Het Zuid-Franse Grasse is sinds de 16de eeuw een parfumstad. In de omliggende industriezones worden nog altijd geurgrondstoffen gemaakt voor de parfum- en voedingsindustrie. In het centrum houden enkele musea de geschiedenis levendig, een geschiedenis waarin jasmijn een prominente plaats heeft. Voor het legendarisch parfum N°5 houdt Chanel vlak bij Grasse nog vijf hectaren van de jasmijntraditie in stand.

Ze staan in kleine groepjes, zachtjes pratend, soms lachend, anderen hullen zich in stilte. Maar iedereen werkt door, voorovergebogen, zonder op te kijken. De kleine witte jasmijnbloemen belanden in een mand met een nummer. Van eind juli tot eind oktober wordt op de velden van Joseph Mul jasmijn geplukt. Onder de plukkers veel Maghribijnse vrouwen. Italiaanse seizoenarbeiders ook die vaak met de hele familie voor enkele maanden naar Grasse komen, eerst voor de rozenpluk, daarna voor de jasmijn. Dan gaan ze terug naar Calabrië voor de olijven- en sinaasappelteelt.

“Je kan ongeveer een halve kilo jasmijn per uur plukken”, vertelt Joseph Mul, de eigenaar van 5 hectaren jasmijnvelden die hij exclusief voor Chanel bewerkt. “Per hectare heb je 15 plukkers nodig. De rozenpluk gaat sneller: 6 tot 7 kilo per uur. Omwille van de arbeidsintensiviteit wordt in de parfumerie nog nauwelijks met jasmijn uit Grasse gewerkt. Onze jasmijn is 20 tot 30 keer duurder dan de zogenaamde exotische jasmijn uit vooral Egypte en India.”

Oorspronkelijk afkomstig uit het noorden van India, zou de jasmijn via Noord-Afrika en Spanje door Spaanse zeelui rond 1560 in Grasse geïntroduceerd zijn. De gilde van de Maître Gantier et Parfumeur had er een monopolie op. Grasse was in de Middeleeuwen een kleine republiek, en toen het in 1481 bij Frankrijk ingelijfd werd een rijke handelsstad. Er waren veel leerlooierijen, en daar ligt de band tussen handschoenmakers en parfumeurs. Om de penetrante geur van het leer te verdrijven, ontstond de gewoonte het leer in te smeren met dierlijke vetten doordrenkt met de geur van bloemen. In de 17de eeuw werden geparfumeerde leren handschoenen, tassen en broeksriemen een echte rage. De leerlooiers in Grasse zijn op deze trend gesprongen. Het klimaat en de bodemgesteldheid zorgden ervoor dat ze makkelijk bloemen konden kweken. Zo ontstond er in Grasse een echte parfumindustrie.

Vandaag realiseert Grasse bijna de helft van de aroma-industrie in Frankrijk, met in totaal 3200 werknemers en een omzet van 3 miljard Franse frank. Maar de sector heeft het niet gemakkelijk. De vraag naar natuurlijke geurgrondstoffen voor de parfumerie daalde spectaculair en Grasse heeft zich moeten aanpassen. Nu zijn de grootste klanten multinationals met de vraag naar synthetische geurelementen voor waspoeders en afwasmiddelen, of de vraag naar geuraroma’s voor soepen en kant-en-klaarmaaltijden.

Volgens een bericht in de Franse krant La Tribune is in Grasse de cultuur van planten en bloemen voor de parfumerie met uitsterven bedreigd. Lagelonenlanden hebben de teelt van verschillende bloemen overgenomen.

Jasmijn is al lange tijd het symbool van de parfumerie in Grasse. Ze wordt Jasmin, Fleur de Grasse of ook wel La Fleur genoemd. De delicate bloem vraagt veel verzorging, maar heeft een royale en opmerkelijke geur en is daarom zo geapprecieerd in de parfumwereld.

Tot aan het einde van de 18de eeuw had Grasse geen grote bloemenvelden bestemd voor de parfumerie. Wat er in de tuinen groeide, volstond. Maar met de uitbreiding van de parfumindustrie waren grotere hoeveelheden bloemen nodig. Rond 1860 begint men buiten de stad jasmijnvelden aan te leggen. Tegen 1900 wordt in de streek 200 ton jasmijn geproduceerd, 1930 is een absolute piek met 1800 ton. De verwerking van de jasmijngeur tot de concrète, een geconcentreerde geurige pasta die dan nog verder tot de pure absolue verwerkt wordt, is een moeilijke opdracht. De tere jasmijn leent zich immers niet tot de traditionele procédés van distillatie en van macereren. In het zeer interessante Musée International de la Parfumerie in Grasse worden de historische productiemethoden aanschouwelijk voorgesteld. Ook in de privé-musea – annex ateliers en winkels – van de parfumhuizen Molinard (zie kader) en Fragonard staan bijvoorbeeld nog oude distillatiealambieken.

De door de Arabieren ontwikkelde distillatie is een van de oudste ontledingsmethodes: de bloemen werden verhit in een koperen ketel gevuld met water; door de principes van verdamping en condensatie bleef uiteindelijk een geurige vloeistof over waaruit dan essentiële oliën werden gefilterd. Bij het macereren werden fijngehakte bloemen in opgewarmd vloeibaar vet gegooid. Het resultaat was een geurige pommade.

Maar de enige techniek die voor jasmijn gebruikt kon worden, was de koude-vet- enfleurage. Hierbij werden versgeplukte bloemen op een glazen, met dierlijk vet ingestreken plaat gestrooid. Na 1 tot 2 dagen werden de bloemen van de plaat geschud of geplukt en kwam er op het vet een nieuwe laag bloemen, tot het vet helemaal van de bloemengeur doordrenkt was. Het vet werd dan met alcohol vermengd tot een geparfumeerde pommade, en die pommade werd dan met nog meer alcohol aangelengd tot vloeibare parfumessences. Al bij al een zeer omslachtige en arbeidsintensieve methode met een laag rendement. Rond 1940 werd de koude-vet-enfleurage opgegeven ten voordele van de extractieapparaten.

Vlak bij de velden van Joseph Mul heeft Jean-François Vieille zijn extractiefabriekje. De neef en zijn oom werken samen om de versgeplukte jasmijn nog dezelfde dag te verwerken. In een grote extractieton worden de bloemen in verschillende lagen geschept, 30 kilo per laag. Daarin worden ze met een vluchtig oplosmiddel behandeld; het oplosmiddel krijgt de geur van de bloemen en wordt daarna gedistilleerd. Aan het eind van het hele proces kan men de concrète maken.

Jean-François Vieille en Joseph Mul laten ons even toe in hun heiligdom, tegenover de extractiefabriek. Het is een sjofele schuur met een door een alarmsysteem beveiligde koelkamer. Daar worden de potten met concrète van rozen en van jasmijn van het afgelopen seizoen bewaard. “Een kilo concrète van jasmijn in Grasse is 40.000 Franse frank waard”, vertelt Jean-François Vieille. “Van een kilo concrète houd je maar een halve kilo vloeibare absolue over. Het is dus een zeer kostbaar goedje.”

Mul en Vieille verwerken ongeveer 17 ton jasmijn per jaar, een productie die helemaal voor Chanel bestemd is. De totale jasmijnproductie in Grasse bedroeg in 1995 nog maar 25 ton. Jasmijn komt nu vooral uit Egypte, Marokko, India en China.

Bij Chanel is men er fier op nog steeds jasmijn uit Grasse te gebruiken in Chanel N°5. Gecreëerd in 1921 door Ernest Beaux, bevat het parfum onder meer deze bloemen. In die tijd kende men nog niet de vele exotische soorten. Om de formule te respecteren, blijven de banden met Grasse behouden. Via haar eigen firma Sotraflor en enkele exclusiviteitscontracten heeft Chanel zich van een voldoende productie van jasmijn kunnen verzekeren. Zonder hen zou de jasmin grassois zo goed als verdwenen zijn.

Volgens Jacques Polge, huisparfumeur van Chanel, zijn er voldoende redenen om voor de duurdere jasmijn van Grasse te kiezen. In het boek Le Jasmin. Fleur de Grasse van museumconservator Marie-Christine Grasse vertelt hij over de bijzondere olfactorische eigenschappen van de kleine bloemen. “Als ik ze vergelijk met buitenlandse jasmijn, valt het mij telkens weer op dat jasmijn uit Grasse meer diepte en volume heeft, en een ongeëvenaarde rijkdom. Voor mij is het de jasmijnreferentie.”

Behalve belangrijk voor de formule van Chanel N°5 is de jasmijn ook een mooi marketinginstrument. Het hele verhaal geeft het parfum een extra cachet. Met dit soort verhalen, gekoppeld aan ijzersterke reclamecampagnes, weet Chanel nu al bijna 80 jaar vrouwen te doen dromen van dit legendarische parfum. Dit jaar werd nog een nieuw spotje gedraaid door Luc Besson, met in de hoofdrol dit keer niet Carole Bouquet. De actrice blijft nog ambassadrice van het merk, maar is niet langer het gezicht van Chanel N°5. Om ook een jonger publiek aan te spreken, zal nu met verschillende naamloze modellen gewerkt worden.

Het resultaat van dit alles is dat vrouwen het niet bij dromen houden: Chanel N°5 is nog altijd een van de bestverkopende geuren ter wereld.

Toeristische Dienst van Grasse: Tel. (00-33) 4.93.36.66.66.

Trui Moerkerke / Foto’s Catherine Lambermont

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content