“Astrid Bryan lokt recordaantal bezoekers naar de Boekenbeurs”, toeterde de populaire krant, met haar voorkeur voor excessen en dieren-die-iets-grappigs-kunnen. Honderden fans van de Vlaamse Hollywoodvrouw stonden drie uur aan te schuiven voor een gesigneerde versie van haar boek Amazing Astrid. Ik probeerde mij daar een voorstelling van te maken, maar even moeilijk kon ik mij indenken dat ik op een dag zin zou krijgen uit vrije wil honderdtachtig minuten naar sneeuw op een flatscreen te zitten turen.

Naar Astrid in wonderland, daarentegen, heb ik in weerwil van mezelf al vaak zitten kijken, met dat vreemde mengsel van fascinatie en plaatsvervangende schaamde waarvan dit programma het geheime recept heeft, als het kruidenzakje van mama Miracoli. Mijn lieveling in de serie is den John, de echtgenoot van Astrid, die ondanks zijn steenrijkheid nooit om een kwinkslag verlegen zit of zich te goed voelt om zich in de kale schedel te laten bijten. Voorzien van een lederen hoedje, levervlekken en scheermessen aan de vingers zou hij perfect gecast zijn om de rol van Freddy Krueger uit Nightmare on Elm Street te vertolken.

In de serie figureert voorts, zoals genoegzaam bekend, de broer van Astrid die de Lau wordt genoemd en die duidelijk minder sullig is dan hij zich op televisie voordoet. Hij zit nu eenmaal gevangen, for format’s sake, in de rol van onbeholpen, niet erg proper op zichzelf zijnde eeuwige vrijgezel met sokken die de neiging hebben alle hoeken van de kamer op te zoeken.

Het opvallendste aan dit realityprogramma is dat er nooit iets in gebeurt dat ook maar enige inspanning, volharding, laat staan zelfverloochening vereist, in tegenstelling tot wat in het echte leven al eens voorkomt. Astrid staat niet in de file, noch ververst zij vuile pampers of moet zij vrezen dat men in haar uitkering zal snoeien. Zij leeft het leven van een kind van acht jaar dat rondloopt in de speelgoedwinkel, maar dan met de prettige bijkomstigheid dat het voorzien is van een Centurion Card. Met ogen als schoteltjes van Delfts blauw loopt zij door het leven, kinderlijke wensen ten gehore brengend zoals te mogen voelen aan het tongetje van een hond, een andere keer – how weird is that ! – van nagellak te proeven.

Het opmerkelijke aan deze soap is niet zozeer de leegheid, maar de fascinatie waarmee we naar die leegheid zitten te kijken, in mijn geval met het schuldige plezier dat je hebt bij het in één keer een maxizak chips opschrokken. Niettegenstaande ze een heleboel vertegenwoordigt van wat mij kippenvel doet krijgen van het ongezonde soort, slaag ik er niet in Astrid te verafschuwen. Menigmaal heb ik mij al afgevraagd wat de sleutel van haar succes zou zijn. Wijzen allerhande hebben zich daar al het hoofd over gebroken.

Collega Joël De Ceulaer, doorgaans goed thuis in de wereld van wijsgeren en systeemdenkers, ging ook al op zoek naar de kern van dit raadsel. Dat Astrid en den John elkaar graag zien, was volgens hem de verklaring. Mij bevredigde die niet helemaal, vermits men dan evengoed naar de Kotmadam kan kijken, die haar Jef al tientallen jaren in innige verrukking snoepie noemt. Een diepere reden van Astrids succes is volgens mij dat ze zo comforting is. Ze bevestigt onze stille hoop dat je in deze wereld alles kunt bereiken zonder bijzondere talenten. Je hoeft niets speciaals te kunnen, te leren of te presteren, je hoeft zelfs niet buitengewoon aantrekkelijk te zijn om toch het leven van een ster te kunnen leiden. Op een bepaalde manier is dat erg democratisch, zoals ook de lotto democratisch is. Eenieder kan hem winnen, ongeacht of je de Maya’s in tijd en ruimte kunt situeren of woorden als lukraak en lucratief uit elkaar weet te houden.

Dat je zo oppervlakkig kunt zijn als een krinkelende winkelende waterding en niettemin alles kunt hebben wat er in de wereld valt te shoppen, is voor veel mensen bemoedigend. Astrid is een ware heldin van het volk, in die zin dat zij een van arbeid gezuiverd prinsessenleven koppelt aan de afwezigheid van om het even welk talent the girl next door niet ook zou kunnen hebben.

“Zij heeft het perfecte leven dat ik zelf ook zou willen”, verklaarde een fan desgevraagd haar bewondering voor Astrid. We krijgen met de moedermelk mee dat je maar beter losers vermijdt en je tegen winners aanschurkt, in hoop een vonk van hun succes op te vangen. Door haar liefde voor de televisiepersoonlijkheid hoopt deze fan onbewust zich op een dag ook per Hummer naar een privéjet te kunnen laten brengen. En in de lucht, toppunt van romantiek, de schedel van haar John een voetmassage te geven – of voor de ogen van miljoenen kijkers een stuk peterselie uit zijn neusgat te mogen likken.

Jean-Paul Mulders

Ze bevestigt onze stille hoop dat je in deze wereld alles kunt bereiken zonder bijzondere talenten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content