Wat hebben Joyce De Troch, Tom Lanoye en een aerobic-kampioene uit Hongkong gemeen? Dat ze blond zijn, zo niet van haarwortel, dan toch in het diepst van hun gedachten.

Een blondje is nooit zomaar een blondje”, schrijft NataliaIlyin in Blonde Like Me – The Roots of the Blond Myth in our Culture. “Een boek over een haarkleur, moeten daar ook al bomen voor sneuvelen?” was mijn eerste reactie toen ik het in handen kreeg. Weken later lag de paperback nog altijd ongelezen op mijn bureau. Voor alle duidelijkheid: ik ben geen blondine. Haarkleur: bruin, vermeldt mijn paspoort prozaïsch. Aan “donkerkastanje met reflecties van mahonie” ( Belle Color 46) had de ambtenaar van de dienst Bevolking geen boodschap. Zesenveertig is overigens ook mijn lievelingsgerecht bij de Chinees: ribbetjes in pikante king-to saus.

En ja, nu ik eraan denk, qua kleur is er wel degelijk een verband, wat nog maar eens bewijst dat toeval niet bestaat. Niet dat ik zo consistent ben in mijn voorkeuren: mijn haardos heeft ook wel eens de kleur van geschraapte wortels gehad en in een vlaag van verstandsverbijstering heb ik zelfs ooit voor ravenzwart geopteerd, waardoor ik een alarmerende gelijkenis vertoonde met De Zwarte Zwaan uit het gelijknamige album van Suske en Wiske. Maar blond ben ik nooit geweest. In de eerste plaats omdat het geen gezicht zou zijn en – veel belangrijker – omdat ik geen blondine ben, op noch onder mijn schedel. Want daarover zijn Natalia Ilyin en ik het roerend eens: meer dan zomaar een haarkleur is blond een keuze, een state of mind. Net als seks zit blond tussen je twee oren, maar daarover straks meer.

Waarom een overtuigde brunette als ik uiteindelijk toch Blonde Like Me ging lezen? Omdat de blondimania in de wereld onrustwekkende afmetingen begint aan te nemen. Laatst stuitte ik bij het zappen op het Wereldkampioenschap Aerobics (ja, dat bestaat echt) waarbij pezige meisjes als squashballen over een podium stuiterden. Het meisje dat volgens de jury het best stuiterde, was een compacte Aziatische uit Hongkong. Niets aan de hand, zult u zeggen, maar laat dat schuimrubberen kind nu een goudblonde paardenstaart gehad hebben. Voor mij niet gelaten natuurlijk, maar ik stel daar toch vragen bij. Prefereren gentlemen zo’n Barbie Wong echt boven haar zwartharige zussen? Dat is in elk geval wat Anita Loos en ontelbare filmscenaristen ons willen doen geloven. Neem nu een film als The Long Kiss Goodnight die ik onlangs op televisie zag. Daarin is GeenaDavis een bruinharige alleenstaande moeder die aan geheugenverlies lijdt en wier saaie leven een heel nieuwe wending krijgt als ze erachter komt dat ze eigenlijk een undercover huurmoordenaar is. Prompt verft Geena haar haar asblond, assembleert een automatisch geweer en richt een middelgrote slachting aan onder de bevolking van Connecticut. Een cinematografisch meesterwerk kun je de prent bezwaarlijk noemen, maar de boodschap is overduidelijk: blondes have more fun.

Wat ik al langer wist trouwens. Als kind had ik namelijk een vriendinnetje dat sprekend leek op het cherubijntje van de Coppertone-reclame. Juist ja, die blonde krullebol die haar broekje verliest aan dat ondeugende keffertje. Suzy hoefde haar wipneus maar te laten zien en al de buren begonnen spontaan te kirren en te kwijlen en haar met snoep en ijsjes te overladen. En toen we iets ouder waren, zo’n jaar of twaalf, probeerden minstens twee buurvrouwen Suzy alvast aan hun snotneus van een zoon te koppelen.

Stikjaloers was ik op die kleine blonde vamp. Want ik deed niemand kirren: ik was groot voor mijn leeftijd, had slap bruin haar, een bril en goede rapportcijfers, wat een bijzonder onglamoureuze combinatie is voor een meisje van twaalf. Pas op, qua fun heb ik mijn schade intussen wel ingehaald en de laatste keer dat ik Suzy zag, showde ze lingerie voor de meer genereuze maten.

Maar als Natalia Ilyin schrijft dat het leven haar toelacht als ze net nieuwe gouden highlights in haar lokken heeft laten aanbrengen, dat New Yorkse taxi’s spontaan voor haar stoppen en de conciërge haar adorerend aankijkt terwijl hij de vlotter van haar toilet repareert, dan weet ik waarover ze het heeft.

Nu is die Natalia lang niet de eerste de beste. Haar moeder was een belle uit Southern Carolina, haar vader een Witrus die in Amerika carriëre maakte in de diplomatie. Naast fulltime blondine is Ilyin docent aan Cooper Union en Yale, met Amerikaanse mythische beeldvorming als specialisatie. Ze kent haar Oude Grieken, is niet vies van een citaatje Robert Graves links en rechts en doorweeft haar persoonlijke ervaringen als waarachtige blonde met zoveel diepere betekenissen uit de mythologieën van verschillende culturen dat een mens er duizelig van zou worden.

Want de vraag is natuurlijk al lang niet meer: “Does she or doesn’t she?”, zoals in de fameuze Clairol advertentie uit de jaren ’50 waarin een Jiddische mama haar twijfels uitdrukt over de echtheid van de honingkleurige lokken van haar toekomstige schoondochter. De tijd dat een nepblondine het stigma van de hoer van Babylon droeg, is immers voorbij. Nee, de echte vraag is waarom zoveel mannen op een bijna fetisjistische manier vallen op blonde vrouwen. En wat vrouwen de wereld willen meedelen als ze hun haar bleken.

Dat blond over de hele wereld aanbeden wordt, heeft natuurlijk in de eerste plaats te maken met de schaarste van het artikel. Als uw kennissenkring een groot aantal voor honderd procent natuurlijke plantinablondjes telt, dan bent u waarschijnlijk werkzaam in de rendierfokkerij, ergens ten noorden van Kvikkjokk.

Blond is de kleur van goud, het edelmetaal dat alle elementen trotseert en het wordt geassocieerd met goed en licht. De farao’s droegen gouden pruiken, de Oude Grieken hadden een dikke boon voor de blonde lichtgod Apollo, Romeinse patriciërsvrouwen besprenkelden zich met goudpoeder om er als Gallische deernen uit te zien. Kijk er de meesterwerken van de schilderkunst maar op na. Venus, de maagd Maria, de appetijtelijke dames op de doeken van Botticelli en Rubens: allemaal blondines.

Hetzelfde geldt voor sprookjes: zoals in een western de goede cowboy onveranderlijk een witte hoed draagt, zo hebben Doornroosje, Assepoester, Goudlokje en Rapunzel als vanzelfsprekend gouden lokken. Sneeuwwitje is de enige uitzondering, maar die heeft dan weer een maagdelijk blanke huid. Licht is goed, donker is slecht, met die primitieve ethiek deden ook de nazi’s hun voordeel.

Als miljoenen vrouwen hun haar blonderen, dan is dat volgens Natalia Ilyin vaak uit heimwee naar hun witte kleuterharen. Want met het ouder worden verandert dat glorieuze kinderblond maar al te dikwijls in een treurig afwaswaterblond. Door naar een bleekmiddel te grijpen, proberen die vrouwen bewust of onbewust terug te keren naar de onschuld en de zuiverheid van hun jeugd. Maar daar schuilt een addertje onder het gras, want een voor de hand liggende associatie bij jong en onschuldig is dom. Misschien is dat de verklaring voor de duizenden domme-blondjesmoppen die de laatste jaren circuleren.

Niet dat die meestal ook zeer domme grappen ook maar iets afdoen aan het blondfetisjisme van veel mannen. Overigens werden de meest beroemde blondines van de eeuw ( Jean Harlow, Marilyn Monroe en Brigitte Bardot) als brunette geboren, maar dat zal de liefhebbers van blond worst wezen. Of misschien maakte de nepblondheid van BB en MM hen juist dat tikkeltje pikanter. Want de aantrekkingskracht van een vrouw als Marilyn is dubbel: ze koppelt de gouden glans van naïviteit en een ademloos kinderstemmetje aan een voluptueus lijf dat barst van sensualiteit. En het blond is overduidelijk vals, wat haar hoe dan ook een zweem van vulgariteit geeft. Kind en hoer verenigd in één vrouw, voor veel mannen is het een onweerstaanbare combinatie. De tragiek van Marilyn was dat ze domme meisjes speelde die dachten dat ze slim waren, terwijl ze zelf een slim meisje was dat dacht dat ze dom was.

Maar het nep-onschuldige platinablondje is maar één type uit een heel scala. Tarweblond hoort volgens Ilyin bij een vrouw met een weelderige boezem, stevige heupen, een huis vol koters, katten en honden, die kippenbouillon voor je trekt als je verkouden bent. Als voorbeeld geeft ze Martha Stewart, een Amerikaanse mevrouw die onwaarschijnlijk rijk is geworden met boeken en tijdschriften over het opvullen van kalkoenen en het onderhouden van tafelzilver.

Vraag mij naar een tarweblonde uit onze contreien en om een of andere reden borrelt de naam Mitta Van der Maat bij mij op. Sabine Hagedoren heeft potentieel, vooral qua boezem, maar echt moederlijk zou ik haar (nog) niet durven noemen. Naar een Californische blonde zoals PamelaAnderson is het bij ons natuurlijk ver zoeken, maar bij de trefwoorden zon, zee, strand, bikini en surfplank denk ik automatisch aan Joyce De Troch, een Blankenberge-blondine zullen we maar zeggen. In de Amerikaanse media krioelt het dan weer van de Apollo-blondjes: slank, met smalle heupen en kleine borsten, tenzij geïmplanteerd. Ze zwemmen, skiën of rijden paard, worden vaak aan de arm van een Belangrijk Man gesignaleerd en verkiezen Mozart boven Rachmaninov. Bekende voorbeelden zijn Claudia Schiffer, Uma Thurman, Gwyneth Paltrow, Amber Valetta, Meg Ryan, Cameron Diaz, wijlen Carolyn Bessette-Kennedy en prinses Diana. Bij ons voldoet Andrea Croonenberghs aan de criteria en met een beetje goede wil ook Ilse De Meulemeester, hoewel ik vrees dat die noch van Mozart, noch van Rachmaninov houdt. Daarnaast zijn er nog slimme blondines ( Hillary Clinton, Martine Tanghe) en trofee-blondjes ( Ivana Trump en al haar opvolgsters). Een categorie apart zijn de ironische blondines, die spelen met de clichés van hun type: Mae West, Dolly Parton, Donatella Versace en Madonna in haar blonde periodes. En al die jonge meisjes en kerels die hun donkere haarwortels opzettelijk laten uitgroeien, alsof ze zo de draak willen steken met de aanbidding van de gouden godinnen van weleer.

Ja, ook kerels. Want het gezegde gentlemen prefer blondes heeft een heel nieuwe betekenis gekregen. Voortaan willen de gentlemen namelijk zelf een blondine zijn. Wat bezielt Tom Lanoye en wielrenner Frank Vandenbroucke om hun haar neo-asblond te verven, zodat ze eruitzien als een androïde of een Duitse slechterik in een actiefilm met Bruce Willis? Jean-Marie Pfaff zweert al langer bij zonnige mèches, Koen Crucke is egaal goudblond tegenwoordig. In die zin was de monolitische VTM-filmkenner Roland Lommé zelfs avant-garde, want die liep er jaren geleden al bij alsof hij een klont gesmolten boter op zijn hoofd had.

Als je Natalia Ilyin mag geloven, kiezen mensen voor blond omdat ze boven zichzelf willen uitgroeien: ze willen mooier, sexier, sterker, cooler of gewoon opvallender zijn. Door hun haren te blonderen eigenen ze zich een wereld van mythes toe, een goddelijke kwaliteit die hen moet troosten in een bestaan vol banaliteit, teleurstelling en eenzaamheid. Met een flesje haarkleurmiddel willen ze zich de eeuwigheid kopen.

Of nog beter, met een boek over blondines, boordevol citaten uit noordelijke mythes, de Edda’s, Jung en Graves. Een boek waaruit zonneklaar moet blijken dat de auteur geen dom blondje is. Daarom worden er geen boeken geschreven over brunettes: iedereen wéét immers dat wij van nature verstandig en evenwichtig zijn, met een onpeilbaar rijk geestesleven.

Blonde Like Me – The Roots of the Blonde Myth in our Culture, Natalia Ilyin. Uitg. Simon & Schuster, 484 fr.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content