Met de Flower Rosé aast champagnemerk Moët & Chandon op de jonge en trendgevoelige consument. De blitse verpakking voor de fles Rosé Imperial en designglazen is van de hand van de Britse illustratrice Daisy de Villeneuve.

Toen de flamboyante Britse fotograaf Justin de Villeneuve halfweg de jaren zeventig zijn dochters Poppy en Daisy (Papaver en Madeliefje) doopte, keek niemand daar nog van op. Wat kun je anders verwachten van een man die achtereenvolgens carrières had als bokser, schurk, kapper, interieurdecorateur, dichter, fotograaf en ontdekker en manager van Twiggy, het allereerste topmodel ? Die zichzelf zo graag heruitvond dat hij op zijn minst drie namen heeft gedragen ?

Als dochter van iemand die zijn naam tot drie keer toe veranderde, en uiteindelijk tevreden was met het verzonnen ‘de Villeneuve’, lijkt dochter Daisy de Villeneuve veeleer gewoontjes. Een tikje verward en wat wereldvreemd misschien, zoals het een kunstenaar betaamt. Maar dat kan ook liggen aan de weinige uren slaap van de vorige nacht. Op vraag van het champagnemerk Moët & Chandon beschilderde ze de vorige dag nog een aantal magnumflessen die vervolgens soldaat werden gemaakt op het feestje naar aanleiding van het tienjarige bestaan van de Parijse stijltempel Colette. “Ik heb de voorbije twee dagen als een gek geschilderd”, vertelt ze. Vandaag had ze een vrije dag, die ze al shoppend hoopte door te brengen in Parijs. Maar in plaats van lekker uit te slapen, staan er interviews op het programma. Eén met de Franse ‘Elle’, en één met ons.

Daisy de Villeneuve is wat men in Londen een ‘It-girl’ noemt : een jonge vrouw van 31, eigenzinnig hip, prettig gestoord, en altijd welkom op feestjes en vernissages. Die reputatie heeft ze gedeeltelijk te danken aan haar beroemde vader, maar zelf heeft ze de laatste jaren ook niet stilgezeten. De Villeneuve maakte carrière als tekenares. Haar stijl is herkenbaar uit de duizenden : ze tekent met viltstiften. Mensen vooral, die allemaal haar amandelvormige ogen hebben, en die ze hip aankleedt en vervolgens zorgvuldig inkleurt met haar Prismacolors. Het resultaat oogt jong, maar ook een tikje duister. Vooral als ze er haar gossipverhalen op loslaat, korte anekdotes en stukjes die, zonder puberaal te worden, over slechte vriendinnen en rotvriendjes gaan. Kortom, over de teleurstellingen van een jonge vrouw.

In het verleden werkte de illustratrice ook al samen met de Britse keten Topshop, waarvoor ze onder meer een huisraadlijn ontwierp, ondergoed en grote pancartes in de vorm van vrouwen. Ook met het Londense Victoria & Albertmuseum is ze goede vrienden sinds ze een deel van de merchandising ontwikkelde. Ook de glossy bladen, als de Britse ‘Vogue’ en ‘Elle UK’, ontdekten haar talent en haar werk siert geregeld de modepagina’s.

De Villeneuve somt haar wapenfeiten schokschouderend op, maar van haar huidige samenwerking met Moët & Chandon is ze zelf ook onder de indruk. “Het is mijn eerste opdracht voor een luxemerk, en ja, dit smaakt naar meer”, zegt ze. Voor het nieuwe ontwerp van het cadeaupakket Flower Rosé, een fles Rosé Imperial met een set van vier glazen, tekende ze in haar geijkte lineaire en kleurrijke stijl tulpen op een roze achtergrond. Met het geschenkenpakket wil het merk jonge levensgenieters lokken, trendy consumenten die vormgeving en design weten te waarderen. Zoals dat van de bijbehorende glazen, bijvoorbeeld, die met hun steel zonder voet enkel in de bijgeleverde roze metaalkleurige tulpvormige houders passen, en ideaal zijn voor een picknick : men plant het glas gewoon in het gras.

“Dit is zonder twijfel de grootste sprong die ik tot nu toe heb gemaakt in mijn carrière”, aldus De Villeneuve. “Voorheen speelde alles zich af in Londen, nu ga ik wereldwijd. Tot nu toe kon ik mijn werk in het buitenland vooral tonen via tentoonstellingen, maar dit project vergroot mijn zichtbaarheid enorm. Ik verwacht er veel van, en ik hoop snel opnieuw samen te werken met een luxemerk. Een handtas voor Louis Vuitton ontwerpen, dat lijkt me wel iets. Of een sjaal voor Hermès. Nee, ik ben geen klant bij die merken, dat kan ik me voorlopig nog niet veroorloven. Maar ik droom wel van een Cartierhorloge.”

Kunst in huis

De Villeneuve studeerde Mode en Schone Kunsten aan Parsons, een designacademie in New York met een afdeling in Parijs. Haar eindejaarsproject was niet van die aard dat de leraren in haar de nieuwe Vivienne Westwood zagen, maar één docent viel wel voor haar tekeningen. “Ik tekende als kind al met stiften, maar volwassen kunstenaars vinden ze niet zo interessant. Die werken liever met olieverf of met een computer. Terwijl ik net de stiften zo geestig vind. Ik hou ervan om alles met de hand te doen.”

Op advies van haar leraar spitste ze zich toe op haar tekeningen en ze begon deel te nemen aan tentoonstellingen. Eenmaal terug in Londen werd ze gecontacteerd door een uitgeverij : of ze er honderd kon maken voor een boek. “Zo is het een beetje begonnen”, vertelt ze. “Ik tekende gezichten, en verzon er korte teksten bij. Soms autobiografisch, soms geïnspireerd op wat ik oppik bij vrienden. Voor ik het wist, mocht ik schoendozen voor Topshop ontwerpen.”

Ook al stralen haar tekeningen vaak een prille tienerachtige onschuld uit, de illustratrice onderstreept dat het hard werken is om een tekening helemaal goed te krijgen. “Ik gebruik geen computers of scanners”, zegt ze. “Het duurt vaak dagen voordat ik een bepaald beeld goed heb. Een portret duurt een week. Bij het kleinste foutje moet ik opnieuw beginnen. Er komt geen fotoshoppen aan te pas. Als ik aan het werk ben, ben ik omringd door papier en stiften. Ik heb zo’n zeshonderd stiften thuis. Als ik aan het werk ben, kieper ik die gewoon uit in de zetel. Nee, echt georganiseerd ben ik niet.”

Op een of andere manier doet het werk van Daisy de Villeneuve denken aan de films van Sofia Coppola. Het zijn dan ook generatiegenoten, en beide vrouwen lijken gefascineerd door thema’s als eenzaamheid en teleurstelling. En plus tonen ze die thema’s op een gededramatiseerde manier. Met dat verschil dat het werk van De Villeneuve doordrongen is van droge humor, en ook enig sarcasme is haar niet vreemd. “Typisch Brits”, knikt ze. “Zo zijn we.”

Nog een gelijkenis met Coppola : ze heeft beroemde ouders. Naast vaderlief had ook haar moeder een verdienstelijke carrière in de modewereld : ze werkte in de jaren zestig en zeventig als model. Zus Poppy is trouwens ook een verdienstelijke artieste, zij het dan met de camera. En net als die andere, kreeg ze haar artistieke kijk op het leven mee met de paplepel. “Ik ben opgegroeid met kunst”, knikt De Villeneuve. “Het huis lag vol met kunstboeken, van folk tot surrealisme. Mijn moeder nam me als kind al mee naar galerieën, mijn vader verzamelde art-decomeubilair. Allicht heb ik daar mijn voorliefde voor de eenvoudige tekening opgepikt.”

Door Cathérine Ongenae – Foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content