Sommige creatievelingen functioneren alleen in een kale ruimte, andere omringen zich met trouvailles. Drie interieurspecialisten die houden van objecten vertellen waarom hun werkplek hen zo inspireert.

Leve de chaos !

Lionel Jadot, interieurontwerper en filmregisseur

“Ik heb chaos nodig om ideeën uit te putten. Tot grote ergernis van mijn medewerkers. Als ik een nieuwe ruimte voor mezelf inricht, hoop ik in het begin altijd dat ze netjes blijft. Maar wat een illusie : binnen de kortste keren staat alles vol. Soms breng ik dagelijks wat mee naar mijn atelier : een oude plank, een steen, een foto die mij aanspreekt… Ik maak graag associaties tussen kleuren, materialen en objecten, en heb die dingen rond me nodig. Ik hou van verlaten huizen en ateliers vol geroeste werktuigen en afgebladderde muren. Ik zie graag hoe de tijd zijn stempel drukt. Dat zijn trouwens gedroomde filmdecors. Ik hou dus niet van een opgeruimd, minimalistisch bureau. Deze werkplek is zoals mijn leven : vrij impulsief. Ik ga om met mensen uit de meest uiteenlopende kringen. Met objecten is dat net zo : ik hou van een simpele kei maar ook van een gesofisticeerd kunstwerk. Voor mijn interieurs hanteer ik verschillende stijlen. Ik ben een kameleon en pas me aan de opdracht aan. De ene oplossing kan strak, sober en hyperfunctioneel zijn, de andere barok. Het is net als in de film, het verhaal dicteert de stijl. Waarom niet durven veranderen ? Je luistert toch ook niet altijd naar hetzelfde soort muziek ? Aan mijn werkplek merk je dat ik hou van alle periodes, van de Romeinse tot de hedendaagse kunst. Ik heb wel een voorliefde voor artisanale technieken en val voor een oude boerderij of een industrieel gebouw dat niet door een ontwerper werd bedacht, maar door toeval tot stand kwam. Deze ruimte is dat helemaal, het is een overdekte binnenplaats met kromme muren en leidingen. Vergeet niet dat ik in een atelier ben opgegroeid, het meubelatelier Vanhamme in Brussel. Ik heb daar altijd gezien hoe er uit een ruw basisproduct, een stuk hout, een verfijnd meubel werd gemaakt. Dat proces gebeurt in zo’n atelier vol werktuigen. Voor mij zijn ateliers ‘mobiel’ : ze evolueren onophoudelijk. Zo kom je in de buurt van de film. Voor mij is dat een beetje hetzelfde, je richt een ruimte in, bedenkt er een verhaal en personages bij en die gaan een eigen leven leiden.”

Evenwicht is saai

Gert Voorjans, interieurontwerper

“Het begint met de eerste kei die je vindt en mee naar huis neemt. Je verzamelt. En op een bepaald ogenblik denk je dan : ik heb een kei die op een Modigliani lijkt en een tak die wat weg heeft van een Giacometti, maar nu wil ik wel eens ‘echte’ dingen. Je legt de lat hoger. Dat is belangrijk, zo leer je bij. Die objecten rond mij heb ik nodig, het zijn teasers en pleasers, ze inspireren mij voortdurend. Ook het uitzicht heb ik nodig : dit enorme venster laat het licht en de hemel binnen. Ook als dit huis volledig werd leeggehaald, zou ik er in kunnen wonen. Dat venster alleen al biedt zo veel. Het pand zelf is ook boeiend, de gevel is modernistisch, het interieur is oud. Een epoquehuis uit de achttiende eeuw is voor mij geen must. Ik hou wel van authenticiteit en oude objecten, maar steek mij niet in een historische dwangbuis. Ik geef graag een hedendaagse twist aan iets ouds. Ik leef vandaag en wil niet dat een teletijdmachine me terugkatapulteert naar het verleden. Daarom kocht ik onlangs een groot beeld uit 1971 van de Japanse beeldhouwer Sofu Teshigahara. Het is een prachtige, moderne sculptuur met veel expressie. Ik hou van karaktervolle objecten en lege muren. Te harmonieus aangeklede ruimtes spreken mij niet aan. Ik hang ook niet overal lijsten, op de duur wordt dat saai. Ik wil het gevoel hebben dat deze ruimte een tijdelijk karakter heeft, alsof alles er voorlopig staat en morgen weer weg kan zijn. En zo is het ook. Die chaos en onrust geven mij energie. Sommige mensen begrijpen dat niet. Ik heb ook een voorliefde voor een oude, versleten zetel, een meubel met een leven achter zich. Die objecten rond mij suggereren veel, zoals de vrouw met de drie gezichten die me doet denken aan Picasso, Diaghilev, Cocteau, noem maar op. Ze zijn meer dan decor.

Deze werkplek was vroeger een woonkamer. Nu heb ik geen echte woonruimte meer. Ik woon overal. Deze ruimte evolueert met mij mee. Over een jaar is ze weer anders. Zo gaat het ook met mijn projecten : telkens een andere opdracht waarin ik me helemaal inleef. Dat blijft kleven aan je ziel en weerspiegelt zich in deze werkplek.”

De warmte van een verzameling

Dominique Desimpel, tegeldecorateur

“De objecten waarmee ik mij omring zijn de materialen waarmee ik mij goed voel. En waardoor ik professioneel beter functioneer. Sommige mensen hebben een naakte omgeving nodig om zich te concentreren. Bij mij werkt het omgekeerd, ik heb de geborgenheid van die objecten nodig. Eigenlijk reconstrueer ik hier een stukje van mijn woning. Ik breng boeken, tegels of zelfs schilderijtjes mee van thuis. Ik heb trouwens vastgesteld dat ik me ook meer thuis voel bij iemand die een dergelijk interieur heeft. Het zijn niet zomaar objecten. Er zitten veel tegels bij. Ik handel in tegels, maar dit zijn oude, antieke exemplaren die niet te koop zijn. Ik verzamel ze sinds jaren. Er steken ook andere objecten tussen. Of soms staat tussen die tegels een foto die ik leuk vind. Ik stel alles apart tentoon, maak eigenlijk geen groepen. Ik fragmenteer. Het zijn wel allemaal voorwerpen met een ziel, ze stralen iets uit. Het heeft met meer dan met schoonheid te maken. Ik heb iets met objecten die een slijtage vertonen. Een gewoon fragment van een steen vind ik dus ook boeiend om naar te kijken. De slijtage maakt van een object een document, losgemaakt uit een gebouw, een context of een geschiedenis. Het creëert een soort geborgenheid. Dat is een essentieel verschil met nieuwe dingen. De hele verzameling staat in een grote boekenkast achter mijn rug, net een kamerscherm, een ruggensteun. Deze bibliotheek werd door Vincent Van Duysen ontworpen. Het was eerst een boekenkast, nu is het een verzamelkast. Ik vind het leuk om er af en toe iets uit te halen of te verplaatsen. Dat is niets buitengewoons, maar het heeft iets ontroerends. Die oude artisanale voorwerpen hebben een tactiele kwaliteit. Het is leuk om ze aan te raken, zoals deze ruwe tafel of het lederen vel waarop ik werk. Het materiaal speelt een rol. Dit zijn eenvoudige en eerlijke materialen : hout, steen en leder. Ook boeken zijn voor mij belangrijk, ik heb ze nodig naast mij, om nu en dan in te bladeren. Dat ontspant me enorm. Boeken hebben mij gevormd, hebben mijn smaak verscherpt. Ik kan niet functioneren in een ruimte waar dit alles ontbreekt.”

Door Piet Swimberghe I Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content