HANS VAN DYCK

© FILIP VAN ROE

Identiteit is als een lasagne. Kempenzoon, Vlaming, Belg, Europeaan, wereldburger : al die laagjes zitten in mij.

Vlaanderen en Wallonië zijn als twee broers. Maar moet grote broer Vlaanderen er constant op wijzen dat hij het op een aantal vlakken beter doet ? Ik merk dat veel Franstaligen opkijken naar Vlamingen, maar dat beeld schetsen de politiek en de media zelden of nooit. De Franstalige Belgen staan veel dichter bij de Vlamingen dan de Fransen of de Nederlanders.

Je eigen onderzoeksgroep kunnen uitbouwen, is een droom. Inhoudelijk de touwtjes in handen hebben en je eigen niche creëren, is bijzonder fijn. Dat die lokroep uit de UCL kwam, is toeval, maar ik heb er meteen veel kansen gekregen én die ook gegrepen.

De manier waarop de verstedelijking ingrijpt, kan soms heel verrassend zijn. Dieren kunnen door de stad beetgenomen worden. Neem nu het vele glas in gebouwen in de stad : dat weerspiegelt gepolariseerd licht. Aan dat licht herkennen veel insecten het wateroppervlak. Bijgevolg gaan die daar op af om eitjes te leggen. Steden zijn een openluchtlab. Daar treden zeer snelle genetische veranderingen op, omdat het onstabiele milieus zijn met extreme omstandigheden : droog, warm, lawaaierig en vervuild.

Waarom steek je psychologen in een ander gebouw dan de gedragsecologen ? We kunnen zoveel van elkaar leren ! Dat de evolutiebiologie een sleutelpositie inneemt, staat mij toe verbanden te zien.

Met een innovatieve benadering van biodiversiteit kunnen we de landbouw heruitvinden. Zo is men in Mexico als gek op zoek naar oude, halfwilde rassen van mais om die te kruisen met onze moderne gewassen. De genetische variatie wapent ons tegen de klimaatopwarming.

Dat soorten uitsterven, is normaal. De snelheid waarmee ze verdwijnen, is dat niet. Dat een derde van de vlinders in Vlaanderen al is uitgestorven en nog eens een derde wordt bedreigd, is een signaal van formaat. Organismen waarvan mensen zelfs het bestaan niet vermoeden, maken dat we van een kopje koffie kunnen genieten. Koffie is heel erg afhankelijk van de bestuiving door wilde insecten. Hoe diverser die zijn, hoe groter de opbrengst. Dat is het mooie aan de biologische complexiteit : ook lelijke en lastige organismen kunnen heel functioneel en belangrijk zijn.

Als kind had ik al oog voor de verscheidenheid van de dierenwereld. Die interesse heb ik niet van mijn ouders. Natuur en wetenschappen waren niet hun wereld. Als zelfstandigen hadden ze het te druk. Het waren doeners, maar als ze zagen dat je ergens gedreven in was, dan kreeg je hun volle steun. En als we een hobby kozen, moesten we doorzetten. Dat consequent zijn probeer ik nu ook mijn kinderen bij te brengen.

Mijn broers en ik erfden een arbeidsethos. Niet mopperen, maar hard werken. Als goede klanten mijn vader, die elektricien was, ’s nachts belden voor pannes, dan sprong hij uit zijn bed. Thuis kon hij dan wel even vloeken, maar bij de klant was hij de vriendelijkheid zelve. Ook voor mijn moeder in de winkel was de leuze : the show must go on. Wie een zaak heeft, moet een beetje toneel kunnen spelen. Het is geen toeval dat alle drie de zonen nu heel autonoom opereren. Wil ik mijn onderzoekscel laten draaien, dan moet ik projecten binnenhalen. Net als een zelfstandige.

Het maakt niet uit wat je doet, maar ga ervoor. Als je maar meester wordt in je vak. Of dat nu loodgieter, naaister, sportman, acteur of bioloog is.

Hans Van Dyck (44), broer van acteur/scenarist Tom Van Dyck, is professor gedragsecologie en natuurbehoud aan de UCL (Louvain-La-Neuve). Hij is hoofd van de onderzoeksgroep Behavioural Ecology & Conservation Group. Hij schrijft de maandelijkse column ‘Winnaars en Verliezers’ in tijdschrift EOS en is een veelgevraagd spreker. Eerstvolgende lezingen : in C-Mine in Genk op 23/03 en in De Studio in Antwerpen op 29/03.

DOOR PETER VAN DYCK & PORTRET FILIP VAN ROE

“Dat een derde van de vlinders in Vlaanderen al is uitgestorven en nog eens een derde wordt bedreigd, is een signaal van formaat”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content