“Elk juweel is uniek, maar pas als een vrouw er écht van houdt, is het een succes. En jaren later nog. Een juweel moet wérken”, zegt ontwerper Arnaud Wittmann van het Brusselse juweliershuis De Greef. Een portret.

In een van de vele zijstraten van de Brusselse Grote Markt, vind je moeiteloos het Huis DeGreef. Grote sieraden in geel-, wit- en roze goud met diamanten en edelstenen schitteren in de etalage van de stijlvolle modernistische gevel. Zes generaties lang staan hier in het teken van juwelen en uurwerken. In 1848 stichtte Prosper De Greef samen met zijn broer de horloge-, juwelen- en goudsmidwinkel in de Brusselse Boterstraat. Meer dan 150 jaar later vinden we er de twee broers Arnaud en Jacques Wittmann terug. “Prosper De Greef had maar één dochter en die had op haar beurt ook één dochter. Die trouwde met een Wittmann en zo kwam de naam in de familie terecht”, vertelt Arnaud Wittmann. Zijn broer Jacques is gespecialiseerd in uurwerken en staat in voor de verkoop in de winkel. Hijzelf verkiest het fijnere juwelierswerk en ontwerpt de zeer eigenzinnige juwelen.

“Het klopt dat we op een zeer sterke traditie kunnen voortbouwen. Maar we willen toch steeds vernieuwen. Elke generatie moet iets aan het Huis De Greef toevoegen, anders is er geen vooruitgang, geen dynamiek. En juist dat is voor ons heel belangrijk.” Voor Wittmann was het geen vanzelfsprekende keuze om in de voetsporen van zijn vader te treden. Maar op zeventienjarige leeftijd besefte hij dat ook zíjn toekomst in het Huis De Greef lag. “Van mijn vader mocht het Huis De Greef geen gemakkelijkheidsoplossing worden. Hij wou dat we volledig achter onze beslissing stonden en met passie onze job invulden. Ik had geen zin om in de winkel te werken, maar wel om te ontwerpen, nieuwe sieraden te creëren.” In Londen werd hij in vier jaar tijd edelsmid en gedurende tien jaar was hij de rechterhand van zijn vader.

“Dat was geen gemakkelijke periode. Ik kon mijn persoonlijke stijl niet ontwikkelen, want mijn vader had de touwtjes in handen. We hadden niet altijd dezelfde ideeën en dat botste wel eens. Zo wou ik van het Huis De Greef een echt juwelenmerk maken, maar hij had diezelfde toekomstvisie niet.” Zes jaar geleden stierf Paul Wittmann en sindsdien spitst het Brusselse juweliershuis zich meer en meer toe op het ontwerpen en uitbouwen van een eigen collectie, De Greef Creation. “Tot ongeveer vier, vijf jaar geleden concentreerden we ons voor 85 procent op de uurwerken, nu is dat teruggebracht tot ongeveer 75 procent. Onze juwelen worden almaar belangrijker.” De Classic Collection, waarin de diamant centraal staat, de Link Collection met brede gouden schakels, de bolle en holle curven in de Curve Collection, de zeer trendy Light Collection en de recente Saturn-collectie, ze behoren allemaal tot De Greef Creation.

Halfedelstenen hebben karakter

“Ik probeer zo min mogelijk trends of de mode te volgen. Ik wil vooral mijn eigen ding doen. Maar soms vind je wel een trend terug. Oranje bijvoorbeeld is heel erg in. Op dit ogenblik werk ik ook meer met deze kleur. Maar of ik nu bewust een trend volg ? Neen, ik verwerk oranje al drie jaar in mijn juweelontwerpen”, vertelt de Brusselse juwelier. “Als student heb ik mezelf een bepaalde stijl eigen gemaakt en die ben ik al die tijd trouw gebleven. Een grote inspiratiebron is ongetwijfeld de Belgische kunstenaar Pol Bury.” In zijn sculpturen schenkt deze kunstenaar bijzondere aandacht aan vorm, ruimte en beweging. Zijn stalen fonteinen die we onder andere in Brussel, in de tuin van het Antwerpse Provincie-huis, maar ook in New York terugvinden zijn ongetwijfeld zijn bekendste kunstwerken. Ook Wittmann benadrukt in zijn sieraden het ruimtelijke, driedimensionale aspect. “Een juweel moet bewegen en vanuit elk perspectief mooi ogen. Elk juweel is uniek. Maar het moet daarenboven bijzonder zijn, speciaal, een beetje apart.”

De met de hand gemaakte juwelen zijn volumineus en kleur speelt een belangrijke rol. Tijdens zijn opleiding in Londen besefte hij dat het ontwerpen van kleine juwelen niet zijn ding was. “Daarom werk ik heel graag met halfedelstenen zoals vuuropaal. Die zijn vaak heel groot en grillig van vorm. Ideaal, want ik ontwerp vaak ‘rond’ de steen. Halfedelstenen hebben meer persoonlijkheid dan de echte, kleinere edelstenen. Ook de oneindige kleurschakeringen van halfedelstenen zijn prachtig. Om die mooie kleur met het materiaal te contrasteren gebruik ik vooral goud : geel-, wit- en zelfs roze goud. Goud is een van de mooiste materialen om mee te werken. Zilver heeft niet dezelfde glans of oxidatie. Het concept van onze sieraden is vaak heel complex. Uren en dagen wordt in ons atelier aan zo’n juweel gewerkt. Dit van zilver maken zou heel jammer zijn, want zilver blijft toch minder nobel.”

“Het ontwerpen, het telkens creëren van iets nieuws, zorgt ervoor dat ik zo gepassioneerd ben. Een juweel heeft emotionele waarde, geeft plezier en is iets wat je draagt of bijhoudt, je hele leven lang. Maar ontwerpen is ook een risico. Zal het sieraad in de smaak vallen, zal het goed verkopen, zal het wérken ? Al die elementen maken mijn job zo boeiend.” Voor de eerste keer in al die jaren breidde Arnaud Wittmann in september 2004 een van zijn collecties uit. De Saturn-collectie met een koepel als basis en twee gouden ringen, verwijst expliciet naar de planeet Saturnus. “De eerste ring werd van witgoud gemaakt met een grote parel. Daar werden er maar liefst vijf van verkocht, wat toch veel is. Ook de ring met een zwarte onyx, een variëteit van agaat, deed het heel goed.” De sterke persoonlijkheid en het grote succes maakten van deze collectie de meest interessante om verder uit te werken. Acht maanden lang werkte hij aan tien ringen en hangers die hij, heel toepasselijk, de tien satellieten van de Saturn-collectie doopte.

Maar het juweliershuis heeft ook andere ontwerpers in huis. “De Italiaanse juwelier Roberto Coin bijvoorbeeld is een meester in kettingen. Zijn juwelen zijn iets klassieker. Op deze manier kunnen wij onze klanten ook een andere juwelenstijl aanbieden en zo een ruimer aanbod creëren.”

Vrouwen met zelfvertrouwen

“Na zes generaties kunnen wij op een trouw publiek rekenen. Sommige families komen al drie, vier generaties bij ons langs. Wij zijn heel bekend in België, vooral in Brussel. We hebben ook het voordeel dat we in het hartje van Europa liggen, op een boogscheut van de Grote Markt. Hierdoor zien we veel toeristen in de winkel. Maar we hebben ook klanten uit bijvoorbeeld Engeland en Rusland, die één of twee keer per jaar speciaal voor ons naar Brussel afzakken.” Het Brusselse juweliershuis kan ook zogenaamde bekende personen tot zijn klanten rekenen, maar weidt daar liever niet over uit. “Die zijn er inderdaad. Maar wij spreken nooit over onze klanten. Wij zijn altijd heel discreet.”

Volgens Wittmann zijn het vooral sterke, zelfverzekerde vrouwen die zich door een De Greef-juweel laten verleiden. “Het moet een vrouw zijn met veel zelfvertrouwen, want onze sieraden zijn groot en worden steeds gezien. Juwelen met persoonlijkheid, voor vrouwen met persoonlijkheid én met een sterk karakter.”

En dat het Huis De Greef bekend is, merk je aan het voortdurend binnen en buiten lopen van geïnteresseerde dames en heren. Zich uitgebreid verontschuldigend haast Arnaud Wittmann zich naar de verkoopruimte waar hij de klanten heel joviaal te hulp schiet. Volgens de ontwerper is de belangrijkste troef van het Brusselse juweliershuis ongetwijfeld zijn ‘joie de vivre’. “Al onze werknemers zijn heel professioneel en dynamisch. Maar we zijn niet té ernstig. We kennen ons vak, maar alles gebeurt in een aangename sfeer. We vormen een heel goed team en onze klanten voelen dat. Er is ook helemaal geen druk om te kopen.” Wittmann vindt het heel belangrijk dat zijn klanten vertrouwen hebben in het Huis De Greef. Soms laten ze een oud juweel transformeren in een nieuw, heel speciaal sieraad. In samenspraak met die persoon maakt hij dan enkele ontwerpen. Maar het blijft steeds een risico. “Dat vertrouwen is voor mij heel belangrijk. Dat maakt me trots. In mijn hele loopbaan was maar één dame minder tevreden met het resultaat. Ze vond het juweel iets té groot. Maar dat is juist de De Greef-stijl ( lacht). Het belangrijkste is dat elke klant tevreden is. Dat de vrouw écht van het juweel houdt, ook jaren later. Pas dan is het sieraad een succes. Soms wordt een gekocht juweel cadeau gedaan. Heel vaak zien we die mensen terug omdat ze van het juweel houden en benieuwd zijn naar de rest van onze collectie. Dan weten we dat het juweel in de smaak valt. Soms horen we helemaal niets, wat ik jammer vind. Was de dame in kwestie aangenaam verrast of juist niet ? We hebben er het gissen naar…”

En wat de toekomst betreft, droomt hij van De Greef als een groot juwelenmerk. “Ik hoop dat mensen in ons willen investeren en dat we zo kunnen groeien. Eventueel zelfs verkopen aan andere winkels, in België of in het buitenland. Maar we zijn nog jong, we hebben alle tijd.” n

Annelies Ryckaert

“Een juweel moet bewegen en vanuit elk perspectief mooi ogen.”

“Halfedelstenen hebben nog een troef : hun oneindige kleurschakeringen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content