Halfzes, zaterdagavond. Het zoveelste warme zomerweekend heeft weer honderdduizenden New Yorkers naar buiten gelokt. Ik ben een van hen. Geen gesakker voor ons in files op weg naar en van bergen of stranden. Verbazend met hoeveel achterblijvers we altijd zijn. “De stad loopt leeg tijdens de zomer”, zegt men graag in de zogenaamd betere New Yorkse kringen. “Er is niets te doen.”

De waarheid is dat er heel veel te doen is. Het wordt elk jaar moeilijker om te kiezen omdat het aanbod steeds groter wordt. Leukst van al is dat zoveel ervan gratis is. Neem nu alleen nog maar het stukje downtown langs de Hudson-rivier waar ik op dit ogenblik door fiets. Ik passeer een onaflatende stroom van fietsers, rollerbladers, wandelaars, honden en zelfs een pagegaai en twee slangen. Op de secuur onderhouden grasvelden van Battery Park City liggen honderden mensen in strandkledij, omringd door sommige van de mooiste bloemenperken van New York. Het ruikt hier bijna altijd naar de zee. Het is waar dat je niet zo maar in het water mag springen, maar als de zin daartoe je bekruipt, kun je voor anderhalve dollar met de subway naar de stranden van Coney Island of Orchard Beach. Het zwemverbod geldt hier overigens niet altijd. In juli werden elk weekend zwemwedstrijden georganiseerd in dit stuk van de rivier. Het voorbije weekend was er één voor kinderen.

Op de Esplanade moet ik een ommetje maken. Er is een gratis line and step dancing-les bezig. Groot en klein, giechelend en half struikelend over hun voeten, proberen de bevelen uit te voeren die de dansleider afratelt op de maat van de vrolijke muziek. Het orkestje is uitgedost in overalls en strohoeden. Gisteravond kwam ik hier ook voorbij. Zoals elke vrijdagavond tussen halfzes en halfnegen werd er gratis drumles gegeven. In de avondbries, met voor hen de brede rivier en achter hen de hoge glazen gebouwen waar de ondergaande zon in weerkaatste, konden de leerlingen zich geen mooier klaslokaal dromen. Tien minuten verder noordwaarts in Hudson River Park op Pier 25 zat een menigte naar Rear Window van Hitchcock te kijken. De film maakte deel uit van de gratis openlucht filmserie Riverflicks die er heel de zomer is te zien. Het helpt als je de films al eens eerder hebt gezien. Er zoemen helikopters boven je hoofd. Achter het scherm varen verlichte boten af en aan. Van op de Westside Highway wat verder loeien gegarandeerd enkele keren sirenes. Het maakt allemaal deel uit van de sfeer. Best van al: er is geen ellendige airco die koukleunen zoals ik de New Yorkse bioscopen als de pest doet mijden in de zomer. Morgenavond, zondag, zal er op dezelfde Pier 25 gedanst worden op de live muziek van de Latino band Mo’Guajiro. Die fuif maakt deel uit van Moondance, de gratis concertserie die er elke zomerzondagavond plaatsgrijpt. Verleden week heb ik me kostelijk geamuseerd terwijl Toots and the Maytags jamden tegen de sterren op.

De lijst van zomervertier op Pier 25 is nog niet af. Elke namiddag van dinsdag tot zondag kun je er leren vissen. Hengels en lokaas hoef je niet mee te brengen. Alles is voorzien. Als toemaatje krijg je een uitleg over het taaie ecosysteem van de Hudson. De stroom barstte van de vis toen de eerste Europeanen hier kwamen. Dan werd hij langzaam leeg gevist en later, toen hij de slagader was van de grootste haven ter wereld, vervuild en vergiftigd. Maar in de laatste vijftien jaar is het water weer zuiverder geworden. Zijn oever is in diezelfde tijd van een gevaarlijke, ontoegankelijke plaats stilaan veranderd in een twintig kilometer lange speeltuin voor het volk. Sommigen stukken van de oever, zoals Battery Park City, zien eruit als dames die net van een hele dure kapper komen. Andere, zoals de vier pieren er vlak boven, tussen North Moore en 23rd Street, hebben gelukkig nog iets geïmproviseerds en groezeligs.

Op Pier 26 zit Cathey Drew voor het rommelige kantoor van River Project te praten met nieuwsgierige voorbijgangers. Ze is oceanograaf. In 1986 begon ze rond de pier op eigen initiatief de rivier te bestuderen. Ik herinner me nog hoe eenzaam haar boot er in die tijd bij lag. “Het was hier het wilde Westen,” zegt ze, “we deden wat we wilden.” Ze heeft, met de hulp van studentenstagiairs, al 46 soorten vissen gevangen in het water rond ons. Haar buurman is Jim Wetteroth, de uitbater van het Downtown Boathouse. Hij geeft sinds 1995 gratis kajakles aan New Yorkers. Ondertussen bestaat zijn vloot al uit vijftig boten. Zijn lessen zijn nog steeds gratis, net als de baseball-lessen die op de volgende Pier, nummer 40, elke dag aan kinderen worden gegeven. Ook nu rennen stoer uitziende jongetjes zich de ziel uit het lijf. Op de volgende Pier, 63, gaat het er gezapiger aan toe. Dit dok voor historische boten, waaronder de 70-jarige oude brandweersloep Harvey die afgelopen 11 september nog een cruciale rol bij de bluswerkzaamheden speelde, heeft iets van een exotisch theaterdecor. Op de Maritime Pier 63, een oude treinsloep, zitten mensen garnalen te eten en bier te drinken in een klein restaurantje. De kapitein is John Krevy. Sla een babbel met hem of een van de eigenaars van de andere boten en de kans is groot dat je een tochtje op de rivier kunt versieren. Gratis natuurlijk.

Jacqueline Goossens, vanuit New York

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content