HAMBURGS MODEL

Het panorama van op het Radisson Bluehotel toont de groene kanten van de stad. © FOTO'S MICHEL VAEREWIJCK

De havenstad Hamburg kreeg de titel van European Green Capital 2011 toegewezen. Omdat buiten-staanders dat niet hadden verwacht en alom scepticisme heerst, gingen we ter plaatse even kijken. En kwamen opgetogen terug.

Op een dinsdagochtend laten we ons aan ons Hamburgs hotel een cruisefiets voorrijden, zwart en wat oubollig, maar stevig en vooral voorzien van een breed stuur zodat de fietser het gevoel heeft dat hij de koe bij de horens heeft gevat. Met de fiets wordt ook een driedagenkaart voor het openbaar vervoer afgeleverd, waar we gretig gebruik van zullen maken. Het net van bussen en treinen is dan ook bijzonder efficiënt uitgetekend, en geen stadsbewoner woont verder dan driehonderd meter verwijderd van een halte. Bovendien kan de fiets buiten de spitsuren ook nog mee op de metro. Twintig minuten later staan we op de Isemarkt, die zich over een kilometer onder het U-bahnspoor uitstrekt. Een wereld van groen en verscheidenheid, met heide-asperges, nieuwe aardappelen, en een niet mis te verstane slogan : Unser Obst für Ihre Gesundheit. Er hangt een sfeer van oud geld en nieuwe alternatieven, de huizen zien er statig en wit uit, dateren van begin twintigste eeuw en baden in het groen. Het lijkt wel Notting Hill aan de Elbe.

We besluiten de groene gordel rond de Hanzestad te verkennen. Die ligt grotendeels rond het meer dat daar in 1230 ontstond toen een watermolen aan de stadsrand het water van de rivier naar de Elbe blokkeerde. Dat zocht dan maar een uitweg in de breedte. Daardoor is Hamburg als enige stad in Europa gezegend met een centraal gelegen meer waarop roeiers en zeilers het naar hun zin hebben. Om het omliggende land droog te houden werden later kanaaltjes gegraven, die in het meer uitmonden. Dat resulteerde in een romantisch netwerk van water en groen. Rond het meer verschenen aan het einde van de negentiende eeuw fraaie villa’s met grote tuinen. Dat het er goed wonen is, bevestigt de straatnaam van de allee langs het verste deel van het meer, zowat de chicste van de stad: de Schöne Aussicht.

Over die kanaaltjes werden ook honderden brugjes gebouwd en omdat Duitsers nu eenmaal Duitsers blijven, hielden ze het aantal bij: 2436 stuks. Ook de bomen worden er geteld en krijgen een nummer. Daardoor weten we dat Hamburg nu zo’n 225.000 bomen telt, en als er een sterft, wordt er een nieuwe geplant.

Brits sfeertje

De wijken Eppendorf, Lokstedt en Pöseldorf baden niet alleen in het groen, ze hebben her en der ook een onmiskenbaar Brits sfeertje. Dat komt doordat de Engelse merchant adventurers hier vanaf de zestiende eeuw neerstreken en er goed boerden. Van de rijkste Hamburgse families zijn er nog altijd enkele van Britse origine. Ze legden parkjes aan tussen de huizen en zorgden voor een zekere harmonie. Toen Hamburg tijdens de Tweede Wereldoorlog platgelegd werd, bleven die wijken gespaard. ” The war didn’t happen here”, zegt een bewoner met een perfect Oxfordaccent.

Ook in het stadscentrum is er veel groen. Het Planten un Blomen-park heeft een botanische tuin en Europa’s grootste Japanse tuin. Langs de oevers van de Elbe is er het wonderlijke Jenisch Park, met de oudste English Garden van de regio en ten noorden van de stad strekt zich over vier vierkante kilometer het Friedhof Ohlsdorf uit, met dertigduizend graven het grootste parkkerkhof van het continent.

Maar het allermooist vonden we Blankenese, een dorp zo’n twaalf kilometer ten westen van de stad. Het traject van de S-Bahn voert door een steeds groener wordende tunnel. Het dorp zelf lijkt wel een soort Knokke-Zoute-op-de-heuvel, met een Oost-Indisch theehuis, fleurige bloemenzaken, dames op leeftijd op de terrassen. Een oase van Geld en Groen waarin jonge vrouwen met elegante tred en Burberrysjerp om hun chique hondjes uitlaten.

Met de fiets laten we ons de helling afbollen en bereiken dan de oever van de Elbe, waar in de dorpen romantische huisjes met terras uitkijken over de rivier. Het mooiste is het Lindenterras, dat de impressionistische schilder Max Liebermann op een vermaard doek vereeuwigde. Het hoort bij het kleine hotel-restaurant van Louis C. Jacobs. Binnen domineert klassiek meubilair, buiten op het terras is het zalig thee drinken. Je kunt er de reuzencontainerschepen op de rivier volgen, vergezeld door potige sleepboten van 3500 pk per stuk. Op de achtergrond het imposante, bijna minimalistische complex van Airbus.

Er staat een flinke bries, maar de echte wandelaars en joggers trotseren het weer, en in Oevelgönne houden we even halt aan de Strandperle, een uit de kluiten gewassen, populaire kiosk waar drankjes worden geschonken en kleine gerechten geserveerd. Matjes Hausfrauen Art en meer van dat fraais. Hier vinden kapiteins en zeilers op leeftijd, die niet langer zonder het water en hun dromen kunnen, rust en leren zeer jonge kinderen met hun optimistje de eerste winden in hun zeil te vangen.

En toch is Hamburg niet zozeer om al die bestaande groene kwaliteiten bekroond. De Europese Commissie bleek meer gecharmeerd door vaak onzichtbare projecten rond waterzuivering en luchtkwaliteit, en door een indrukwekkende visie op de toekomst. In Hamburg rijden de treinen van de S-Bahn uitsluitend op elektriciteit van waterkrachtcentrales. Er staan 1100 huurfietsen klaar, verspreid over zeventig locaties, waarvan het gebruik het eerste half uur gratis is. Er bollen meer dan driehonderd lage-emissietaxi’s, op de Alster wordt een schip door waterstof aangedreven en een catamaran door zonne-energie. Je vindt er ook honderd laadpalen voor elektrische auto’s. De CO2-uitstoot moet er tegen 2020 met veertig procent naar beneden.

De stad waar de Beatles hun eerste successen mochten beleven, waar de componist Brahms werd geboren en de beeldhouwer Ernst Barlach, waar Karl Lagerfeld opgroeide, kijkt resoluut naar de toekomst. Toen ik er jaren geleden op bezoek was, werd al duidelijk dat Hamburg naar het noorden en het westen uitdeinde. Aan de Elbe-oever ontwikkelde zich een klein, langwerpig eiland, Speicherstadt. De pakhuizen die door de opkomst van de containerschepen grotendeels hun bestaansreden hadden verloren, werden gerenoveerd om kantoren te verwelkomen. Die onderneming werd inmiddels afgerond en in de pakhuizen zitten blitse bedrijven met blitse jongens en meisjes. Mooi, maar te duur voor particulieren.

Maar die eerste, bescheiden stap heeft een hele rush naar het zuiden aangezwengeld. Op een ander, groter eiland dat vrijwel onmiddellijk aansluit bij Speicherstadt, is de HafenCity in volle opbouw, Europa’s grootste voorbeeld van stadsontwikkeling waardoor de oppervlakte van de stad met liefst veertig procent zal toenemen. Daar schieten uit een niemandsland futuristische torens omhoog, voorzien van de modernste technieken voor een laag energiegebruik. Er werd een nieuwe universiteit gebouwd, het nieuwe gebouw voor het weekblad Der Spiegel, en het hoofdkwartier van Greenpeace Duitsland. Het Unilever House is het eerste gebouw dat er het gouden ecolabel mocht ontvangen en bekroond werd met de titel van ’s werelds beste kantoorgebouw op het World Architecture Festival in Barcelona. Alle kantoren worden met energie-efficiënte ledlampen verlicht, er is een zonnebeschermende buitenlaag en er wordt water gebruikt om het gebouw te koelen. Een en ander heeft ervoor gezorgd dat airconditioning nagenoeg overbodig is, het elektriciteitsverbruik met zeventig procent omlaag gaat en de verwarmingskosten veertig procent lager liggen dan in vergelijkbare gebouwen.

Op het terras drinken we koffie en kijken naar de drukte rond de komst van de Queen Mary 2, die hier acht jaar geleden voor het eerst aanlegde. Toen was Hamburg als cruisehaven onbestaande : jaarlijks kwamen er amper drie cruiseschepen langs. De komst van de QM2 zou alles veranderen, en dat bleek al op de dag van haar eerste aankomst. De stad raakte meteen in trance, het verkeer kwam tot stilstand, toeristen uit het hele land zakten naar Hamburg af, en miljoenen mensen volgden het gebeuren vanaf de kade. Het schip met zijn 2400 opvarenden had de stad weer op de kaart gezet. Sindsdien is het crescendo gegaan en dit jaar zullen er liefst 143 cruiseschepen aanleggen.

Maar de mooiste uitschieter in HafenCity wordt de Elbphilharmonie, het nieuwe concertgebouw dat op het puntje van het eiland zijn voltooiing nadert en de beste concertzalen ter wereld wil herbergen. Het ontwerp van de Zwitserse architecten Herzog & de Meuron combineert een bakstenen onderbouw met een glazen bovenbouw, die wordt zwevend opgehangen en bekroond met een golvend dak. Tussen beide gedeelten in biedt een enorm plaza een panorama op het havenlandschap.

En ook dat is nog maar een begin, want bezuiden HafenCity ligt Europa’s grootste riviereiland, Wilhelmsburg en daar moet voor 2050 een immense, klimaatneutrale zone ontstaan. Vroeger herbergde Wilhelmsburg een vreemd allegaartje van havenactiviteiten, woningen voor vreemde werknemers en verwilderde natuur. In het nieuwe project staan drie doelstellingen centraal : de invulling van het niemandsland door bewoonbare zones onder de titel Metrozones, de harmonieuze samenleving van diverse culturen in het project Cosmopolis en de ontwikkeling van een leefbare stad waarin hernieuwbare energie voor honderd procent instaat voor het verbruik. Voor dat laatste doel wordt onder meer het industriële stort van Georgswerder omgevormd tot een ‘energieberg’ waaruit genoeg energie wordt gewonnen voor tweeduizend gezinnen.

De bunker

En toch is het indrukwekkendste monument van de toekomst een afgrijselijk, betonnen geheel van 22 meter hoogte, afgedekt met een plat dak dat vier meter dik is, en bekroond met vier betonnen cilinders. Lelijk en dreigend tegelijk, een getuigenis van wanhoop en agressie waar tijdens de Tweede Wereldoorlog drieduizend inwoners gingen schuilen voor de bommenregen van de geallieerden, terwijl het afweergeschut op het dak het ergste probeerde te verhinderen. Na de oorlog probeerde het Britse bezettingsleger vergeefs om de mastodont neer te halen. Sinds enkele maanden wagen de Duitsers zelf zich aan de ontmanteling van de diverse verdiepingen, want al snel werd duidelijk dat de mantel zelf niet te slopen viel. Met een ingenieur reis ik via de werflift naar het dak en stap op de terugreis halverwege uit om achter dikke stalen deuren een blik te werpen op een apocalyptisch tafereel van de vernietiging van de betonnen wanden en vloeren. Het lijkt wel Tsjernobyl na de ramp. Maar beneden wacht gids Sabine me met de blijde boodschap : “In deze afschuwelijke getuigenis van ons grauwe verleden bouwen we nu aan iets positiefs. Als het geheel binnenin opgeruimd is, komt er een milieuvriendelijke energiecentrale die bijna het hele eiland van propere energie moet voorzien.”

Om die nieuwe, mensvriendelijke toekomst van dit bouwsel in de verf te zetten komt op het dak een terras met uitzicht over Wilhemsburg en het grootste groene project in Europa. Om dat te vieren spreken we af voor een koffie, op de dag van de opening van de Elbphilharmonie, ergens eind volgend jaar.

DOOR PIERRE DARGE; FOTO’S MICHEL VAEREWIJCK

De Europese Commissie bleek gecharmeerd door projecten rond waterzuivering en luchtkwaliteit en door een indrukwekkende visie op de toekomst.

HafenCity is Europa’s grootste voorbeeld van stadsontwikkeling, waardoor de oppervlakte van de stad met liefst veertig procent zal toenemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content