: : Reacties : jp.mulders@skynet.be

En opeens wordt alles donker, zonder waarschuwing en zomaar bij klaarlichte dag. Het is geen black-out, geen zonsverduistering en ook geen nieuwe aanslag van Al-Qaida. Alleen het scherm van mijn computer dat onverwacht de geest heeft gegeven. “Het backlight“, zegt een haastig bijgeroepen vriend met een woord dat uit Star Wars zou kunnen komen. Volgens hem is het hele scherm aan vervanging toe.

Ik probeer de schade te overzien. De icoontjes zijn nog vaag zichtbaar, maar ze worden opgeslokt door een inktzwarte nacht. De oceaan van het internet is steenhard en bevroren. De gewoonste handelingen, zoals een rekening betalen via pc-banking, zijn opeens onbereikbare, magische hoogstandjes. Alle foto’s die ik de laatste drie jaar heb gemaakt, zitten opgesloten in een pikdonkere kluis waarvan ik de sleutel kwijtgeraakt ben. Natuurlijk heb ik van al mijn bestanden back-ups gemaakt ; zo wijs ben ik na vijftien jaar computerervaring ook wel. Maar wat heb ik eraan, nu het scherm mij aangaapt als het akelige deurgat van een ruïne ?

Hier moet gehandeld worden. Ordelijk als ik ben, vind ik de aankoopbon al na een uurtje zoeken terug. Er zit zelfs een kaart bij met een 0900-nummer van Packard-Bell, de producent van mijn computer. Dat kun je bellen in geval van rampen & calamiteiten. Zuchtend tik ik het in. Als ik van iets het apezuur krijg, dan is het wel van helpdesks. Ze behoren tot de ranzigste kantjes van de massaproductie. Een paar keer te veel al heb ik mij door zo’n woud van tergende keuzemenu’s moeten worstelen, met als allerlaatste optie de mogelijkheid een medewerker te spreken – als het dan écht niet anders kan. Altijd loopt de wachttijd “wegens uitzonderlijke omstandigheden” langer op dan normaal. Soms krijg je dan ook nog te horen dat “het gesprek om kwaliteitsredenen afgeluisterd kan worden”. Het herinnert je er tenminste aan dat je niet kwaad hoeft te worden op de mens aan de andere kant van de lijn. Dat is immers ook maar een loonslaaf, die rekeningen moet betalen en door zijn baas te allen tijde bespioneerd kan worden.

De helpdesk van mijn computerfabrikant tart elke verbeelding. De eerste keer hou ik het afgejengelde wachtmuziekje acht minuten vol. De tweede keer wacht ik tot een onheilspellende stem mij zeventien keer gezegd heeft dat het bellen van dit nummer mij 0,45 euro per minuut kost. De derde keer haak ik na zestien minuten kwaad in. Het aan de lijn hangen heeft mij nu alles samen een slordige vijftien euro gekost. “Verwondert me niks”, zegt mijn computervriend aan de telefoon. “Ik heb onlangs iets gelezen over die helpdesk van Packard-Bell. Die was geloof ik het moeilijkst bereikbaar van allemaal. Zelfs de Nederlandse belastingdienst scoorde beter.”

Mochten de plagen van Egypte vandaag bedacht zijn, dan zou de gesel van de helpdesk vast de sprinkhanen of builenpest vervangen, of het water dat verandert in bloed. Ik besluit het niet opnieuw te proberen, maar breng de computer de volgende dag naar de winkel waar ik hem destijds heb gekocht. Daar bots ik gelukkig op een paar vriendelijke verkopers, die me met raad en daad bijstaan. Ze vertellen me nog een paar horrorverhalen over de helplijn. Dat je er na een uur of wat automatisch wordt afgegooid, bijvoorbeeld, of om het even wanneer als de helpdesk sluit – ook al hang je op dat moment al een halfuur aan de lijn. Maar wat het belangrijkste is : ze beloven me dat ze er werk van zullen maken. Ik zal mijn laptop maar een week of twee moeten missen.

Fair enough, denk ik thuisgekomen, als ik voor de aardigheid eens doe wat bijna niemand bij de aankoop doet : er eens goed bij gaan zitten om de kleine lettertjes van mijn factuur te lezen. “Geen enkele schade voor een zogenaamde uit de hand lopende vertraging kan ten koste komen van N.V. Huppeldepup“, lees ik daar, “tenzij de herstellingsduur 120 dagen overschrijdt.”

120 dagen ! Staat net diezelfde termijn ook niet in de titel van een boek van de Sade ? Vier volle maanden. In computertermen is dat zoiets als de tijd die ons van de Middeleeuwen scheidt.

Des avonds, als de kamer leeg lijkt zonder het vertrouwde blauwige schijnsel, bedenk ik dat het misschien geen slecht idee zou zijn om, teneinde spoedige genezing te bevorderen, toch maar een kaarsje te branden voor de patroonheilige van computers & usb-poorten. Ik meen me te herinneren dat ik nog niet zo lang geleden heb gelezen dat er zo’n sint bestaat. Op het internet zou ik zijn naam in een paar tellen hebben gevonden. Dat gaat nu natuurlijk niet.

Ik voel me naakt en weerloos, zo zonder computer. Alsof ik ging zwemmen en van mijn kleren ben beroofd.

JEAN-PAUL MULDERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content