboren wordt als een luipaard moet plotseling geen antilope proberen te zijn. Iedereen heeft zijn sterke en zwakke punten en het heeft geen zin om te proberen je natuur tegen te werken. Ik zeg altijd tegen Sage : wees jezelf, probeer datgene te vinden wat je uniek maakt, waarin je uitblinkt en waarin je je goed voelt.

Veel van uw films gaan over heldendom, over het maken van een held ?

Ik heb nu een andere kijk op heroïsme. Ik dacht altijd dat helden fysieke krachtpatsers waren die door hun heroïsche daden de wereld veranderen, figuren uit sagen en legenden. Als ik nu in het ziekenhuis een moeder zie naast het bed van haar kind dat al zes maanden in coma ligt, en ze staat daar met een teddybeer te wachten tot haar kind ontwaakt, dat noem ik moed. Echte moed heeft te maken met mensen die iets ondernemen zelfs al weten ze diep vanbinnen dat ze hoogstwaarschijnlijk zullen falen, maar ze geven niet op. Dat heeft niks met spieren te maken, het is volkomen mentaal, het heeft met liefde te maken. Dat heb ik allemaal in de afgelopen weken geleerd. Vroeger verwarde ik moed met lef.

U bent uw carrière begonnen in de jaren ’70, een periode die nu wordt beschouwd als een laatste creatief hoogtepunt in de Amerikaanse cinema. De filmcultuur van de jaren ’90 ziet er helemaal anders uit. Nu is iedereen nog alleen geïnteresseerd in de verliezen van Sony en het salaris van superagent Michael Ovitz.

Inderdaad, en de filmacteur is niet langer de ster. De klassiek getrainde acteur wordt bijna als hinderlijk ervaren. Er wordt nog alleen maar bericht over budgetten. In plaats van serieuze recensies krijgen we financiële rapporten. Het is een race geworden. We maken deel uit van de beursnoteringen. De mensen mogen niet meer nadenken bij een film. Elke zetel heeft nu een veiligheidsgordel en elke film lijkt op een ritje op de achtbaan. Ik denk dat het een foute politiek is. Het publiek wil nog andere dingen.

Arthur Miller zei onlangs dat elke kunstenaar om goed werk te leveren een ongelukkige jeugd moet hebben gehad. Bent u het daarmee eens ?

Absoluut. Er zijn misschien wel uitzonderingen. Maar elke grote kunstenaar die ik ken, elke grote schilder, filmmaker of acteur lijkt het moeilijk te hebben met zichzelf, heeft ofwel een gigantisch minderwaardigheidscomplex of een pijnlijke leegte in zijn leven. Wat acteurs betreft is er altijd die grote behoefte om door onbekenden bemind te worden. Wat drijft een acteur ? Het applaus van een bomvolle zaal. Als twee mensen op de honderd hem niet toejuichen, is de avond naar de vaantjes.

U bent een verwoed kunstverzamelaar. Heeft uw passie voor kunst iets te maken met uw frustraties als acteur en filmmaker. Film is de kunst van het compromis. De kunst die u verzamelt is de visie van één persoon.

U hebt gelijk. Het heeft zeker daarmee te maken. Ik koop graag schilderijen die de visie van één persoon uitdrukken, het is de zuiverste kunstvorm. Je kan een doek vergelijken met één beeld uit een film. De schilder is echter 100 procent verantwoordelijk voor zijn doek. Stel je nu voor dat er plotseling 200 mensen dat doek staan vol te kladden, want dat is wat er gebeurt bij de film : 200 verschillende visies. En uiteindelijk ligt de beslissingsmacht bij wie het geld heeft. Het heeft niks te maken met integriteit of artistieke motieven, het draait altijd om geld. En ik heb daar het volste begrip voor, het gaat tenslotte om investeringen van 60 tot 100 miljoen dollar.

Ook in mijn smaak als verzamelaar ben ik geëvolueerd. Vroeger kocht ik minimalistische moderne kunst aan, nu keer ik terug naar neoklassieke werken, figuratieve kunst, meesters uit de Renaissance. Kunst voor oude mensen wordt het smalend genoemd, maar volgens mij is het gewoon een terugkeer naar de oude waarden. De nieuwste trend in decoratie is niet toevallig de empirestijl uit de napoleontische tijd. We zijn zo ver mogelijk gegaan als we konden in het abstracte en het dadaïsme. Daarom grijpen we nu weer naar de klassiekers. Ik denk dat hetzelfde gebeurt met film.

Wordt u door de pers billijk bejegend of vindt u dat de pers u vijandig is gezind ?

De pers is me vijandig gezind. Dat komt gewoon door de waarden die mijn films weerspiegelen : conservatisme, militarisme, rechtse politiek. De meeste journalisten zijn ofwel linkse, ofwel centrum-rechtse intellectuelen. Mijn films waren ultrarechts en daarom heb ik hun politiek en ethiek beledigd. Ik heb de pers nooit een strobreed in de weg gelegd, probeerde zelfs altijd zo coöperatief mogelijk te zijn, maar toch hebben ze me altijd als die oliedomme acteur beschouwd.

Spijt het u dan dat u zoveel films hebt gemaakt die dit imago alleen maar hebben versterkt ?

Zonder twijfel. Van de ongeveer 30 films die ik heb gemaakt, wil ik er gerust een 17 elimineren, of grondig wijzigen. Daarom zou ik liever opnieuw regisseren, iets wat voor mij trouwens in het verlengde ligt van acteren. Ik wil niet langer werken met regisseurs als ik weet dat ik het beter kan.

Wat brengt de nabije toekomst ? Gaat uw trouwen, wilt u meer kinderen ? Hoe ziet u uw carrière ?

Vast staat dat ik in de loop van de komende maanden ga trouwen. Ik moet wel, zoniet maakt Jennifer me van kant ! En als ik Sophia zie, zeg ik meteen : laten we het nog eens overdoen. Ik zou nog wel 100 kinderen willen !

Wat mijn carrière betreft, denk ik dat ik over 10 jaar nog wel sporadisch zal acteren, maar ik zal meer schrijven en regisseren. Films als Daylight kan ik niet veel langer meer volhouden, nog een jaartje of 2, 3 en dan moet ik het van andere rollen hebben. Het zou stom zijn om me daaraan vast te klampen.

?Daylight? loopt vanaf volgende week bij ons in de bioscoop.

Sylvester Stallone : van vechtersbaas en braniemaker naar kwetsbaar mens.

Vroeger was ik slaaf van mijn ijdelheid, ik trainde alsof mijn leven ervan afhing. Nu neem ik meer tijd om mij te bezinnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content