Het ooit ingedommelde en erg devote provincienest geeft sinds kort de toon aan op het gebied van mode en design, architectuur en urbanisme : er zit muziek in Limburgs hoofdstad. De Hasselaren staan er zelf een beetje verbaasd naar te kijken.

Nog iets wat weinigen weten over onze stad : in dit vroegere NIR-gebouw werd de allereerste opname gemaakt van Jacques Brel. Misschien wel een van onze grootste internationale artiesten beleefde hier zijn radiodebuut.” Zygmund Krzywania is er trots op als zat hij toen zelf achter de studioknoppen, maar ongewild bevestigt mijn gids daarmee het wat duffe imago dat Hasselt nog steeds met zich meesleept. Want bij mij roept het oude gebouw van de regionale omroep Limburg vooral herinneringen op aan Het schurend scharniertje, een radioprogramma uit mijn kinderjaren dat ongeveer even flitsend was als zijn naam suggereert.

Maar het Hasselt van toen is niet meer. We staan op de ‘groene boulevard’, de kleine ringweg die onder impuls van Steve Stevaert werd omgevormd van zowat een stadssnelweg tot een brede gordel van aanplantingen rond het centrum. De auto’s werden verdrongen naar twee rijstroken aan de zijkant die in één richting de stad omcirkelen, doorgaand verkeer wordt omgeleid via de grote ring. Een geslaagd project dat kan dienen als voorbeeld voor heel wat plaatsen in ons land. Het aanvankelijke protest van inwoners en lokale middenstanders tegen het verlies aan parkeerplaatsen en tegen de ongemakken die de werken veroorzaakten, is intussen dan ook geluwd. De Hasselaren lijken maar wat tevreden met hun aangename, verkeersarme binnenstad en hun kilometerslange ‘flaneerboulevard’, waar de statige negentiende-eeuwse herenhuizen weer vrijer kunnen ademen na vele decennia van geraas en getoeter aan hun voordeur.

En de dienst urbanisme heeft duidelijk de smaak te pakken, want nu zijn ook de plannen klaar voor een nieuwe ‘blauwe boulevard’ : over enkele jaren moet de wat rommelige kanaalkom omgeturnd zijn tot een lange, stijlvolle promenade langs het water, met winkels, woningen en restaurants. Hasselt Waterfront is nog slechts een kwestie van tijd.

Oude en nieuwe kleedjes

Flaneren door de straten gebeurt hier in een stijlvolle outfit, heb ik zelf ooit tot mijn scha en schande mogen ondervinden. Toen ik enkele jaren geleden in mijn gebruikelijke, lichtjes afgeleefde kloffie wat ging eten in de stad, werd ik net niet nagewezen. De hoofdplaats van Limburg afficheert zich dan ook uitdrukkelijk als modestad en haar boetieks duiken steeds vaker op in hippe trendbladen. Bovendien hebben ze een modemuseum dat “véél véél ouder is dan dat van Antwerpen”, verzekert Zygmund me. Wie net als ik niet danig ondersteboven is van oude én nieuwe kleren, kan hier misschien toch eens binnenlopen voor de architectuur. Want wat de Italiaan Vittorio Simoni deed met het oude kloostergebouw is beslist het bekijken waard : de binnentuin, waar ooit nonnetjes uitrustten na een dag van hard labeur in het hospitaal, kreeg een glazen dak, zodat er een grote, lichte ruimte ontstond die kan worden gebruikt voor evenementen. Via twee loopbruggen op de eerste verdieping kunnen bezoekers van het museum zich gemakkelijk van de ene vleugel naar de andere bewegen.

Al hoef je natuurlijk geen Italiaan te zijn om stijlvolle gebouwen neer te zetten. Zo werd er hier in de belle époque blijkbaar al heel wat fraais opgetrokken : de vroegere ambtswoning van de provinciegouverneur, vlak bij het stadhuis, is een mooi staaltje van een romantisch-eclectische stijl, en op de groene boulevard staat er zelfs een art-nouveaupareltje dat dringend aan restauratie toe is. Maar ook op het gebied van de hedendaagse architectuur gebeurt er heel wat spannends. De aanwezigheid van een befaamd bureau als Lens°Ass, dat pal in het centrum zijn, jawel, erg mooie kantoren heeft, zal daar niet vreemd aan zijn. En zelfs met de Twee Torenwijk, een architecturale miskleun van formaat, lijkt het de goede kant op te gaan. Dit vormeloze betonnen gevaarte dat in de jaren zestig plompverloren midden in de oude kern werd neergepoot, was geleidelijk uitgegroeid tot een stadskanker, met de bijbehorende leegstand en verloedering. Momenteel is de restauratie – én verfraaiing ! – van de torens bijna voltooid, en het winkel- en kantorencentrum werd opengetrokken naar de straat, zodat het geheel een veel uitnodigender indruk maakt. Leuk is dat te midden van al deze nieuwbouw een oud vakwerkhuisje uit de volkswijk De Beek, die hier tot de jaren zestig stond, werd gereconstrueerd als herinnering aan een voor altijd vervlogen verleden.

Vuur- en wijwater

Op zoek gaan naar hip Hasselt, was me op de redactie in Brussel opgedragen. En waar kon ik dan beter zijn dan in het Nationaal Jenevermuseum ? Want, geef toe, niets is tegenwoordig meer in dan een natuurproduct dat op ambachtelijke wijze wordt vervaardigd. Het museum is ondergebracht in een oude stokerij, waarvan de stad er ooit meer dan twintig telde, en af en toe worden de ketels nog eens opgewarmd om een wel heel exclusief goedje te stoken : per jaar worden hier niet meer dan duizend kruiken gevuld. Het bezoek aan de gebouwen en de installaties is een absolute aanrader -de opstelling werd in 1996 nog compleet gemoderniseerd -, maar het leukste hebben ze bewaard tot het einde : het proeflokaal. Zowat alle Belgische jenevers, en dat zijn er nog verrassend veel, gaan hier over de toog. Zelden een museumcafetaria gezien waar het er zo jolig aan toeging.

Het zal hier trouwens vast wel een jolige buurt zijn, want net om de hoek ligt het café De Witte Non, waar ik ooit op een zomernacht eind jaren tachtig ben binnengewaaid. “Het beste café van Hasselt”, had mijn compagnon me toen verzekerd. Alleszins zowat het enige dat rond een uur of twee nog open was. Was het in die periode dat Stevaert hier achter de tapkast stond ? Ik zou het niet weten. Maar ik vind het wel een leuk idee dat mijn pint toen misschien getapt is door een latere minister. Doe ze nog eens vol, excellentie.

Wie na zoveel bier- en jenevergebruik toch even aan penitentie wil doen, kan altijd terecht bij het Heilig Paterke. Want Hasselt mag de laatste jaren dan al flink voortgestuwd zijn in de vaart der volkeren, devotie en religieuze tradities laat het er niet voor staan. Als eens in de zeven jaar de Virga Jesse in processie wordt rondgedragen, staat de stad dagenlang op stelten. En ook pater Paquay kan zich verheugen in een niet-aflatende belangstelling. Zijn graf in de barokke kerk van het minderbroedersklooster trekt nog steeds massa’s pelgrims. En hoewel hij pas vorig jaar door de paus zalig verklaard is, staat hij hier al vele jaren bekend als het ‘Heilig’ Paterke. Zeg nu nog eens dat ze niet van de rapsten zijn, hier in ‘de Liembuurg’.

Waarmee we meteen beland zijn bij de ietwat problematische verhouding met Antwerpen. Geen van beide betrokken partijen zal het wellicht graag horen, maar feit is dat de stad aan de Demer en die aan de Schelde steeds meer op elkaar beginnen te lijken. Niet alleen hebben ze allebei wat met mode, ook blijken ze een vruchtbare kweekbodem voor uitstekende bands. Axelle Red is van Hasselt, Joost Zwegers was er niet weg te slaan uit de gitaarwinkels, Mauro Pawlowski en Tim Vanhamel ( Millionaire) groeiden op in de buurt en Stijn Meuris, de goeroe van een generatie rockers, repeteerde ooit in de Muziek-o-Droom, een complex met repetitieruimtes, een leslokaal en een grote en kleine concertzaal.

Wat de Limburgse hoofdstad dan wel voor heeft op de zelfverklaarde ‘metropool’, is dat ze een van de beste festivals van het land in huis heeft : Pukkelpop. Elk jaar trekken eind augustus hordes jongeren naar dit hoogfeest van de betere pop- en rockmuziek. Ik was er ook bij vele jaren geleden, toen een groep die ik wilde zien in extremis nog afhaakte en werd vervangen door een zootje ongeregeld uit Seattle. Dan maar gauw ergens een hamburger eten en een pintje drinken. Het obscure bandje dat ik toen gemist heb voor een vettige hap, heette Nirvana. Of zoiets. n

Tekst Jan Haeverans l Foto’s Yves Callewaert

Over enkele jaren moet ook de wat rommelige kanaalkom omgeturnd zijn tot een stijlvolle promenade langs het water.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content