Wat heb ik gemeen met de jonge schrijver die naar de indrukwekkende naam Frederik Willem Daem luistert ? Weinig, zou je denken, behalve dat wij mannen zijn van het Kaukasische type en al eens woorden van hartstocht en ontroering in een toetsenbord kloppen. Maar blijkbaar is er méér, namelijk dat wij beiden in onze prille jeugd door een grootvader gered zijn van verstikking door een bonbon Napoleon. Moordwerktuigjes zijn het, die tijdens hun smeltproces in onschuldig speeksel alle opeenvolgende diameters aannemen, tot ze precies groot genoeg zijn om de luchtpijp van een kind te blokkeren. Het schijnt dat ik al blauw werd toen de bon bonbon eruit sprong, om tegen de grond te kletteren en weg te stuiteren naar een schemerige plek onder een meubelstuk waar niemand hem nog vond, zoals het de dader betaamt van een welhaast perfect uitgevoerde kinderdoding.

Nu nog eet ik af en toe zo’n bonbon, zonder het gevaar op te zoeken. Het zijn lekkere zuurtjes maar behoed er uw jonge kinderen voor. Pinda’s zijn ook sluipmoordenaars, leerde mij een toegenegen kennis die aan de slag is als spoedarts. Voedingsmiddelen waarvan het gevaar onderschat wordt. We staren ons blind op de Derde Wereldoorlog, terwijl de dood wellicht loert in de keukenkast. Naar het schijnt gebeurt het leeuwendeel van de ongevallen gewoon bij je thuis. Dat is geen prettige gedachte wanneer je in de zetel een roman leest van Kristien Hemmerechts of een kous zit te stoppen, wat qua spanningsboog al eens op hetzelfde neerkomt.

Om bonbons uit luchtpijpen te verwijderen, bestaat er een greep die Heimlichmanoeuvre heet, iets wat velen van ons niet weten. Er is nog zoveel dat wij niet weten. Of er elders in de kosmos leven is bijvoorbeeld, al zou ik daar persoonlijk gif op durven innemen, er mijn hand voor in het vuur steken of nog een van die bizarre dingen die mensen geneigd zijn te doen wanneer ze zich van iets zeker voelen. Ook dichterbij tasten wij omtrent talrijke dingen in het duister. Over de vraag of onze vrienden en collega’s blaken van gezondheid en geluk, bijvoorbeeld, dan wel levens vol stille wanhoop leiden.

Een handvol stille wanhoop overviel mij de voorbije week, toen ik ter hoogte van het Vierarmenkruispunt in een file verzeilde. Ze was veroorzaakt door een gekantelde vrachtwagen en dito lantaarnconstructie, die dwars over de weg lag met de grilligheid van een zieltogende kever. Op de radio zong Guido Belcanto, van wie ik nooit bijzonder heb gehouden. Voor mij is hij zo’n artiest van wie je denkt, als je hem toevallig weer eens te horen krijgt : ach ja, die is er ook nog. Maar door deze tranerige Eels-cover, getiteld Ik ga stoppen met te doen alsof (ik jouw hart niet brak), voelde ik mij opeens aangesproken, starend naar de achterkant van een lichte vrachtwagen waarop te lezen stond : Pferde. De dieren zelf waren amper te zien, wel het flauwe schijnsel van een lamp in de cabine die hun verplaatsing leefbaar moest houden. Levende paarden voorttrekken in een karretje achter een auto, in het Duits dan nog : wellicht begon de wereld om zeep te gaan toen iemand op dat idee kwam.

“Het is kerstavond, ik zit hier alleen in zak en as”, zong Guido. Ik dacht aan Ebenezer Scrooge, aan de geest van voorbije kerstavonden en aan de vrouwen die mij daar met vaardige hand doorheen hadden geholpen. Ik vroeg mij af in welke handen zij thans waren gevallen. Dat konden goede handen zijn, maar evengoed die van een jihadist, een vastgoedmakelaar of zo’n klojo die bij aankomst in een restaurant zijn sleutels op tafel gooit. Ik moest er zo eerst een paar zien voor ik doorkreeg dat zij dat niet doen omdat hun zakken te klein zijn, maar om op te scheppen met het merk van hun auto.

Zulk lot verdienen vrouwen niet, want in hen ligt de toekomst van de wereld besloten – voor zover zij, bij het voeden van hun kinderen, op hun hoede blijven voor bonbons en pindanoten.

jp.mulders@skynet.be

JEAN-PAUL MULDERS

We staren ons blind op de Derde Wereldoorlog, terwijl de dood wellicht loert in de keukenkast

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content