Belgische vrouwen dragen Nederlandse tailleurs, en die komen niet alleen van C&A. Drie Nederlandse ontwerpers veroverden hier een plek met luxekleding.

Erny Van Reijmersdal, Antwerpen

Van student beeldende kunsten tot Nederlandse modehype, dat is Erny Van Reijmersdal (47). De in Venezuela geboren ontwerper opende vorig jaar een flagship store in de P.C. Hooftstraat in Amsterdam (daar worden Nederlandse prinsessen gesignaleerd), daarna volgde Antwerpen. Na amper drie prêt-à-portercollecties, deze zomer, hebben Van Reijmersdal en twaalf werknemers nu negentig verkooppunten, waarvan vijf in België, onder meer in Hasselt en Knokke.

“Ik ken de confectie als mijn broekzak”, zegt Van Reijmersdal. “Ik werkte twintig jaar als aankoper en ontwerper bij een grote winkelketen.” Twee jaar geleden stapte hij op. “Ik had het gezien, en toen overleed een neef van me, amper 48. Ik besefte : het leven gaat zo snel, ik moet ervan genieten.”

Zijn eigen collectie is fantasierijk en glamoureus met een knipoog naar geschiedenis, film en couture. “Mijn shows zijn flamboyant, maar de collectie is draagbaar, met veel basics. Mode is voor mij geen kunst. Wat telt is dat vrouwen zich sterk en zeker voelen.”

Naast een volledige kledingcollectie, van mantelpakjes tot jeans, zijn er accessoires als handtassen, schoenen en hoeden. “Ik ontwerp niet voor een select publiek. De collectie heeft een prijs, maar ik produceer geen enorme aantallen en er kruipt werk in de stoffen, de coupe en de afwerking.” De Belgische markt noemt Van Reijmersdal een succes : “Nederlanders durven zich wel eens te generen om er mooi uit te zien. Belgen hebben geen last van calvinisme.” In Antwerpen leveren ze zeventig procent van de omzet.

“Uitgeweken Nederlanders hebben me niet gemotiveerd”, zegt Van Reijmersdal. “Ik had trouwens al een verkooppunt in Brasschaat. Antwerpen heeft prachtige winkels, in de richting van het Zuiden. Zo zie ik hoe mensen daar naar mijn kleding kijken.”

Erny Van Reijmersdal,

Hopland 15/17, 2000 Antwerpen.

Info : 03 232 63 53, www.ernyvanreijmersdal.nl

Art of Vanity, Hasselt

Natalia, Wendy Van Wanten, Francesca Van Thielen, Eurosongkandidate Katrien, aan vips hebben Boris Schipper (33) en zijn Spaanse vriend en zakenpartner Tomas (36) geen gebrek. En de wachtlijst is lang. Zeven jaar geleden lanceerden ze schoorvoetend Art of Vanity, nu zitten hun klanten in Antwerpen en aan de Belgische kust, maar ook in Monaco, New York en Australië. Orders voor jurken, mantels en mantelpakjes en voor het handelsmerk van het Nederlands-Spaanse duo : ambachtelijk gemaakte korsetten met een wespentaille en een prijskaartje van twee- tot elfduizend euro. Leuk in het nachtleven, op voorwaarde dat u niet boven maatje 40 gaat.

“Ik heb mijn studies mode aan de Gerrit Rietveldacademie opgegeven om showdanser te worden”, zegt Schipper, geboren in Amsterdam. “Mettertijd ging ik stylen en ontwerpen voor artiesten, Praga Khan en 2 Fabiola, en van beperkte stuks kwam een collectie.”

Zeven jaar later ontvangt Boris klanten (“vrienden”) nog steeds in het huis annex atelier van het tweetal. “We zijn een klein, gespecialiseerd bedrijfje. Heel erg op creatie gefocust. Met verkooppunten en promotie via het Flanders Fashion Institute zijn we niet voldoende bezig. We werken nu al achttien uur per dag.”

Op het zakelijke adres na, in Amsterdam, is Art of Vanity op de Belgische markt gericht : “Het is hier dat we begonnen zijn, defilés geven en banden opgebouwd hebben. België schermt zich ook niet meer af. Ik weet ook hoe het hier werkt, ik ken het klimaat. In Nederland moet ik van nul af aan beginnen.”

Aan lef ontbreekt het alvast niet : een korset voor Kylie Minogue, ze zouden er zo aan beginnen. “We gaan ervan uit dat alles haalbaar is. Ik zou ook niet weten waarom wij dat als Belgen of Nederlanders niet zouden kunnen. We zijn geen grote vernieuwers, maar we hebben veel respect voor ambacht en techniek. We zorgen dat vrouwen zich het mooiste meisje op het feest voelen.”

Info : www.artofvanity.com

Stephan Badal, Antwerpen

Statige kamers, een eikenhouten trap, krullend koper en brons, de hoofdzetel van Stephan Badal in het Antwerpse centrum is een couturier waardig. Vier jaar geleden vestigde de oud-student van de Charles Montaigne Modeacademie en van de Bob Molenaar Fashion School er zijn winkel en atelier in een 19de-eeuws herenhuis. Nu bestellen Phaedra Hoste, Veronique de Cock, Ilse Demeulemeester en Karine Huts van de Katoennatie glamoureus maatwerk bij hem.

Luxeuze materialen, vrouwelijke silhouetten met scherpe details en over the top shows vatten zijn stijl samen. “Ik maak geen kleding voor eenmalig gebruik of uitsluitend voor de avond”, nuanceert Badal. “Mijn klanten werken, runnen een bedrijf. Die dragen mantelpakjes of topjes met een broek van Roberto Cavalli.” De in Suriname geboren ontwerper presenteerde tien jaar geleden zijn eerste collectie op Nederlandse golfclubs, ondertussen leveren onze noorderburen nog slechts de helft van de omzet. Veertig procent komt van Belgische klanten, de rest van Franstalige Brusselaars, Frankrijk, Zwitserland, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Saoudi-Arabië.

“Ik heb altijd geweten dat ik niet vanuit Nederland groot wilde worden”, zegt Badal, die in de toekomst prêt-à-porter wil lanceren. “In een modestad als Antwerpen kun je internationaal gaan, Nederland is daar te klein voor. Viktor & Rolf zijn ook naar Parijs getrokken. Belgische vrouwen kleden zich ook beter in het dagelijkse leven, om te gaan shoppen of lunchen. Nederlanders halen alles uit de kast voor soirees, dan is het glitter en glamour. Belgen houden zich dan in.”

“Ik denk dat ik een bijdrage lever aan de Belgische modewereld en de uitstraling van Antwerpen. Het contact met het Flanders Fashion Institute is gelukkig goed : ze nemen mijn winkel op in publicaties en evenementen als Vitrine.” De Belgische pers vindt minder de weg : “Misschien is dat de Belgische aard : de kat uit de boom kijken. Nederlanders springen sneller op nieuwigheden, ook klanten. Maar niemand is gemakkelijk als het om dure spullen gaat.”

Stephan Badal, Lange Gasthuisstraat 5,

2000 Antwerpen. Info : 03 227 11 14,

www.stephanbadal.com

Wim Denolf