Piet Swimberghe

Een panorama met oerwoud, muren als exotische landschappen, vogels en bloemen, strepen en takken. Een tentoonstelling over behangselpapier brengt ons twee eeuwen interieurgeschiedenis onder ogen.

Piet Swimberghe

Zestig jaar geleden verklaarden avant-gardearchitecten de oorlog aan het behangselpapier. Ondertussen werd latexverf populair en werden de meeste interieurs effen geborsteld : gedaan met kleurrijk behang. Overal wordt in oude gebouwen de bekleding van de muur getrokken en verbrand. Meestal zonder dat iemand beseft dat er op die manier veel kunstschatten verloren gaan. Jammer, want sommige oude behangselpapieren zijn beeldschoon en kunsthistorisch waardevol. Gelukkig gaan kunsthistorici vandaag in oude huizen op speurtocht naar antiek behang, en hun oogst groeit dagelijks. Onder recenter behang of verflagen ontdekken ze mooi bedrukt papier. Soms vinden ze eeuwenoude rollen op stoffige zolders, doorgaans een vruchtbare vindplaats, omdat restjes behang er werden gespaard voor retouches. De tentoonstelling ?Behangselpapier? in de ASLK in Brussel toont ons een kleine oogst van oude papieren die in ons land zijn bijeengesprokkeld. Onder meer door kunsthistoricus Geert Wisse, een van de tentoonstellingsmakers én specialist in oud behangselpapier. De man snuistert in archieven en kwam heel wat Belgische fabrikanten op het spoor. Niet vanzelfsprekend, omdat bijna alle publicaties over dit onderwerp alleen naar de bakermat verwijzen : Frankrijk en Groot-Brittannië.

Toch moeten we voor de prille aanzet van het verhaal naar Antwerpen waar de oudste behangselpapieren van Europa werden gevonden. Daar werden begin 16de eeuw balken en muren van huizen beplakt met bedrukte vellen papier. Dat was toen uitzonderlijk, omdat gedurende de gehele periode van de Renaissance en de Barok interieurs met muurschilderingen, goudleer, damast, zijde of wandtapijten werden verfraaid.

Bedrukte vellen papier werden wel al langer gebruikt om te decoreren : binnenkanten van kasten, kisten en koffertjes werden beplakt met marmer- en brokaatpapier of vellen met bloemen en figuren op. Begin 18de eeuw maakte een Parijs atelier onder leiding van Jean-Michel Papillon, dergelijk papier de tapisserie om de muur te behangen. De stap van de kast naar het behangen van volledige wanden werd ongeveer gelijktijdig in Frankrijk en in Engeland gezet. Het was meteen een succes, een paar jaar later werd overal behang gedrukt.

Bij ons was Doornik aanvankelijk het belangrijkste centrum. Uit een archief werden stukjes van dit Doornikse behang opgevist, zelfs mét vermelding van de naam van de fabrikant. Het gaat om losse vellen, want toen was er nog geen sprake van rollen.

Eerst werden door middel van houten blokken manueel vellen bedrukt van ongeveer 40 bij 50 centimeter, ongeveer volgens dezelfde techniek als de katoendruk. Vanaf midden 18de eeuw werden 16 of 24 vellen aan elkaar geplakt om banen van bijna 10 meter lang te maken. Tegen het einde van die eeuw was behangselpapier niet langer een exclusiviteit van de hogere klasse. In 1799 werd een belangrijke stap gezet naar de massaproductie. Nadat een Fransman een machine uitvond om zogenaamd ?papier zonder einde? te maken, kon er volcontinu worden gedrukt. Vanaf begin vorige eeuw werden daarvoor koperen cilinders aangewend. Behangselpapier lag nu binnen het bereik van de massa. Tegen 1860 telde Parijs liefst 130 fabrieken met 4500 arbeiders. Eind 18de eeuw had het behangselpapier het goudleer, de zijde en het damast van de muur verdrongen.

Het mooiste behang werd tussen 1770 en 1830 vervaardigd. Vanaf het Empire waren panorama’s ontzettend populair. Dat was een van de specialiteiten van de Manufacture de papiers peint Züber uit het Franse Rixheim, nog steeds een van de belangrijkste ter wereld. Deze panorama’s vullen een volledige wand met een oerwoud, veldslag, een exotisch of arcadisch landschap.

Ook later werd nog fraai behang gedrukt. Het einde van de vorige eeuw was creatief erg vruchtbaar. Toen reageerde William Morris, vader van de Arts and Crafts Movement, op de industriële ontwikkeling van de nijverheid door opnieuw behang te drukken met houten blokken. Zijn stijl mondde uit in de art nouveau. In het begin van de 20ste eeuw hebben belangrijke beeldende kunstenaars en architecten, als Henry van de Velde en Victor Servranckx behang ontworpen, onder meer voor de grote papierfabriek Peters-Lacroix in Haren.

Geert Wisse bewijst dat ons land geen onbelangrijke rol in de geschiedenis van het behangselpapier speelde. De kwaliteit van de Britse en de Franse manufacturen werd niet geëvenaard, maar de productie was aanzienlijk groot. In de 18de eeuw concentreerde de nijverheid zich in de grote steden van toen : Brussel, Luik, Antwerpen, Gent, Brugge, Namen, Bergen, Leuven, Doornik en Ieper. In de jaren ’60 liet zelfs Karel vanLotharingen naast zijn kasteel in Tervuren een atelier voor behang oprichten. Van deze productie zou één groot vel zijn bewaard, versierd met strepen en takken. De Brusselse bedrijven waren het meest actief. Wisse schat het totaal aantal manufacturen in ons land eind 18de eeuw op meer dan 25. Helaas bleef van deze productie weinig bewaard. De tentoonstelling laat ons toch enkele merkwaardige vondsten bewonderen, zoals perfect bewaarde en nooit opgehangen rollen uit een Waals kasteel, vermoedelijk van Luikse makelij. Uit een herenhuis in de Venusstraat te Antwerpen werd behang gerecupereerd van rond 1760, versierd met vogels en bloemen. Omdat het in zeer slechte staat verkeerde, werd het salon waaruit het komt, opnieuw behangen met een op authentieke wijze gemaakte kopie. Geert Wisse heeft dit behang zelf perfect nagebootst met houten blokken gedrukt op handgeschept papier. Deze reconstructie is een mooi voorbeeld van goede monumentenzorg. Dit is ook het doel van de tentoonstelling : belangstelling wekken bij architecten, bouwheren en decorateurs voor dit fragiel materiaal. Bij renovaties dient voorzichtiger omgesprongen te worden met behangselpapier geplakt op bespannen doek. Als het in slechte staat is, moeten eerst de onderliggende lagen worden onderzocht, vooraleer het wordt verwijderd. Onder een banaal behangetje van amper een halve eeuw oud, zit misschien een schat verborgen.

De tentoonstelling ?Behangselpapier? loopt van 20 februari tot 18 mei in de ASLK, Kreupelenstraat 12 te Brussel.

Linksboven : Een boordsel uit Luik, van rond 1810, gevonden op de zolder van een kasteel.

Rechts : Het neusje van de zalm : een panorama op een kamerscherm, rond 1820 gedrukt in Parijs.

Voor het Gentse hotel d’Hane-Steenhuyse werd Brussels behang uit 1807 herdrukt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content