Herwig Van Hove

Uit Toscane brengt het nieuwe jaar niets dan goed. Begin 2000 komt de Montepulciano-oogst van het wonderjaar 1997 op de Belgische markt. Voor de even veelbelovende Brunello 1997 is het nog wachten tot 2002.

B runello di Montalcino en Vino Nobile di Montepulciano vormen samen met de alombekende Chianti de drie grote DOCG’s (Denominazione di Origine Controllata e Garantita) van Toscane. Alle drie hebben ze als basis een typisch Toscaanse rode druif: de sangiovese. Dit is een bijzonder weerbarstige druivensoort die grote concentraties aan tannines veroorzaakt. Om de bitterheid die daar het gevolg van is te verzachten, legt de Toscaanse traditie van oudsher maatregelen op. Eerst en vooral moesten er andere, verdunnende soorten worden bijgemengd, de fameuze cocktail van Barone Ricasoli uit de voorbije eeuw: canaiolo nero voor de kleur en witte druiven zoals malvasia en trebbiano voor de zachtheid. Vervolgens moest de wijn een aantal jaren rijpen op grote houten foeders, waarbij de bitterheid door oxidatie en polimerisatie gemilderd wordt. De Brunello ontsnapt aan het cocktailprincipe, omdat hij is gemaakt van een kloon van de sangiovese, de sangiovese grosso, maar het verouderingsprincipe geldt er des te meer.

Vandaag bespreken we Montalcino en Montepulciano, Chianti komt later aan de beurt.

Moderne oenologen zien geen heil meer in de oude praktijken van verdunning en lange verouderingstijd. Tijdens het verouderingsproces vreet de oxidatie immers het fruit weg, wat een weliswaar verzachte maar schrale tanninebasis tot gevolg heeft. Daarom werd de verplichte lagertijd aangepast. Ze moet niet langer uitsluitend op hout, maar mag ook gedeeltelijk op fles verlopen. Montepulciano moet nog twee jaar verouderen vooraleer op de markt te komen en Brunello zelfs vier jaar. Ook de historische cocktail werd aan de tijd aangepast. Verdunnen met wit gebeurt nergens meer. Montepulciano streeft zelfs naar een monocépage op basis van een lokale sangiovese-kloon, de prugnolo gentile.

Een en ander is het gevolg van het wonderjaar 1997, toen de Toscaanse wijnproductie op een moderner spoor werd gezet. Nog nooit sinds mensenheugnis had de sangiovese zo’n optimaal rijpe en geconcentreerde druiven opgeleverd als in dat gezegende jaar. Dat was te danken aan een onverwachte vriesperiode in het voorjaar, die voor een zuiverende rendementsverlaging zorgde. Het weerfenomeen herhaalde zich in 1998 in heel de Franse Midi.

In maart 1997 was het in Toscane ongewoon warm, wat de knopzetting en de scheutvorming vroeg tot ontwikkeling bracht. Maar half april zakte de temperatuur even plots als onverwacht tot onder het vriespunt (-4°C). De vorst veroorzaakte vooral veel schade in de lagergelegen percelen met alluviale bodems die gewoonlijk veel opbrengen. Knoppen en scheuten waren weggevroren. Daardoor verminderde de aanvoer van wijnen uit de vruchtbare valleien, hetgeen een uitzuiverend effect had op de potentiële kwaliteit van de rest. Het vervolg van het wijnjaar 1997 verliep in alle opzichten ideaal: snikhete en regenloze maanden augustus en september. Stefano Campatelli, directeur van het Brunello Consortium: “Ik volg al meer dan 20 jaar de Brunello-productie en nog nooit heb ik zo’n groot jaar meegemaakt. De wijnstok heeft de traumatiserende vriesschok goed verwerkt en september was ronduit splendido. We oogstten uiteindelijk zelfs tien dagen vroeger dan andere jaren.”

in het glas

Reeds in februari 1998 konden wij ons tijdens een blinde proeverij vergewissen van de uitzonderlijke kwaliteit van Brunello en Montepulciano 1997. In Montepulciano (5 cuve-stalen) werden we geconfronteerd met monsterachtige concentraties van kleur en zachte bitterheid, en een aromatisch palet van zwart fruit, eindeloos diep en uiterst gedrongen en compact. Het mondevenwicht was perfect. Hetzelfde gold voor de 10 cuve-stalen van Brunello, die zich vooral onderscheidden door hun tannins savoureux, smakelijk rijpe en zacht structurerende bitterheid. De lezer moet nog even wachten om deze grootsheid te smaken. De Montepulciano 1997 komt begin 2000 op de markt, voor de Brunello van hetzelfde jaar is het nog wachten tot 2002.

Daarmee eindigt het goede nieuws niet. Voorproeven van barrel samples leerde ons dat 1998 niet veel hoeft onder te doen voor 1997. Hoewel de warmte en de droogte van augustus de groei deden stokken, zorgden de regen en de wat mildere temperaturen van september voor volmaakt rijpe druiven in de kuipen van zowel Brunello als Montalcino.

De Nobile Boscarelli 1998, bijvoorbeeld, heeft de kleur van jonge vintage port en een alcoholgehalte van 13,8 graden. De neus is eindeloos diep en kenmerkt zich door zwart fruit, de smaak is gestructureerd en geknoopt met een perfecte balans tussen zuur en bitter. Algemeen is de Montepulciano van ’98 wat vriendelijker dan de excellentie van ’97, maar met iets minder nuance. Ook excellent zijn Triacca, Del Cerro, Salcheto en Valdipiatta. De Brunello ’98 is een wat massieve geweldenaar, waarvan het fruit niet volstaat om op lange termijn het tanninegeweld te verzachten.

op de Belgische markt

Van de vele honderden Toscaanse wijnen die we de laatste jaren konden proeven vermelden we enkel de beste, op voorwaarde dat ze bij ons worden ingevoerd.

Vino Nobile 1995 (500 tot 600 fr. per fles)

Poderi Boscarelli: charme en structuur. Contucci: gedragen door fijn bitter. Fattoria del Cerro: heel grote wijn. La Braccesca: rijp en goed doortimmerd. Poliziano: evenwicht en finesse; Valdipiata: groot stevig evenwicht. Ook goed zijn: Triacca, Crociani, Dei, Palazio Vecchio, Le Casalte, Romeo, Trerose en Vecchia Cantine.

Vino Nobile 1996 (500 tot 600 fr. per fles)

Avignonesi: smakelijk en rijk. Valdipiatta: aangenaam gevuld. Fassati: smakelijk. Boscarelli: gebald. Del Cerro: doortimmerd.

Brunello 1993 (± 1000 fr. per fles)

Siro Pacenti: heel evenwichtig met veel diepte. Barbi: heel stevig en toch grote charme. Nardi: diep en krachtig. Ook goed zijn: Fattoi, Il Poggiolo, La Fortuna Zannoni, La Poderino en Cerbaia.

Brunello 1994 (± 1000 fr. per fles)

Siro Pacenti: finesse en smakelijk evenwicht. Argiano: stevige lengte. Barbi: grote smaak met lengte en vulling. Campogiovanni: beschaafd smakelijk en evenwichtig. Col d’Orcia: evenwichtig. Ook goed zijn: Lisini, Salvioni, Altesino, Casttelgiocondo en Il Poggiolo.

Rosso di Montalcino 1997 (500 fr. per fles)

De Rosso is als het ware een jongere versie van Brunello, een appellation die speciaal gecreëerd werd voor loten wijn die de lange lagering op hout niet aankunnen. Hij mag na een jaar op de markt komen en is iets goedkoper.

Siro Pacenti: diepe neus en goed gebouwd. Silvio Nardi: fruit met verse eik. Banfi: gezond oud hout en een goede wijnsmaak. Col d’Orcia: rijke stevige geknoopte smaak. Ook goed zijn: Agostino, Quercecchio, Salvioni, Argiano, Capanna, Il Poggiolo en La Fuga.

Invoerders:

Boscarelli: Eurotoscana in Brussel, Tel. (02) 648.65.91.

Avignonesi en Argiano: Licata in Hasselt, Tel. (011) 22.20.37.

Del Cerro en Nardi: Specital in Grâce-Hollogne, Tel. (04) 263.13.80.

La Braccesca: Raineri in Genk, Tel. (089) 84.83.82.

Poliziano: Selezione Vini Italani in Zonhoven, Tel. (011) 81.01.81.

Valdipiatta: Civilita del Bere in Antwerpen, Tel. (03) 226.95.19.

Col d’Orcia en Fassati: Renglet in Brussel, Tel. (02) 423.71.11.

Pacenti: Leirovins in Wetteren, Tel. (09) 369.07.95.

Barbi: Matthys in Brugge, Tel. (050) 38.63.80.

Banfi: Manpaey in Groot-Bijgaarden, Tel. (02) 466.58.58.

Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content