Ze erfden het Designers Week-End van hun ouders, maar de jonge generatie Brusselse designinvoerders houdt de traditie springlevend. Over het evenement, de stad en de designsector zaten we rond de tafel. De stoel brachten ze zelf mee.

Designers Week-End werd 24 jaar geleden opgericht door importeurs van voornamelijk Italiaans design. Bedoeling was om hun klanten, winkeliers en architecten uit het hele land, kennis te laten maken met de nieuwigheden van de meubelbeurs in Milaan. Vandaag gaan die professionals zƩlf naar Milaan en is het Designers Week-End ook open voor het grote publiek. Achter het evenement zitten nu de dochters, zonen en opvolgers van de initiatiefnemers.

Is het oorspronkelijke doel niet een beetje achterhaald ?

Bernard La Haye : Nee, de nieuwigheden uit Milaan tonen is nog steeds belangrijk.

Elise Van Craen : De winkeliers gaan wel naar Milaan, maar ze zien het nog eens terug in een bredere context.

Damien Taymans : En er zijn altijd nieuwigheden die uiteindelijk toch niet in productie geraken.

Vier jaar geleden trokken jullie het evenement open naar het grote publiek. Een succes ?

Taymans : Met het parcours van minibusjes is het een dynamisch evenement geworden. Vorig jaar hadden we 18.000 bezoeken op alle adressen samen. Dat is een stijging van 36 procent tegenover het jaar daarvoor.

La Haye : Design krijgt meer aandacht nu. Niet alleen in Belgiƫ, maar overal in Europa.

Van Craen : Design was vroeger toch een vrij elitair begrip, terwijl nu het grote publiek ermee bezig is. Iedereen kent Philippe Starck.

La Haye : De producten waren ook duurder.

Taymans : Ze zijn toch nog duur ?

Van Craen : Ja, maar ze zijn toegankelijker. Voor een schappelijke prijs kan een jongere zich toch design aanschaffen. Misschien een designtandenborstel van Starck. Bij Kartell kun je ook al voor 100 euro iets kopen.

Taymans : Nieuwe materialen maken alles toegankelijker : acrylaat, bijvoorbeeld.

La Haye : Bij Kartell heeft polycarbonaat veel veranderd.

Van Craen : Baleri Italia heeft nu een tafel die 400 euro zal kosten, nog nooit meegemaakt. In polycarbonaat.

Jullie zeggen het zelf : design wordt belangrijker voor het grote publiek. Zo belangrijk blijkbaar dat er dit najaar drie designevenementen plaatsvinden in de hoofdstad : Jullie Designers Week-End, Designweek (zie Weekend Knack vorige week) en Design Brussels in november. Voelen jullie een bedreiging ?

Van Craen : Neen, veeleer vereerd. We doen het al 24 jaar. Ik zou zeggen dat onze ouders en voorgangers baanbrekend werk hebben gedaan. Dat anderen mee op de kar springen, kan alleen maar positief zijn.

La Haye : Misschien kunnen we in de toekomst wel samenwerken ?

Taymans : De kracht van Designers Week-End is dat alle agenten en invoerders die meewerken goed zijn voor 75 procent van de merken hier in Brussel aanwezig.

La Haye : Design Brussels is een beurs voor het grote publiek, Designweek is nieuw, dat moeten we nog zien. Maar het is een goed idee.

Hoe omschrijft u de Brusselse smaak ?

Van Craen : Brussel was lang conservatief als markt. Ik denk dat de Brusselaar nu meer open minded en internationaler gericht is.

Taymans : Er bestaan veel producten met felle kleuren en bloemenprints, maar die worden bijna niet verkocht. Wel grijs en taupe.

Van Craen : Ja, de K3 van de design : bruin, grijs en beige. Dat zijn de kleuren die verkocht worden, ook al presenteren we het in knal-oranje. Het is zoals de haute couture : er is een verschil tussen wat getoond en wat gekocht wordt. Magazines kunnen trends uitlichten. Bloemen bijvoorbeeld. Wij zullen dan niet integrale bloemensofa’s verkopen, maar misschien wel een accent : een kussen met bloemenprint. De media openen een poort en dan sijpelt het stilaan door tot bij de klant. Al zijn er ook mensen die het extreem trendy willen.

La Haye : De pers toont de nieuwigheden en wij merken daar onmiddellijk een effect van. Dat wil zeggen dat de markt er klaar voor is. De Belgische markt heeft een zekere maturiteit bereikt. En is ideaal om te testen. Fabrikanten die in Belgiƫ succes hebben, zullen in de komende jaren overal verkopen.

U spreekt over de media. Zijn er nog factoren waar mensen zich door laten beĆÆnvloeden bij de keuze van hun interieur ?

La Haye : Internet is al een paar jaar ongelooflijk belangrijk.

Van Craen : Mensen zijn beter geĆÆnformeerd. Misschien zelfs een beetje te goed. Ze laten zich minder leiden door professioneel advies. Ze hebben soms op basis van verkeerde informatie een visie die ze niet meer aanpassen. Dat is jammer.

La Haye : Ook een heel belangrijk medium zijn de flagshipstores in alle grote steden van Europa. Dat is nieuw, pas sinds vier, vijf jaar. Mensen identificeren zich nu met merken.

Van Craen : In de mode was het eerder al zo : je had multimerkenwinkels zoals Tiffanys die een selectie maakten voor de klant. Maar die verdwijnen stilaan ten voordele van de vlaggenschepen. In het design zie je nu hetzelfde gebeuren. Vroeger was Tradix, Kreymborg van mijn ouders en Horas heel belangrijk. Maar stilaan kennen mensen de merken Baleri Italia, Kartell en Artemide beter. En eigenlijk is dat het belangrijkste.

Als jullie in Milaan de nieuwigheden zien, weten jullie dan wat er zal aanslaan in Belgiƫ ?

La Haye : Natuurlijk, wij kennen onze markt.

Van Craen : Je weet wat een eyecatcher zal zijn en wat zal verkopen.

La Haye : Inderdaad. Voor Moroso heeft Patricia Urquiola twee fauteuils getekend : de Antibodi en de Shangai Tip. De eerste heeft in alle magazines gestaan, de tweede zal het best verkopen.

Als jullie over een succesvol designobject spreken, over hoeveel verkochte stuks gaat het dan in Belgiƫ ?

La Haye : De hoeveelheden zijn niet gelijk voor een lamp, een stoel of een zetel.

Taymans : Wij verkopen per jaar in de Benelux 50.000 Tolomeo’s van Artemide.

Van Craen : Ik denk dat de poefjes van Baleri onze bestseller zijn. In aantal, niet in omzet.

La Haye : Wij verkopen tot 10.000 stoelen per jaar. Maar een goed product blijft zeker tien jaar op hoog niveau op de markt.

Gaat het niet te snel ? U zegt het zelf : de levensduur van een product is lang.

Taymans : Als je voor de bloemen kiest, dan gaat het snel. Maar wie dat kiest is trendy en die verandert sowieso iets sneller.

Van Craen : Design wordt modegebonden. Kijk naar alle heruitgaven uit de jaren vijftig en zestig.

La Haye : Het is de allereerste keer dat we iets zien terugkomen in het design. In de mode bestaat dat fenomeen al jaren. Waarschijnlijk zullen ook bij ons de trends zich sneller herhalen in de toekomst.

Hoe onderscheidt de Belgische markt zich van de buurlanden ?

Van Craen : Ik denk dat Belgiƫ in verhouding veel omzet draait.

Hoe verklaren jullie dat ?

Taymans : We zijn actief. Kijk naar dit Designers Week-End : in Ć©Ć©n moeite bereiken we winkeliers, architecten Ć©n het grote publiek. Iedereen is op de hoogte.

Van Craen : Belgen staan open voor nieuwigheden. Ze passen het niet per se zelf toe, maar ze hebben het wƩl gezien. Belgen hebben een vrij open geest, maar ik denk dat in Nederland de kleuren iets feller zijn.

Taymans : ( grinnikt) Meer oranje alleszins.

Zijn Belgen dan minder innovatief ?

Van Craen : Als puntje bij paaltje komt, zijn ze tijdlozer, denk ik.

La Haye : Tja, maar we zitten wel in een speciale situatie. Je hebt twee markten : de Franstalige en de modernere Nederlandstalige.

Taymans : Als je naar een winkel gaat in de buurt van Verviers, zie je goedgevulde fauteuils met houten armleuningen en zo. In Antwerpen zie je dan weer strakke lijnen en nieuwe vormen.

Hoe presenteren jullie dan in Brussel ?

Taymans : Half om half.

La Haye : Brussel is echt wel wat gewaagder geworden.

Jullie maken deel uit van de internationale designwereld. Een paar jaar geleden was er sprake van een crisis. Hoe zit het daarmee ?

La Haye : De crisis bestond in alle sectoren tussen 2001 en 2003. Sinds twee jaar gaan de zaken tamelijk goed.

Is dat te verklaren door de economische conjunctuur of leeft de designsector op een eigen ritme ?

Van Craen : Een deel van onze klanten zijn niet gevoelig voor de conjunctuur, maar als het beter gaat, hebben we extra klanten.

Merken jullie dat het beter gaat met de fabrikanten ?

Van Craen : Ja, ze ontwikkelen meer.

La Haye : Frankrijk doet het op dit moment zeer goed. Spanje en Groot-Brittanniƫ ook. Dat zijn drie nieuwe belangrijke en grote markten in Europa. En er zijn de laatst bijgekomen Europese lidstaten, ook een enorm potentieel.

Van Craen : De Aziatische markten ook.

Taymans : De merken hebben hun strategieƫn veranderd. Ze benaderen de markt communicatiever. Ze brengen meer innovaties uit, met nieuwe materialen en jongere ontwerpers.

La Haye : Het rad draait sneller.

Taymans : De periode van de klassieke Italiaanse ontwerpers is voorbij. De producten blijven, dat zijn klassiekers. Maar er komt een nieuwe generatie. En niet alleen Italianen.

La Haye : Er zijn Spanjaarden,…

Taymans : Belgen, veel Belgen, Fransen…

Van Craen : Scandinaven en Portugezen zelfs.

Jullie werken overwegend met Italiƫ ?

Van Craen : Ja, maar ook dat is aan het veranderen.

La Haye : Spanje wordt belangrijk. Misschien zien we een revival van de Scandinavische landen die zo groot waren in de jaren zestig.

Van Craen : Toch blijven de Italianen belangrijk.

La Haye : De regio Brianza, dat is het hart. Ze zijn heel goed.

Van Craen : Heel sterk in vakmanschap. Ze leveren producten met een uitstraling en een afwerking die de Chinese massaproducenten niet kunnen leveren. Iemand die een product koopt dat wij aanbieden of iemand die een product kiest van de Chinese markt, is gewoon een andere klant.

La Haye : Het kan ook dezelfde klant zijn. Maar het is een andere markt. Het is een andere manier van kijken. Er zijn ook fabrikanten die een deel van de productie overhevelen naar het Oostblok of het Verre Oosten. De afwerking zal altijd in Italiƫ gecontroleerd en gemaakt worden, denk ik.

Een slotvraag : Hoe beslissen jullie uit het massale aanbod om een merk al dan niet te gaan verdelen in Belgiƫ ?

La Haye : Ik denk dat het voor ons alle drie geldt als ik zeg dat we al jaren met onze fabrikanten werken. We zijn een verlengstuk van hen. Dikwijls zijn dat familiefirma’s en wij grotendeels ook. We zijn alle drie trots om fabrikanten te introduceren in een markt en met hen te evolueren en groeien.

Van Craen : Mocht er morgen een merk schuiven tussen een van ons drieƫn, dan denk ik dat we het heel moeilijk zouden hebben. Voor andere mensen is dat misschien louter broodwinning, maar wij zijn er al zo lang mee bezig. We zijn erin opgegroeid. Bernard, wat heb jij eigenlijk gestudeerd ?

La Haye : Economie. En jullie ?

Van Craen : Binnenhuisarchitectuur.

Taymans : Communicatiewetenschappen.

Van Craen : Een ideaal trio. Eigenlijk zouden wij samen iets moeten beginnen.

Designers Week-End misschien ?

Door Leen Creve I Portret Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content